metropolis m

Met zijn tentoonstelling Self and Others in P//AKT Platform for Contemporary Art Amsterdam onderzoekt Thomas Raat de hedendaagse relevantie van begrippen als modernisme en primitivisme. Eerder gingen Melanie Ebenhoch en Jean-Baptiste Maitre hem voor in de tentoonstellingenserie Irretraceable Urge, door P//AKT omschreven als ‘a series on Modernism as an applied visual language and how to avoid its chlichés by embracing them while keeping a distance.’

De tentoonstelling lijkt de voortzetting van Raats experiment aan de Rijksakademie, waar hij ontwerpen voor Penguin-boekcovers reproduceerde, minus de typografie. Groot verschil is dat Raat de covers dit keer niet letterlijk namaakte, maar door spiegeling en herhaling van deze modernistische beeldtaal een nieuw beeld creëerde. De symmetrie van een aantal grote werken, met dezelfde tangramachtige vormen en kleuren in telkens andere constellaties, herinnert aan ouderwetse handwerktechnieken waarbij door het bestempelen en knippen van gevouwen papier een symmetrisch beeld ontstaat. Doel is om met modernistische vormentaal om te smeden tot een ambachtelijk, folkloristisch aandoend werk.

De nieuwe insteek wordt vooral duidelijk bij de twee sculpturen, gebaseerd op de eerder door Raat gereproduceerde cover van een boek over psychoanalyse. En profil zijn de beelden een letterlijke herhaling van de geometrische gezichten op de boekcover. Loopt men er omheen dan doen de beelden denken aan de eeuwenoude Moai hoofden op Paaseiland. Recht van voren gezien krijgen de sculpturen een abstracte kwaliteit, en verliezen elke figuratieve referentie.

Zo sterk als dit vormenspel op de bezoeker overkomt, zo makkelijk wordt de nuance van de flankerende werken over het hoofd gezien. Twee series van drie schijnbaar dezelfde werken hangen in identieke volgorde tegenover elkaar. Wie goed kijkt ziet dat er in dezelfde opstelling kleine nuances zijn aangebracht – dit driehoekje is smaller, dat streepje langer. De truc lijkt die van een curator die een soort lachspiegel tegenover het triptiek heeft geplaatst. De ingreep is subtiel en het vernuftig, maar ook wat mierenneukerig: het wil geen letterlijke reproductie zijn, maar ook geen herinterpretatie, het is hetzelfde maar dan nét even anders.

Een van de drie schilderijen is geïnspireerd op de cover van een boek over Afrikaanse avant-garde poëzie, en de ‘paaseiland’ beelden zijn gebaseerd op de cover van een boek over psychoanalyse; gegevens die refereren aan de primitivistische traditie. In een vitrine liggen een aantal Penguin Books, en concrete poëzie van Oswald Wiener, Claus Bremer en Eugen Gomringer. Maar de referenties naar traditie en historiciteit zijn wat krampachtig; het lijkt soms of Raat het postmodernistisch deconstructivisme nog eens dunnetjes wil overdoen.

De verwijzingen naar het postmodernisme, authenticiteit en de erfenis van grote denkers zijn duidelijk, maar steken bleek af bij de kracht van de vormentaal die Raat gebruikt. Zo zijn de ogenschijnlijk bronzen beelden van beschilderd hout gemaakt, bedoeld als een soort postmodernistische bevraging van authenticiteit. Dit foefje voegt echter weinig toe aan de centrale vraag van dit vormenexperiment: hoe kan dezelfde herkenbare vormentaal een andere betekenis krijgen?


Alle foto’s Charlott Markus, courtesy P/////AKT

Thomas Raat – Self and Others
(Irretraceable Urge III)

P/////AKT, Amsterdam
25 mei t/m 23 juni

Hinde Haest

Recente artikelen