metropolis m

Tentoonstelling Abstracte kunst 1938. Stedelijk Museum Amsterdam

Het 1:1 Symposium bij Het Nieuwe Instituut vindt plaats in het kader van 1:1 Period Rooms, een tentoonstelling die werd samengesteld door Andreas Angelidakis met stijlkamers uit de collectie van het Amsterdam Museum. Tijdens het symposium wordt ingegaan op de historische ommezwaai die de 19e eeuwse stijlkamer maakte in 1938, toen Willem Sandberg de muren van het Stedelijk Museum wit schilderde.

De meetkundige notatie 1:1 staat voor de overeenkomst tussen twee maten die met elkaar worden vergeleken. Een stijlkamer die één op één wordt nagemaakt is zoiets als een schim op ware grootte, op gelijke voet met het originele museuminterieur. Toch wordt er in dit symposium juist gesproken van een dubbelzinnige relatie tussen het model en het oorspronkelijke interieur, waarbij beide zowel de plek van het origineel als de representatie kunnen innemen.

1:1 Stijlkamers by Andreas Angelidakis. Foto: Johannes Schwartz.

De stijlkamer

Het centrale object in de tentoonstelling is de reconstructie van de Empire Room, een ruimte die oorspronkelijk dienst deed als ontvangstruimte van een zeventiende-eeuws gebouw aan de Keizersgracht in Amsterdam. Angelidakis vertelt hoe de stijlkamer in kleine puzzelstukjes opgehaald werd bij het Stedelijk Museum Amsterdam en werd opgebouwd in Het Nieuwe Instituut door studenten van de opleiding Conservation & Restoration. Hij ziet het werk van de studenten als een performance. De wederopstanding van de Empire Room uit het depot zorgt inderdaad voor een keerpunt in de manier waarop de kamer te lezen is: wat vroeger in dienst was van de luxe voorwerpen die in deze kamer werden gepresenteerd, staat nu zelf te kijk. De zeventiende-eeuwse houten panelen krijgen een stem. Angelidakis loodst ons haast ongemerkt door een falsificatie van de stijlkamers en probeert daarmee iets van het origineel terug te vinden.

Ook de andere sprekers proberen hardvochtig het origineel te benoemen, maar dat blijkt nog een hele opgave. Ik heb de meeste moeite met de visie van architect Savvis Ciriacidis die de Kanseliersbungalow in Bonn in het Duitse Paviljoen plaatste op de biennale van 2014. Één op één. Ciriacidis beweert dat het Duitse paviljoen een echter gebouw is dan de representatie van de Kanseliersbungalow, een aanname die volgens mij niet hard te maken valt, als je weet dat zo’n paviljoen immers bij uitstek een provisorische plek is, voor het merendeel façade, waar alleen gedurende de zomermaanden een tentoonstelling zich nestelt. De rest van het jaar bestaat het niet, of nauwelijks.

1:1 Stijlkamers by Andreas Angelidakis. Foto: Johannes Schwartz.
1:1 Stijlkamers by Andreas Angelidakis. Foto: Johannes Schwartz.

Disneyland

Wel tot de verbeelding sprak de kunstcriticus Marc Holthof, die ons het werk van Guillaume Bijl laat zien. De op ware grootte uitgevoerde supermarkt, vertrekhal en lampenwinkel van Bijl zorgen volgens Holthof regelmatig voor verwarring en vandaag is dat niet anders. Het verschil tussen waarheid en representatie wordt in het werk van Bijl dan ook akelig klein.

Aan het eind van zijn presentatie geeft Holthof en passant een citaat van Jean Baudrillard, die beweerde dat Disneyland gepresenteerd wordt als imaginaire wereld om de mensen te laten geloven dat de wereld daarbuiten wel ‘echt’ is. Wat een onbetekenend moment had moeten zijn bleek voor mij als metafoor hallucinerend genoeg om de rest van het symposium op te trippen. Ik loop naar de tentoonstellingsruimte en in het midden van de Empire Room laat ik in gedachten alle sprekers de revue passeren. Slagen de stijlkamers er eigenlijk wel in om een simulacrum te bieden op Disney-formaat?

Het lijkt er wel op. Een bezoeker vraagt of deze interieurs echt zo oud zijn. Het plezier waarmee de speelse curator verwarring schept is aanstekelijk en een welkome afwisseling op de vaak hapklare interpretaties van de kunstgeschiedenis. In de huidige tendens om tentoonstellingsmodellen te heroverwegen moeten we ons ook wel afvragen met welke eenheden we eigenlijk meten, ook in politieke zin.

“De één laat zich nog wel invullen, maar wat we echt niet weten is wat de dubbele punt aan weerszijde voorstelt”, zo eindigt de Amerikaanse schrijver Matthew Stadler vakkundig het symposium. Een rijkere inzage in de vermeende echtheid van interieurs had ik me vanuit de zaal niet kunnen wensen.

stills uit filmverslag van het symposium door Marit Geluk
stills uit filmverslag van het symposium door Marit Geluk
stills uit filmverslag van het symposium door Marit Geluk

Brenda Tempelaar

is kunstenaar en kunstcriticus

Recente artikelen