metropolis m

Roy Villevoye

Acht kunstenaars, het merendeel uit Nederland afkomstig, stellen tentoon in Marres rond het thema intimiteit. In het Maastrichtse Huis voor Hedendaagse Cultuur levert dat een parcours op dat soms ontroert, maar ook te licht uitvalt en bijgevolg over de hele lijn niet helemaal overtuigt.

Intimacy vindt plaats in het kader van een meerjarenprogramma van Marres rond zintuigen, een langlopend traject waarin ‘geestelijke condities onderzocht worden die we ons lichamelijk gewaar worden, zoals hallucinatie, depressie, angst, verliefdheid, herinnering.’

In feite was het project in een eerdere periode – van 27 juni tot 19 juli – gelinkt aan Chambres d’Amis. De titel alsook het concept daarvan zijn volledig overgenomen van wijlen kunstpaus Jan Hoet doorbraakproject uit 1986 (‘een hommage’ in de brochure en ‘een eerbetoon’ op Marres’ website). Destijds stelde hij in tientallen Gentse privéwoningen een tentoonstelling samen met 51 hedendaagse kunstwerken. Door de muren van het museum breken, heette dat toen. Letterlijk.
In Maastricht stelden zeven kunstenaars in zes woningen in de binnenstad tentoon. Vreemd dat die periode niet volledig parallel liep met de gehele tentoonstelling Intimacy (bovendien waren de woonhuizen enkel in vier weekenden open). Wat is intiemer dan binnenstappen in de woonkamer van een vreemd huis om daar kunst te gaan kijken? Ook al is Marres zelf een voormalig woonhuis, voelt de tentoonstelling toch aan als een aftreksel van het eerdere evenement zelf.

Amie Dicke

Dromerig

Bij Marres opent de tentoonstelling op de benedenverdieping met werken van Keetje Mans (1979), een in Amsterdam geboren kunstenaar die in 2013-14 studio hield aan de Jan Van Eyck Academie. Zij exposeert een reeks van recente schilderijen die niet zelden een dromerige meisjeswereld evoceren. Zo toont Wishes (2012) – olieverf op linnen waarin de structuur meer wegheeft van een collage uit lapjes stof – een meisje in bed, tukkend onder een deken ‘bedrukt’ met fabeldieren en sprookjesachtige bloemen en voor een achtergrond van een psychedelische nachtelijke sterrenhemel. ‘Je kunt mijn schilderijen als interieurs zien waarin ik naar logica zoek in het irrationele’, zegt ze in de tentoonstellingsbrochure.

Keetje Mans

Om het (nog) intiemer te maken reproduceerde ze haar atelier in dezelfde voorkamer van Marres. Boven een ruime houten bureau met ladenblokken en twee stoeltjes hangt een accumulatie van knipsels en foto’s. We zien Kurt Vile, schoenen en vakantiekiekjes, maar ook (naai)patronen, stoffen en geborduurde lapjes. Die verzamelde Mans doorheen de jaren tot een ‘patroon van kampvuur-romantiek, punky zwarte letters, een samenraapsel van juvenalia uit een tienerkamer en ijsbergen op de Noordpool met een spinrag van woorden over alle foto’s heen: A Whirr of thoughts/ patterns and colours.

Verwachtingen en verwarring

Birthe Leemeijer levert met ‘Ik laat u het mooiste zien dat ik ken’ een sterk werk (video uit 1998; en audio uit 2008). Dat gaat terug op een uitzending van Avro’s Kunstblik, gepresenteerd door Liesbeth Brandt Corstius en Angela Groothuizen. Destijds gaf Leemeijer een werk weg dat bestond uit een bordje waarop ‘Ik laat u het mooiste zien dat ik ken’ stond geschreven. Tien jaar later getuigt de winnares in het audio-interview over haar ervaringen en over hoe ze contact met Leemeijer onderhield. Dat registreerde Valentijn Byvanck, vandaag directeur van Marres en destijds van het Zeeuws Museum (waar deze registratie diende als getuigenis over Leemeijers werken waarvan geen fysieke spoort meer bestond).

Tussen het televisieprogramma vooraf en het emotionele relaas achteraf vol verwachtingen, twijfels en verwarring van de winnares ontstaat een boeiende tussenruimte. Hier ontpopt zich een reflectie over de waarde van kunst, alsook een getuigenis over de positie van de massamedia tegenover de markt destijds en vandaag. Het geheel is gebonden door de mysterieuze en poëtische ‘Ik laat u het mooiste zien dat ik ken’.

Sanne Vaassen
Sanne Vaassen
Sanne Vaassen

Vrijheid van beweging

Met My Continental Drift (2014) bracht Sanne Vaassen al haar moedervlekken bijeen op een plaksticker/ tatoeage van vier centimeter doorsnede: ‘dit deel van mijn identiteit tijdelijk kan worden overgedragen op de huid van een ander.’ Bij de opening konden bezoekers de moedervlekken te leen krijgen, als een gestempelde tatoeage. In Marres is er enkel het residu op een muur.

De werken die voordien in de woonhuizen te bekijken waren, staan en hangen nu gewoon in Marres, waardoor bijvoorbeeld in de benedenruimte de opstelling van een ander werk van Vaassen – Invisible Present (2015), kweeksels van bacteriën van bewoners van het V-House die via overheadprojectors op de muur van de gang worden geprojecteerd, oogt een beetje rommelig oogt en nodigt maar weinig uit tot nadere inspectie.

Ook het werk van de Emily Jacir komt op deze locatie minder krachtig dan bedoeld uit de hoek. Het iets oudere Where We Come From (2001-2003, een van de hoogtepunten op de Biënnale van Istanbul 2003), een reeks van 30 teksten, 32 foto’s, een video en een Amerikaans paspoort, gaat terug op haar ‘vrijheid van beweging’ als Palestijnse met een Amerikaans paspoort. Zo vroeg ze Palestijnen die een beperkte bewegingsvrijheid hebben wat ze zouden doen mochten ze hun territorium wel vlotter kunnen verlaten. Antwoorden als ‘Go to the Israeli post office in Jerusalem and pay my phone bill’, ‘Go to my mother’s grave in Jerusalem on her birthday and place flowers and pray’ of ‘Drink the water in my parents’ village’ gaan in het werk begeleid met een foto van de aangehaalde plekken of situaties.

Het is een eenvoudig concept dat herhaaldelijk als een stomp in de maag overkomt. In Marres hangt haar werk in een reeks van kleine bovenkamers geprangd waardoor het helaas aan kracht inboet.

Emily Jacir
Nishiko

Intimacy
Marres
t/m 6.9.2015

Met werk van Amie Dicke, Emily Jacir, Birthe Leemeijer, Keetje Mans, Nishiko, Petra Stavast, Sanne Vaassen en Roy Villevoye.

Recente artikelen