metropolis m

Kunnen we SVP eens ophouden te refereren aan de dood van de schilderkunst?

‘Het blijft verrassend vast te stellen dat er in het begin van de 21ste eeuw nog steeds geschilderd wordt’ schrijft Philippe Van Cauteren in zijn Brief aan Koning Willem-Alexander in de catalogus van de Koninklijke Prijs. Vervolgens heeft hij drie pagina’s nodig om het bestaansrecht van de schilderkunst te verdedigen. Dit doet hij aan de hand van de meest uiteenlopende voorbeelden. Uit het niets wordt Miranda July aangehaald en Van Cauterens modernistische helden: Jean Fautrier, Alfredo Volpi en Agnes Martin. Waarom ligt de nadruk zo op de relevantie van het medium?

Zoals Van Cauteren veel woorden nodig heeft om de discipline te rechtvaardigen, zo lijkt het ook voor de jury een uitdaging te zijn geweest om een raak oordeel te vellen over de winnaars. Bij drie van de vier kunstenaars wordt naar de kunstgeschiedenis gegrepen, zoals in het rapport van Mike Pratt: ‘Met een oor (Vincent van Gogh) en een urinoir (Marcel Duchamp) presenteert Pratt zich met misschien wel twee van de meest spraakmakende “objecten” uit de moderne kunstgeschiedenis. De jury waardeert zijn lef en de kennis die daaruit spreken.’ Je vraagt je af wat er zo bijzonder en gewaagd is aan het kennen van Van Gogh en Duchamp.

Het geworstel in de teksten geeft vooral aan dat het kennelijk niet zo gemakkelijk is ons te verhouden tot schilderkunst. Ook niet voor de kunstenaars zelf. Het medium, zoals in het paleis geëxposeerd, beweegt zich tussen een punkmentaliteit en eeuwenoude traditie in. De recalcitrante houding is te zien in de opzettelijke slordigheid die veel van de geselecteerden omarmen, haast alsof ze willen ontkennen de techniek goed te beheersen. Zoals in Wouter Paijmans doet in zijn Purple Elephant in the Room. Ook het werk van winnaar Mike Pratt Ear bestaat uit rommelig aangebrachte olieverf. Dit doet hij op de nogal plompe vormen van onder andere siliconen en epoxy, waarmee hij ook voorzichtig tegen de pilaren van de schilderkunst aanschopt. Zijn referenties naar de kunstgeschiedenis vallen juist weer binnen de traditie van het medium, waar het alle bravoure daargelaten toch graag deel van uitmaakt.

Sommige geselecteerden weten ook zonder ironie een krachtig verhaal neer te zetten. Cian-Yu Bai gebruikt dikke lagen acrylverf en weet er prachtige vormen vol beweging in te krijgen die inhouden tussen wolken en waterstromen. Charlott Weises Sleep is een tedere voorstelling van vloeiende lijnen die aan schuren tegen de kitsch, op bruin linnen. Het onderwerp, twee slapende vrouwen, en de achtergrond worden haast één. Jakup Ferri’s zandtekening doet denken aan een sprookje met zijn fabelachtige, wat treurig kijkende eenden. En Tanja Ritterbex is een terechte winnaar die haar onderwerpen met liefde afbeeldt, en in de grove, transparante vlakken de juiste accenten weet te zetten.

Dat de Nederlandse schilderpool wat klein is, is te zien aan de hoeveelheid kandidaten die de laatste jaren voor meerdere edities worden genomineerd. Tanja Ritterbex doet al sinds 2014 jaarlijks mee en ook Anne Forest, Ruben Kragt, RaQuel van Haver, Jan Wattjes, Charlott Weise, Cian-Yu Bai, Janine van Oene en Quint Hartmann zijn vaker geselecteerd. Zijn er zo weinig getalenteerde schilders in Nederland, of ligt het aan de jury, waarvan een aantal leden ook al meerdere jaren meedraaien? Gelukkig is het nog niet zo dramatisch als in de periode van 1947 – 1976, toen diverse genomineerden meerdere keren wonnen, Marijke Geys zelfs vijf keer.

De schilderkunst is absoluut niet dood, laten we nu eens ophouden daaraan te refereren. In de tentoonstelling zijn genoeg werken te zien met interessante, eigen karakters. Maar om de uitkomst van de Prijs wat spannender te maken mogen de regels misschien eens bijgesteld worden, en de deelname van de kunstenaars (en de leden van de jury) wellicht gelimiteerd tot een of twee keer.

De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2016 is toegekend aan: Bart Kok, Mike Pratt, Tanja Ritterbex en Sam Salehi Samiee.

Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2016, Paleis op de Dam, t/m 16 november

Anne Marijn Voorhorst

is dichter en schrijver

Recente artikelen