metropolis m

Sander Breure & Witte van Hulzen

De stationshal van Utrecht Centraal: stromen mensen banen zich zo snel mogelijk een weg door de meute, op weg naar huis, of ergens naar toe. Tussen de hectiek van deze plaats, wandel ik rustig rond. Ik ben op zoek naar verborgen choreografieën, boodschappen uit de natuur en een roze hijskraan: ik bezoek Public Works.

Public Works is een initiatief van de stichting Kunst in het Stationsgebied in samenwerking met de gemeente Utrecht. De naam geeft het al aan; het is een ‘kunst-in-de-openbare-ruimte’-project in het stationsgebied van Utrecht Centraal Station en winkelcentrum Hoog Catharijne, een opvolger van Call of the Mall van zomer 2013. Net als haar voorganger refereert Public Works aan een veranderende wereld en de onzekerheden omtrent de toekomst die daarmee gepaard gaan. Deze editie is ervoor gekozen om het aantal deelnemende kunstenaars flink te reduceren – van zo’n 30 naar 6 – en hun budget te vergroten. Wat levert deze keuze op?

Het eerste wat opvalt is dat de meeste projecten niet direct zichtbaar zijn. In plaats van objecten in de publieke ruimte, kiezen de meeste deelnemers van Public Works voor meer ‘vluchtige’ werken. Zo presenteren Sander Breure & Witte van Hulzen in de drukke stationshal een choreografie gebaseerd op het gedrag waarmee het omringt wordt: reizigers die druk heen en weer lopen, twijfelend stilstaan, met hun smartphone bezig zijn, voorzichtig heen-en-weer dansend met oordopjes in. Kunstenaarsduo HeHe (Helen Evens en Heiko Hansen) presenteert een roze hijskraan, die midden in de bouwput die Utrecht Centraal is, ook niet bepaald in het oog springt, maar net om de hoek van het station staat, richting Jaarbeurs.

Constant Dullaart heeft met zijn werk Merciless Separation de fysieke ruimte helemaal losgelaten; het werk infiltreert onze digitale ruimte, waar het een bewerkte vorm van het internet presenteert. Tot slot gaan de werken van Marcus Coates en Berend Strik zo goed in hun omgeving op dat ze in eerste instantie niet opvallen als zijnde kunstwerken. Striks Working-Shop sluit – vermomd als pop-up store – naadloos aan bij de andere winkels in Hoog Catharijne en Coates’ werk, dat vorm krijgt via een aankondigingsbord net buiten de stationshal, is verstopt binnen de ‘taal’ van de stedelijke omgeving.

Alleen de architecturale interventie van Polylester (Gabriel Lester & Martine Vledder) is goed zichtbaar als artistieke ingreep in de openbare ruimte. Het is daarmee ook het meest klassieke werk van deze editie. Lester en Vledder presenteren Aura Utrecht, een grote installatie bestaande uit drie gekleurde cilinders van pvc-lamellen op de trappen van het station aan het Jaarbeursplein. In feloranje, blauw, groen, rood en geel steekt het werk kleurrijk en dynamisch af tegen de grijze omgeving. De installatie is gemaakt om te gebruiken en tijdens mijn bezoek gebeurt dit ook. Een moeder speelt samen met haar kindje in een van de cilinders, terwijl in een andere een jongen rustig een boek leest. Het is een geslaagde, doch enigszins traditionele invulling van een werk in de publieke ruimte.

Zijn de andere werken door hun (on)zichtbaarheid minder doeltreffend? Nee, zeker niet. Want juist door stevig in hun omgeving te infiltreren, zetten de werken deze op scherp: het is een bewuste strategie.

Neem bijvoorbeeld het werk Gone with the Wind door HeHe, uit de vorm van de hijskraan valt al snel op te maken dat hiermee geen bouwmaterialen verplaatst kunnen worden; de kraan ontrafelt zich namelijk in een bliksemachtige vorm en de takelende functie ontbreekt. Deze roze hijskraan die niets bouwt, is juist te midden van een bouwput een sterke en verstorende ingreep. Door haar nutteloosheid bevraagt Gone with the Wind de continue staat van verbouwing en vernieuwing die onze maatschappij – en het stationsgebied van Utrecht Centraal – in haar greep heeft.

Bij nadere beschouwing neemt elk werk een kritische positie in binnen een gebied waarin ze het meest treffend is, waar ze direct confronteert. Zo onderbreekt Striks Working-Shop, tegenover de Douglas, in hartje Hoog Catharijne, de continue stroom van het shoppen en het doordraaien van gevestigde ideeën, door mensen in eerste instantie de winkel in te lokken. De choreografie van Breure en van Hulzen spiegelt het individualisme en de digitalisering die onze samenleving kenmerkt te midden van mensen die te druk zijn met zichzelf of met hun telefoon om het op te merken. En middels een gratis wifi-netwerk waar de forens gedachteloos op inlogt om online te zijn, pleit Constant Dullaarts Merciless Separation voor een meer kritische houding ten opzichte van onze digitale omgeving. Wanneer je online komt, zie je een bewerkte versie van het internet. Op de dag van van mijn bezoek is alle tekst gecensureerd voor een opeenvolging van ‘xxxxxx’. Dullaart laat met dit werk zien dat het internet geen neutrale omgeving is. Net zo makkelijk als hij het internet bewerkt, kunnen anderen dit ook doen. Het werk functioneert als waarschuwing en bepleit een meer bewuste omgang met de digitale wereld. 

Ook het werk van Marcel Coates, Arrivals/Departures, haalt zijn kracht uit de plek waar het getoond wordt. Door in een omgeving die mijlenver verwijderd is van de natuur – de stadspromenade van Utrecht Centraal Station – ons aan migratiestromen van vogels, het ontspruiten van bessen, en broedperiode van diverse dieren te herinneren, benadrukt Coates onze hedendaagse vervreemding van de natuur. Via een groot aankondigingsbord in de stadspromenade – dat doorgaans reisinformatie vermeldt – is nu elke dag nieuws te lezen over allerlei gebeurtenissen in de natuur, gebeurtenissen die voor ons vaak onzichtbaar zijn en waar we ons niet langer toe verhouden. Op de dag van mijn bezoek leest het bord: Diverse bessen zijn rijp, zoals van sleedoorn, en meidoorn, en ook rozenbottels. Het werk valt mensen in de eerste instantie niet meteen op, de meeste mensen lopen dan ook door zonder het bord te lezen, maar sommige werpen vluchtig een blik, lopen verbaasd terug, lezen het nogmaals – lachen, of maken een foto. De boodschap van Coates werkt als een kleine dissonant in de bekende stroom aan informatie en herinnert ons aan het ritme van de wereld buiten de stad.

Public Works is gericht op de forens, de reiziger die het stationsgebied regelmatig doorkruist. Voor deze bezoeker worden de werken deel van hun dagelijkse realiteit en juist hier werkt de confrontatie door, geïnfiltreerd in het leven. De projecten van Public Works zijn wellicht minder zichtbaar, ze zijn zeker niet minder effectief. Ze werken als poëtische kanttekeningen bij de waan van de dag, ze vertragen en verhevigen, verstoren en vervreemden. Ze doen ons eraan herinneren dat alles wat we maken en bouwen altijd tijdelijk is, en dat datgene wat er stevig uitziet, open staat voor verandering. Door stevig in haar omgeving te infiltreren, zet Public Works het stationsgebied – en gevestigde systemen in onze maatschappij – op losse schroeven. In een omgeving die gekenmerkt wordt door verbouwing is dit een waardevolle boodschap.

Public Works loopt tot begin november. Enkele kunstwerken zullen langer te zien zijn. 

Op 4 november organiseert Public Works een middag met artist talks. Aanmelden kan tot 28 oktober via email naar [email protected] 

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen