metropolis m

In de Elektriciteitsfabriek te Den Haag, die voor de gelegenheid omgedoopt is tot ‘Zwanikken fabriek’, hangt een laboratoriumachtige sfeer die je niet direct met onze huidige tijd associeert. Christiaan Zwanikken presenteert er zijn hybriden, werken die een onheilspellende, maar ook energieopwekkende kracht hebben.  

Een aantal jaren geleden kreeg de enorme hal van de Elektriciteitsfabriek in Den Haag, na dertig jaar buiten gebruik te zijn geweest, een nieuwe functie. Sindsdien hebben er verschillende kunstpresentaties plaatsgevonden, waarbij de hal niet alleen als decor functioneert, maar nadrukkelijk een relatie aangaat met het werk dat er te zien is. De locatie trekt veel publiek omdat de binnenkant van het gebouw tot een aantal jaren terug nooit toegankelijk was. Het is indrukwekkend om het met eigen ogen te kunnen bekijken. Hoewel alle presentaties die ik er zag, goed bij het gebouw pasten, lijkt het wel alsof de werken van Christiaan Zwanikken – die er nu exposeert – speciaal voor de hal zijn gemaakt. Het lijkt alsof zijn werk er altijd al was en er ook altijd zal blijven, zich verder ontwikkelend.

Wie de ruimte (die niet voor niets tijdelijk de naam Zwanikken Fabriek heeft gekregen) betreedt, komt al snel een zoetige, bloemachtige geur tegemoet, die vreemd aanvoelt binnen de industriële omgeving. Binnen bevinden zich allerlei bewegende, fijnzinnige en tegelijk grimmige schepsels. Bij het beter bekijken van deze zogenaamde hybriden wordt duidelijk dat ze niet alleen voor een deel bestaan uit ingewikkeld uitziende mechaniekjes en koppelingen aan computers, ze bestaan ook uit schedels en elementen van skeletten, waardoor associaties met de natuur voor de hand liggen. De dynamiek van werken als Exoskeletal en The Twins doet sterk denken aan de manier waarop dieren zich bewegen en –  zoals in het laatstgenoemde werk – hoe ze zich tot elkaar verhouden. De twee koppen (geitenschedels) in The Twins knallen voortdurend tegen elkaar en zijn verwikkeld in een tweestrijd, zoals in de natuur.

Beide werken bevinden zich op platforms met ijzeren omheiningen die bezoekers per trap kunnen bereiken. Het publiek kan de wezens – die niet buiten hun hokken kunnen treden – van zeer dichtbij bekijken en zich verwonderen over de combinaties van natuur en techniek, die hier met elkaar verweven zijn geraakt. Steeds opnieuw veroorzaken de hybriden een gevoel van disharmonische balans: de gebruikte elementen behoren eigenlijk niet samen, maar passen perfect bij elkaar.

Op de begane grond van de Elektriciteitsfabriek staan een aantal grote ronde waterbassins. Het voorste bassin fungeert als waterput, waar een mechanische ezel – die een verdieping hoger langzaam rondjes loopt – emmertjes water uit ophaalt. Dit water zorgt ervoor dat alle apparaten en wezens in de fabriekshal worden geactiveerd. Zo racen twee autootjes met hondenschedels (Who Let The Dogs Out) constant heen en weer over een soort racebanen, terwijl ernaast een subtiel vormgegeven mechanisch marionetachtig figuur, Fallen Angel, boven een waterbassin bewegingen maakt. Aanvankelijk doet Fallen Angel denken aan fladderende insecten of vliegjes boven water, maar bij nader inzien, lijkt het wel alsof het figuurtje zich naar boven probeert op te trekken, alleen stagneert deze poging voortdurend.

Verderop in de ruimte staat het roze trommelende konijntje – dat wij allemaal goed kennen uit de Duracell reclames uit de jaren tachtig – nogal bijdehand naar boven te kijken. Hij kijkt naar een gat in het plafond, van waaruit in volle vaart een skeletachtige roofvogel hem te grazen probeert te nemen; wat echter nooit lukt. Hoewel beweging een belangrijk element is in al deze werken, is de feitelijke bewegingsvrijheid van de wezens steeds beperkt. Ze blijven opgesloten in hun eigen circuit en bestaan. Hoewel skeletten en schedels, afkomstig van dode dieren, in het werk van Zwanikken als het ware nieuw leven krijgen ingeblazen, kijkt de vergankelijkheid voortdurend om de hoek.

Op de eerste verdieping worden allerlei plantjes perfect verzorgd door een apparaat dat zich langs de stellages waarop zij zijn geplaatst beweegt om ze van licht en voeding te voorzien. Hier wordt de natuur elektronisch in leven gehouden. Ook wordt de kruidige bloemenlucht hier verspreid. Verschillende oliën worden aan de planten onttrokken en middels grote uitstulpingen in rookachtige substanties naar buiten gebracht.

In de Zwanikken fabriek hangt een laboratoriumachtige sfeer die je niet direct met onze huidige tijd associeert. Ook de beeldtaal van de hybriden sluit eerder aan bij het industriële tijdperk, dan bij onze huidige informatiesamenleving. Tegelijkertijd is de wereld die Zwanikken ons toont geheel eigen, met weliswaar allerlei herkenbare elementen. De werken hebben een onheilspellende, maar ook energieopwekkende werking. Ze zijn op te vatten als lopende experimenten, die de potentie hebben zich verder te ontwikkelen. De entourage van de fabriek versterkt het idee dat we hier te maken hebben met een tussentijds stadium, een beweging die nog lang niet aan zijn einde is gekomen.
 

Zwannikenfabriek is te zien tot zondag 30 april 2017.

Voor een teaser van de tentoonstelling, klik HIER

Eline van der Haak

is fotograaf, filmmaker en onderzoeker

Recente artikelen