metropolis m

Michaël Borremans, Black Mould / Glass Ghosts, 2015, Ecce Homo, Antwerpen 

Op negen locaties in de Antwerpse binnenstad is de tentoonstelling Ecce Homo. Zie de mens te zien. Drieënzestig Belgische of in België residerende kunstenaars zijn door de galerie Geukens & De Vil samengebracht rond het centrale thema, dat de actuele ‘condition humaine’ probeert te vatten aan de hand van hedendaagse kunst.

In het Nieuwe Testament roept Pontius Pilates de woorden “ecce homo” uit wanneer Christus, met de doornenkroon, mishandeld en vernederd, voor hem verschijnt. “Zie de mens”: een koning, maar ook een zielig hoopje ellende. Dat is ook precies waar de tentoonstelling op inspeelt. Vooral universele gevoelens en sensaties komen aan bod. De mens kan heel wat verwezenlijken, maar is ook hulpbehoevend, kwetsbaar, aarzelend.

Zie, de condition humaine

‘Ecce homo’ komt als thema uiteraard vaak terug in de christelijke iconografie. In de tentoonstelling wordt het op een veel breder niveau opgevat, de curatoren en kunstenaars nemen de collectieve mens en de ‘condition humaine’ onder de loep. Want hoe is het met de mens gesteld in onze huidige samenleving? De mens als collectief maakt het zichzelf niet makkelijk en staat voor heel wat uitdagingen.

Thierry De Cordier, Moi (Memento Prum), 1990, Ecce Homo, Antwerpen 

Een groot aantal deelnemende werken exploreert menselijk lijden in al haar facetten. Bij Geukens & De Vil draaien de werken van Philippe Vandenberg – overigens de enige niet-levende kunstenaar in dit project – om schaamte. “Honte,” schrijft hij in zijn eigen bloed. De herhaling maakt het woord zinderend, bijna beschuldigend. Het nooit eerder vertoonde Moi van Thierry De Cordier – een koddige, maar ook sombere sculptuur met hars, textiel, schoentjes, takken en een peer – toont hoe de kunstenaar zichzelf ziet. Naar eigen zeggen is hij geboren met het hoofd in de vorm van een peer. De vrucht moet regelmatig vervangen worden, maar wanneer dit net te laat gebeurt, voegen de aangetrokken fruitvliegjes een bijzondere implicatie toe aan het werk.

Op de zolderverdieping van hetzelfde gebouw dat galeries Geukens & De Vil en marion de cannière huisvest, is een ware gruwelkamer ingericht. Het werk van Emmanuel Van der Auwera is zowel technisch als inhoudelijk intrigerend. Op twee schermen zijn drone-beelden van bombardementen enkel zichtbaar door een aantal glazen rechthoeken op statieven, verschillend van grootte. De installatie is bevreemdend en tart het geloof van de bezoeker in diens eigen zichtvermogen, wat vanzelfsprekend een betekenisvolle laag aan het werk toevoegt. Dit werk maakt vooral de verschrikking van drone-aanslagen op afstand duidelijk.

Haider Jabbar is als Iraakse vluchteling via Turkije in België terechtgekomen. Hij probeerde alle 1700 slachtoffers van een slachtpartij in Tikrit in 2014, allemaal jonge soldaten, een portret te geven in zijn reeks, maar hield het na een klein duizendtal niet langer vol. De aquarellen doen naar adem happen: met precies de juiste kleuren en het geschikte formaat, met een lichte penseelstreek en net genoeg esthetische waarde om de blik te vangen, weet Jabbar de gruwel van de lijken, allemaal uniek wat betreft hun wonden, weer te geven.

Philip Aguirre Y Otegui, Tahrir, 2017, Ecce Homo, Antwerpen 

Ook Michaël Borremans toont in zijn klein olieverfwerkje uit de reeks Black Mould (in het Maagdenhuis) gruwelijke taferelen, in een choreografie tussen beulen en slachtoffers, die doet denken aan de beelden uit Abu Graib. Bijzonder detail: de tentoonstelling is verbonden aan Human Rights Watch. Een significant deel van de opbrengst (zowel van ticketverkoop als van eventuele verkoop van kunstwerken) gaat naar deze ngo, die het naleven van de mensenrechten bewaakt. Ecce Homo gaat dus het engagement aan, en toont hiermee de urgentie van een dergelijk onderwerp in de hedendaagse kunst.

Echo’s van oud en nieuw

De negen locaties van Ecce Homo verschillen heel erg wat betreft interieur. De curatoren, Marie-Paule De Vil, Yasmine Geukens en Eric Rinckhout, selecteerden duidelijk heel bewust de juiste werken voor een locatie, zodat beide een dialoog of esthetische connectie kunnen aangaan. Die dialoog is het meest geslaagd in de Sint-Joriskerk. Opvallend genoeg hebben veel werken in de kerk een kritische instelling. De spiegel met doornenkroon van Johan Creten, niet toevallig schuin tegenover het ‘Ecce homo’ schilderij van de kerk geplaatst, laat de beschouwer toe zichzelf in de positie van Christus te zien – niet op een arrogante, maar eerder op een confronterende manier.

Op andere locaties ontstaan toevallige echo’s tussen de plaatselijke collectie en de nieuwe werken. Zo is een kruisafneming in het Museum Mayer Van den Bergh figuurlijk én letterlijk gereflecteerd in de nieuwe fotografische portretten met zwarte achtergrond van Marie-Jo Lafontaine. Joris Van de Moortel bouwde een klein drieluik, dat het grotere altaarstuk uit de collectie van het museum reflecteert. Hij vervangt de Bijbelse personages door een collage van lichaamsdelen uit pornografische tijdschriften, en omkadert het met een diep roze, kitscherige neonbuis. Van de Moortel selecteert een belangrijk deel van de christelijke iconografie en verbastert die tot iets wat beantwoordt aan het perverse aspect van zowel meer moderne tijden, als van de appropriatie van iconografieën zelf.

Johan Creeten, JC & JC, 1998, Ecce Homo, Antwerpen 

De mens lijdt niet alleen door martelingen. Ook psychologisch lijden is ons deel. Sofie Muller weet een verwrongen ambigue omhelzing te vatten in haar albasten hoofden. De sculptuur is een reflectie op de dertiende-eeuwse Christus- en Johannesgroep uit de collectie van het Museum Mayer Van der Bergh. Dat beeld is teder, maar tegelijk verwrongen; het drukt troost uit, maar ook ongemak. Mullers hoofden zijn eveneens empatisch, maar toch vervormd, gewond. Ze verwerkt namelijk de typische littekens en oneffenheden van het albast in haar beelden, zodat die een deconstructief karakter krijgen.

Philippe Aguirre Y Otegui schetst met zijn grote, donkere beelden in de tuin van het Tropisch Instituut een ingetogen en ietwat gelaten beeld van de mens. Tahrir, waarin een persoon een andere persoon voortsleept, is getekend door een emotionele zwaarte, een moeheid en een verdriet dat de figuren letterlijk verlamt. De titel verwijst vermoedelijk naar de gebeurtenissen op het Tahrirplein in Egypte vanaf 2011, en de Arabische Lente, maar de abstractie van de menselijke figuren laat ook een bredere interpretatie toe: het beeld is niet zozeer gebonden door tijd, ruimte of context, maar reflecteert evengoed over de zwaarte en traagheid van het bestaan.

Het Maagdenhuis, een relatief vergeten museum in Antwerpen, met desondanks een schitterende collectie en een adembenemend interieur, biedt ruimte aan onder meer een werk van Panamarenko, een sculptuur van Sven ’t Jolle en Berlinde De Bruyckere. Verder is er nog werk van vooral jonge kunstenaars te zien in de zogenoemde Fierensblokken, leegstaande gebouwen aan de overkant van het Tropisch Instituut, en in Den Botaniek, een pand grenzend aan de kruidtuin.

Mix and match

Er zijn twee belangrijke aspecten die van Ecce Homo een bijzonder tentoonstellingsproject maken. Ten eerste brengt de tentoonstelling niet alleen een uitzonderlijk aantal Belgische kunstenaars samen – oud en jong, gevestigd en opkomend – het biedt ook een verrijkende stadswandeling in Antwerpen. Het is een fijne manier om de binnenstad te verkennen, en enkele architecturale parels, zoals de neogotische Sint-Joriskerk en het Maagdenhuismuseum, te ontdekken. Voor die laatste, en het Museum Mayer Van den Bergh, geldt bovendien de vaste collectie oudere (veelal christelijke) werken als meerwaarde.

Sofie Muller, AL/XXXXVI/17, 2017, Ecce Homo, Antwerpen 

Ten tweede is Ecce Homo het resultaat van een bijzondere samenwerking tussen musea en galeries. Deze twee spectra van de kunstwereld worden al te vaak strikt van elkaar gescheiden, en delen niet noodzakelijk eenzelfde publiek. Toch blijkt een samensmelting in dit geval uiterst productief. De deelnemende galeries, Geukens & De Vil en marion de cannière, brengen heel wat kunstenaars aan, en schenken bovendien een gedeelte van de verkoopopbrengsten aan Human Rights Watch. De musea bieden dan weer een setting buiten de ‘white cube’, en een dynamische dialoog met de permanente collecties.

Ecce Homo is geen vrolijke tentoonstelling. Ze is niet nodeloos melancholisch of zwartgallig, maar raakt toch vooral aan de droefheid en zwaarte van het menselijk bestaan, aan de fouten, de toevalligheden, de vergankelijkheid. De schoonheid, kwetsbaarheid en herkenbaarheid van de meeste werken is roerend. De bezoeker herkent in haast elk beeld gemakkelijk universele menselijke kwaliteiten, of het nu gaat om liefde, tederheid, pijn of verdriet. Wat vooral mooi is, is hoe dit ensemble van werken, en vele werken op zichzelf, iets zeggen over de huidige samenleving, zonder aan politieke commentaar te raken. Het zijn geen protestwerken, het zijn toonbeelden van discretie en subtiliteit. Alle werken, en vooral Ecce Homo als geheel, doen een bescheiden esthetische oproep, zacht maar duidelijk hoorbaar, tot menselijkheid en empathie: zie de mens, maar vergeet vooral niet mens te zijn.

Ecce Homo. Zie de Mens, Antwerpen, 17.11.2017 – 25.02.2018  

Deelnemers: Philip Aguirre Y Otegui, Francis Alÿs, Charif Benhelima, Ruben Bellinkx, Fred Bervoets, Thomas Bogaert, Elke Andreas Boon, Michaël Borremans, Dirk Braeckman, Ricardo Brey, Cris Brodahl, Peter Buggenhout, Anton Cotteleer, Johan Creten, Berlinde De Bruykere,  Thierry De Cordier, Peter De Cupere, Ronny Delrue, Wim Delvoye, Peter De Meyer, Kasper De Vos, Johan De Wilde, Arpaïs Du Bois, Filip Dujardin, Jan Fabre, Kris Fierend, Michel Francois, Lara Gasparotto, Kendell Geers, Elizabeth Geerts, Karin Hanssen, Kati Heck, Haider Jabbar, Ann Veronica Janssens, Gideon Kiefer, Sophie Kuijken, Marie-Jo Lafontaine, Thomas Lerooy, Mark Manders, Kris Martin, Wesley Meuris, Sofie Muller, Otobong Nkanga, Panamarenko, Max Pinckers, Fabrice Samyn, Kelly Schacht, Johan Tahon, Sven ‘t Jolle, Luc Tuymans, Guy Van Boscche, Patrick Van Caeckenberg, Joris Van De Moortel, Philippe Vandenberg, Rinus Van De Velde, Emmanuel Van Der Auwera, Liza Van Der Stock, Anne-Mie Van Kerckhoven, Jan Van Imschoot, Jan van Oost, Jan Van Riet, Shirley Villavicencio Pizango, Sarah Westphal

Tamara Beheydt

schrijft over kunst, o.a. voor Glean

Recente artikelen