metropolis m

De Amerikaanse kunstenaar Joe Gibbons pleegde een bankoverval, waarna hij voor enkele maanden in de gevangenis belandde. Sommigen zagen de overval als een artistieke daad – hijzelf een tijdlang ook – maar achteraf denkt hij er toch anders over. Kunstverein Amsterdam presenteert de tekeningen die Gibbons in de gevangenis over zijn leven achter de tralies maakte.

Het is een spectaculair verhaal. Kunstenaar Joe Gibbons (1953, VS) die oudejaarsnacht 2014 een filiaal van Capital One Bank in Manhattan overvalt. De op dat moment 61-jarige man weet ongewapend geld te krijgen en zet het op een rennen. Het is net zo goed een sneu verhaal. Gibbons heeft het geld nodig en probeert dit op oneerlijke wijze te bemachtigen. In een interview met de New York Post geeft hij aan dat hij buiten het bankgebouw nog lange tijd heeft staan twijfelen of hij het de overval moest plegen, maar dat het acute gebrek aan slaapplek en eten de doorslag gaf. Binnen schuift hij een briefje onder de ogen van de bankbediende met daarop een eis voor biljetten van grote waarde, geen gps-trackers en geen verfbeveiliging. Met $1002 aan kleine biljetten verlaat Gibbons het bankgebouw. Hij vlucht naar een hotel dicht in de buurt van het bankgebouw, waar hij per telefoon aan een aantal vrienden en kennissen de overval opbiecht. Een van hen, een oud-student uit de tijd dat Gibbons nog doceerde aan prestigieuze M.I.T. Universiteit, maakt zich zorgen over de toestand van Gibbons en waarschuwt de politie. Op 8 januari wordt hij opgepakt in datzelfde hotel.

Hij wordt overgebracht naar de gevangenis op Rikers Island, in afwachting van een proces. Omdat het hem was gelukt om zonder al te veel moeite een bank te overvallen, vatte Gibbons het plan op om een handleiding te schrijven met de titel Robbing Banks for Dummies. Zijn vrienden wisten dit plan uit zijn hoofd te krijgen en geven hem potlood en papier als alternatieve tijdsbesteding. De serie tekeningen die tijdens zijn gevangenschap zijn ontstaan, draagt de titel Drawings from Rikers. Negentien van deze tekening zijn te zien in de Amsterdamse Kunstverein.

Het is makkelijk om de overval en het werk dat voortkomt uit de bestraffing van die daad te romantiseren. Sympathisanten hielpen hem door een crowdfundingsactie op te zetten, die met een opbrengst van $8799 profijtelijker bleek dan zijn eigen schreden op het boevenpad. Een kunstcriticus koesterde publiekelijk de hoop dat de overval het begin was van een nieuw project, waarmee hij de misdaad van een nobele gloed voorzag. Die is er natuurlijk niet. Het was een wanhoopsdaad, zeker niet iets dat gevierd of gekoesterd moet worden.

In een interview met The Paris Review gaf de kunstenaar, inmiddels weer op vrije voeten, aan dat hij de overval zelf lange tijd ook met die zalvende blik zag. Hierbij dacht hij aan de dichter Arthur Rimbaud, die de kunstenaar gebood om het gif te nemen en de waanzin te beleven en de bevindingen te rapporteren, zodat de doorsneeburger dat niet hoefde te doen. Gibbons voegde daar in het interview direct aan toe dat deze interpretatie hem nu voorkomt als pretentieus.

Wat het de kunstenaar in ieder geval bracht, was rust. Hij kreeg een dak boven zijn hoofd, en heel veel tijd om te doden. In die ruimte ontstaan de tekeningen. Deze zijn te verdelen in twee categorieën; eentje waarbij de kunstenaar het leven in de gevangenis probeert te begrijpen, in de ander lijkt de tekenaar meer te zoeken naar bevrijding en de wereld die wacht buiten de gevangenismuren.

Binnen die eerste categorie valt een tekening met de titel One ‘finger’ of Foxy Brown. In een paar simpele lijnen is een stuk plastic dat om gesmokkelde tabak is gedraaid getekend, daaronder kraste Gibbons de droge notitie dat dit kleine pakketje precies past in lichaamsholtes (designed for body cavity storage). De tabak werd in afgeknipte schoonmaakhandschoenen binnen gevoerd, om in de gevangenis voor een beetje genot te zorgen. Andere tekeningen documenteren het leesvoer van Gibbons. De omtrek van boeken is op papier overgenomen en de kaft nagetekend. Gibbons las in ieder geval Knausgård, Nietzsche, Orwell en de Bijbel. De tekeningen van de kaften documenteren het leesgedrag en zijn tegelijkertijd een vorm van pop-art, die de buitenkant op een droge, ongekunstelde manier overnemen.

Hoewel Gibbons aan twee kunstacademies afstudeerde, heeft hij nooit tekenlessen gevolgd of zich toegelegd op het tekenen. De Rikers tekeningen zijn de eerste werken in dit medium. Om een betere gelijkenis te krijgen met de dingen die hij voor zich had, gebruikte hij een simpele strategie; hij trok de contouren van een afbeelding op zijn tekenpapier over door een foto uit krant of tijdschrift tegen het gevangenisraam te houden en met potlood de afbeelding over te nemen op dun papier. Zijn cel werd een studio.

De afbeeldingen die hij overtrok vallen in de categorie wensbeelden. In de tentoonstelling valt daarbij op dat het vooral advertenties van dure horlogemerken zijn die voor deze tekeningen zijn gebruikt. In het interview met de bevriende kunstenaar Tony Oursler gaf Gibbons aan dat deze advertenties iets proberen te bieden wat voor bijna niemand bereikbaar is; de dure klokken zijn eigenlijk vooral statussymbolen die waarde krijgen louter vanwege hun geldelijke waarde. In de context van de gevangenis was het vooral de simpele tijdsaanduiding waarnaar Gibbons verlangde. Er hangen geen klokken, dus alleen aan de hand van het daglicht valt te raden hoe laat het is. Gibbons maakt een onderscheid tussen de verschillende behoeftes die een mens kan hebben, status, vrijheid, geld, werk. Die zich uiteindelijk manifesteert in gevangenschap.

Aan bijna alle tekeningen is te zien dat ze clandestien zijn gemaakt, sommige vellen papier zijn zichtbaar uit een boek gescheurd. Wat verder opvalt aan het maakproces is dat de tekeningen niet heel precies zijn. Het is voorstelbaar dat een gevangene met zeeën van tijd verleid is heel nauwkeurig te gaan werken. De lijnen zijn spontaan en definitief, er is geen spoor van gummen of verbeteren zichtbaar.

Het lijkt Gibbons daarom vooral te gaan om het weergeven van een proces dat hij meemaakte in gevangenschap. De isolatie en ook de wens om weer vrij te zijn. Van dat laatste geven de tekeningen van Kellog’s cornflakes kartons blijk, die wederom op ware grote zijn  geschetst. Na een maandenlang dieet van gevangenisvoedsel verlangde hij het meest naar deze ontbijtgranen, desnoods zonder melk, zoals hij interview Tony Oursler toevertrouwde.

Het zijn die tekeningen van alledaagse verpakkingen en advertenties in lifestylekaternen van weekendkranten die de kracht van de kunstenaar laten zien. Waar de originele pop-art kunst de banaliteit van de beeldcultuur die is gericht op verkoop zichtbaar maakte, voegt Gibbons er een element van hoop aan toe dat verder gaat dan het simpele verlangen naar consumptiegoederen. Het lijkt erop alsof die zin alleen duidelijk kan worden gemaakt vanuit een heel ander leven, een leven dat beperkt is tot een cel en een omheinde binnenplaats.

Of het adagium van Rimbaud moet worden gevolgd, valt te betwijfelen. Het offer is groot want het vraagt de kunstenaar zichzelf te vernietigen. De betekenis van de werken blijft dan ook klein, maar veelzeggend. Ze schetsen een leven.

De tekeningen zijn te zien bij Kunstverein Hazenstraat 28 Amsterdam.

Jorne Vriens

is kunsthistoricus

Recente artikelen