metropolis m

Victor Santamarina

De Master Fine Art van het Piet Zwart Instituut werkt voor de derde keer samen met Showroom Mama bij het organiseren van een eindexamenexpositie inclusief performance programma. Waar voorheen voor alle studenten een plek te vinden was in of rond de ruimte van Mama in de Witte de Withstraat, wordt dit jaar vanwege de groepsgrootte uitgeweken naar de haven van Rotterdam. In De Kroon, een voormalige elektrotechnische fabriek aan de Maas wordt het geheel gepresenteerd onder de titel Tripping Autonomy.

Sophie Bates, Women Eating On Camera, 2018, foto Ciska Meister, courtesy Piet Zwart Institute

In gesprekken met de kunstenaars wordt snel duidelijk dat ze goed getraind zijn in het vangen van hun werk in een discursief net. Ze zijn de afgelopen twee jaar kritisch geoefend en theoretisch gevoed met als gevolg een grote welbespraaktheid als het aankomt op de eigen praktijk. Dit maakt de kunst vaak complexer, gelaagd en grondig geborgd in een theoretische basis, maar in het slechtste geval raken heldere beeldende uitspraken verstrikt in een web van onnodig wollig taalgebruik. Wat opvalt aan deze lichting afstudeerders is dat ook het getoonde werk zelf bijzonder talig is. Van de vijftien kunstenaars presenteren er tien minstens één werk waarin taal in de vorm van geschreven tekst, film, voice-over of performance een belangrijk element vormt.

Soms raakt een krachtige beeldtaal bijna overruled door een narratief onderdeel, zoals in de presentatie van Alexander Iezzi. Zijn installatie Moral Butterfly Extractor bestaat uit een verzameling sculpturen die doet denken aan meubelstukken. Ze zijn opgebouwd uit materiaal dat lijkt op papierpulp, dat is aangedrukt met vuisten; de afdrukken staan er nog in. Daarop bevinden zich allerlei objecten, tekeningen en merkwaardige aangeklede poppetjes van bruin organisch materiaal. Zittend op de installatie kun je bladeren in kleine boekjes met poëtische tekst en kijken naar een film over aanraking getiteld Amygdal Hellion Torte. De werken zijn interessant, maar de talige onderdelen vragen zoveel concentratie dat de rijke installatie gereduceerd wordt tot lees en luister meubilair. Wellicht een bewuste keuze, maar helaas niet in een balans die de gedetailleerde installatie recht doet.   

Bij sommige kunstenaars vormt de combinatie van beeld en taal juist een meerwaarde. In een mottige kleedkamer achterin het pand schept Timur Akhmetov een sinister verscholen wereldje genaamd Grey Sky Made Me Orange. De schemerige kamer baadt in een zacht rood licht en voelt als een peeskamer of de schuilplaats van een junk. De geur van anijs rijst op uit troebel water in twee oude wasbakken. Tussen afval en oud meubilair staan een aantal rubberen sculpturen en schermen met zeer unheimische films opgesteld. De films zijn een aaneenschakeling van viezige beelden als een close-up van een man met een vochtig gezichtsmasker die ons aanstaart terwijl hij over zijn lippen wrijft, een kraai die aan roadkill pikt en een hand die net iets te sensueel een stoelpoot streelt. De verzameling creepy werken wordt omlijst door een onheilspellende voice-over waarin een onthoofd hoofd (!) poëtische uitspraken doet als ‘I wash your grease off with hot boiling water’. Hier weet tekst door middel van sfeer en inhoud de losse elementen tot een naargeestig geheel te smeden.      

Timur Ahkmetov

Timur Akhmetov

Victor Santamarina laat zijn sculpturen voor zichzelf spreken. Tijdens het maken van gipsen mallen raakte hij gefascineerd door de sculpturale kwaliteit van de mallen zelf. Het druipen, stapelen en vormen van de gips massa werd een doel op zich, waarbij de moedervorm alleen nog terug te vinden lijkt in de titels. In Santamarina’s objecten is de invloed van het samenvloeien van werk en privéleven terug te zien, die de hechte gemeenschap van het Piet Zwart instituut kenmerkt. Zijn sculpturen zijn ook onderdeel geworden van een sociale activiteit; hij voedt ze met elk een eigen cocktail die in de moules gegoten wordt en er langzaam uit sijpelt. Het is een mooi contrast tussen traditioneel en conceptueel materiaalgebruik, dat in zijn totaliteit ook een effectieve beeldende dialoog met de ruimte aangaat. 

De kunstenaars en curator Marloes de Vries hebben de industriële ruimte goed weten te benutten. De centrale hal leent zich voor een heldere en open presentatie van de grotere sculpturen en installaties, die duidelijk te onderscheiden zijn, al verdienen ze soms meer afstand tot elkaar. De werken hangen aan industriële kettingen of zijn gemonteerd op steigerpalen waardoor ze hun plek in deze locatie als vanzelfsprekend opeisen. Waar het geheel in de ruimte aardig werkt, is het tijdsaspect een stuk complexer. Gezien de narratieve aard van veel van de projecten vragen ze veel tijd en aandacht van de toeschouwer. Voor een expositie van deze bescheiden schaal is dat veeleisend; het enige alternatief is een onwenselijke selectiviteit. Mogelijk was dit probleem met een andere presentatievorm te ondervangen, maar de tijd en aandacht van een bereidwillig publiek wordt in deze tentoonstelling zeker beloond met een rijke ervaring.

Piet Zwart Institute Master Fine Arts, Rotterdam, t/m 15.07.2018 Meer info

Manus Groenen

is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Recente artikelen