metropolis m

Pim Smeets

De afstuderende kunstenaars van de Willem de Kooning Academie tonen zich zelfbewuste, kritische wereldburgers in de eindexpositie. De kunst is er motor van verandering. Helaas vallen er naast al dat engagement hier en daar wat steken in de presentatie.

Op het eerste gezicht lijkt de eindexamenexpositie van de Willem de Kooning Academie te Rotterdam op een beurs waar alle grote misstanden in de wereld aangekaart worden. Er zijn afstudeerprojecten over klimaatverandering (het verdwijnende koraal, het zinkende Venetië), de consumptiemaatschappij, onze problematische houding ten opzichte van ‘de ander’, ons excessieve mobiele telefoongebruik, ons naïeve social media gebruik, de toenemende mate van stress en depressie onder studenten en de verkeerde manier waarop ‘de vrouw’ in de media gerepresenteerd wordt (te sexy, te onderdanig en te perfect) – dit is slechts een greep uit de vele zaken die op de agenda staan. Het blijkt een generatie van klokkenluiders en activisten (en ze hebben natuurlijk gelijk).

Soms is de kritiek in your face, zoals bij de installatie Buy more care less van Marieke van Ouden, waarbij we op de loopbrug van blaak naar wijnhaven belaagd worden met schreeuwerige SALES-posters, borden en stickers. Het werk is agressief en onsubtiel, precies zoals de SALE-reclames die ze tot onderwerp van haar kritiek heeft genomen. De toevoeging van de droogkloterige stem die ons op alle kortingen en aanbiedingen wijst, geeft het geheel een komisch randje. Hoewel de presentatie wat vlak is, maakt ze een geslaagd punt over het ziekelijke koopgedrag.

Door meerdere studenten wordt er kritiek geuit op de mate waarin iedereen tegenwoordig vast gekleefd is aan zijn of haar mobiele telefoon, zo ook door Rosa Smit. Ze vindt het zonde dat we op deze manier veel (mooie) zaken missen die zich in onze omgeving voordoen. In plaats van tegen het gebruik van de telefoon in te gaan, nodigt ze de bezoeker uit om hun mobiel ter hand te nemen op zaklampfunctie en zo haar verduisterde installatie te betreden. Binnen creëert het felle licht, gericht op de drie ingrepen in de ruimte, een mooi schaduwspel. Het werk is eenvoudig, in de trant van de werken van de Nul-groep, maar zeker poëtisch, en ze bereikt haar doel: voor even ga je helemaal op in je directe omgeving.

Felix Leenders

Bij het strak vormgegeven reisbureau voor einde van de wereld reizen (inclusief website) is de kritiek ludieker van toon. Wat nou als reizen naar het einde van de wereld een reisthema kon worden? Felix Leenders bedacht het idee voor een reisbranche met reizen naar Venetië (De stad die steeds meer op Atlantis begint te lijken), Krakau (De draak van Krakau is terug in de vorm van Smog), Tabernas (De woestijn die Europa komt binnenvallen) en de Alpen (Het komt eraan, een groene kerst in de Alpen) om ons bewustzijn rond duurzaamheid en klimaatverandering te vergroten. Al onze biënnale reisjes doen de aarde namelijk geen goed, misschien volgend jaar toch met de trein naar Venetië? In met zorg samengestelde brochures, website, logo en fysieke reisbureau wordt Leenders’ punt op wrange wijze helder.

Alrieke van Liere

Soms leidt de kritiek al tijdens de studie tot daadwerkelijke verandering. Alrieke van Liere uitte met haar project Nederl-anders kritiek op de representatie van ‘de Nederlander’ in de inburgeringscursus. Volgens haar geeft de oefenstof en het examen een schrijnend gedateerd en achterhaald beeld van de Nederlandse samenleving (van het type: iedereen is hetero, de dokter is een man, de vrouw zit thuis). ‘Ik ben voor inburgeren, maar tegen inburgeren in een land dat niet bestaat’, aldus Van Liere. Inmiddels heeft de politiek aangegeven te gaan zorgen voor een actueler beeld.

Helaas blijven de meeste projecten van dit kritische kaliber steken in een soort presentatiemodus van onderzoek. De kritiek die ze maken komt over, maar beeldend had het allemaal wel wat spannender gemogen, en dat is zonde.  

Computer Vision & Data processing

Een tweede tendens die opvalt is dat er veel onderzoek wordt gedaan naar nieuwe digitale technologieën zoals Computer Vision en data profiling. Sanne Schilder kijkt door de ogen van Computer Vision naar de wereld en vraagt zich af of deze nieuwe manier van kijken het veld van de fotografie – en ons begrip van de wereld – kan verrijken. De beelden die ze in Machine Objectivity en Making Meaning of the Sun toont lijken weliswaar op fotografie, maar blijven cryptisch. Waar kijken we precies naar? Ons onvermogen om de taal van de computer eigen te maken, maakt haar onderzoek naar Computer Vision des te urgenter, vooral nu de technologie steeds meer deel wordt van onze realiteit.

Ook Arthur Boer en Boris Smeenk doen met hun project Make Believe onderzoek naar Computer Vision. Ze bouwden zelf een camera waarin twee algoritmes aan het werk zijn. Simpel gezegd detecteert een van deze algoritmes objecten of subjecten in het beeld (een persoon, een hond), terwijl het tweede algoritme patronen uit de directe omgeving van het object/ subject leest (bijvoorbeeld de stoeptegels, een plas water, groene omgeving). Tezamen creëren ze een nieuw beeld, waarin de figuur gedetecteerd en verwijderd wordt en ingevuld wordt door de patronen van zijn directe omgeving. Dit proces heet in-painting en is afkomstig uit de restauratie praktijk. In het werk van Boer en Smeenk wordt alleen het uiteindelijke beeld opgeslagen, de input verdwijnt. Het levert vreemde beelden op, waarin het leven lijkt te zijn weggevaagd.

Caio Vita

Caio Vita focust zich in Imprecisely Human net als Boer en Smeenk op algoritmes die getraind zijn om visuele data te identificeren, analyseren en te dupliceren. Met Imprecisely Human laat hij zien dat beelden, zoals die van het menselijk lichaam, altijd in bepaalde mate gestandaardiseerd en geabstraheerd moeten worden alvorens ze door (andere) machines gelezen kunnen worden. In dit systeem wordt dus alles wat afwijkt niet gelezen. Hij vraagt zich af waar deze grens ligt, en wat gebeurt er als wij straks niet meer te ‘lezen’ zijn? Wanneer stopt een menselijk lichaam menselijk te zijn?

Pim Smeets

Tot slot brengt Pim Smeets met zijn afstudeerwerk de absurditeit van data profiling aan het licht. Hij ontwikkelde algoritmes die voorspellingen doen over mensen op basis van hun voortuintje. Het onderzoek, waarvoor hij een week lang data verzamelde in de meest diverse straat van Nederland (de Oldenzaalsestraat in Enschede), levert uitkomsten op in de vorm van absurde poëzie of wellicht beter poëtische absurditeit: ‘Mensen met een hortensia en een Franse vaas in de voortuin doneren aan de hartstichting en poetsen hun tanden met Prodent’ of ‘Mensen met een Digitalis Purpurea, Geraniums en een deurmat steunen Unicef en eten yoghurt als ontbijt’. Door de voortuin als dataprofiel te gebruiken, laat hij zien hoe data profiling werkt en hoe absurd de uitkomsten kunnen zijn. Hoewel de technologische ontwikkelingen in velden als Computer Vision zich in rap tempo voltrekken, weten de meesten van ons hier vrij nog weinig vanaf. De studenten van de WdKA lijken met hun projecten vooral een verkennende en kritische positie in te nemen. Er blijken vele haken en ogen aan te zitten, waarvan we ons bewust moeten zijn. 

Persoonlijk

Er zijn ook enkele projecten die meer persoonlijk van aard zijn en die gaan over iemands achtergrond, identiteit of persoonlijke interesses. Uitschieters in deze (zeer kleine) groep van werken vond ik de installatie van Najendra (Nash) Caldera en de korte animatiefilm van Rümeysa Önal. De Curaçaose Caldera laat ons met haar afstudeerwerk Identidat Tapá (wat in het Nederlands vertaalt naar verborgen identiteit) kennismaken met de spirituele en religieuze tradities van haar thuisland – het katholicisme en brua – en santería, een religie die ze tijdens een bezoek aan Cuba onderzocht. Ze presenteert een installatie die bol staat van rituelen, tradities en persoonlijke verkenningen van beide.

Najendra (Nash) Caldera 

Performance van Najendra (Nash) Caldera en Jorge Coffie

Op vrijdag tref ik het, want dan voert ze samen met Jorge Coffie – die met zijn afstudeerproject Kas Di Mariku bewustzijn wil creëren voor het kwetsende effect van het gebruik van het Papiaments woord ‘mariku’ (homo of mietje) – een performance op. Staand voor de academie smeert Caldera zich in met wit kalkachtig poeder (symbool voor het aanpassen aan de Westerse, blanke maatschappij?), terwijl Coffie zich insmeert met goud (symbool voor zijn homoseksualiteit/ queerness?). Terwijl een man zeer genderbevestigende stukken uit de bijbel voorleest, “that at the beginning the Creator made them male and female”, gooit hij water over hen heen. Door het water spoelt de witte waas bij Caldera als vanzelf van haar lichaam af, terwijl bij Coffie het goud stug blijft zitten. Je kunt je identiteit weliswaar aanpassen aan nieuwe omstandigheden, maar veranderen of uitwissen kun je deze nooit. Gelukkig maar.

De korte animatiefilm Hayat (Life) van Rümeysa Önal vertelt in prachtige kleurrijke beelden het verhaal van een vader die zijn dochtertje voor de dood wil beschermen. Önal baseerde haar werk op de bekende Turkse mythe over de Kiz Kulesi toren, die in Istanbul in de Bosporus zeestraat ligt. Volgens deze mythe krijgt de vader een droom waarin hij gewaarschuwd wordt voor de dood van zijn dochter. Om haar te beschermen sluit hij haar op in een hoge toren middenin zee. De dochter sterft desalniettemin. Önal herinnert zich hoe schokkend ze het als kind vond dat dit het einde van het verhaal was. Het was zo anders dan dat ze van Westerse sprookjes en mythen gewend was.

Filmposter van Rümeysa Önal

In het Midden-Oosten gelooft men dat ieder levend wezen een bepaalde tijd op aarde heeft toebedeeld gekregen. Wanneer deze tijd om is, ga je dood. Daar is niets aan te doen, ook niet als je een machtig sultan bent, zoals de vader in de mythe van Kiz Kulesi. Het is daarom in het Midden-Oosten ook niet vreemd als de hoofdpersoon van een verhaal dood gaat. Dood is deel van het leven, het is een berusting in het lot. Önal laat de film aanvangen met een uitspraak van de dichter Rumi: “Not the ones speaking the same language but the ones sharing the same feeling understand eachother”. Het is een prachtig werk, met een prachtige boodschap. En hoewel we soms inderdaad niets anders kunnen dan ons lot te accepteren, zijn er andere zaken waar gevochten moet worden. De nieuwe lichting kunstenaars van de WdKA maakt zich in elk geval hard voor verandering.

Een overzicht in beeld

HALF AUGUSTUS VERSCHIJNT METROPOLIS M NUMMER 4 2018 EINDEXAMENS. MET PORTRETTEN VAN 40 VAN DE BESTE KUNSTENAARS VAN DE KUNSTACADEMIES UIT NEDERLAND EN BELGIË. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT KRIJG JE HEM GRATIS IN HUIS. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr.4)

Alle foto’s door Debbie Broekers

Willem de Kooning Academie, Graduation Show, t/m 08.07.2018

Debbie Broekers

is kunstcriticus en kunsthistoricus

Recente artikelen