metropolis m

Neo Matloga

De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst is vernieuwd, met Koninklijke goedkeuring. In plaats van vier zijn er voortaan drie winnaars, die elk iets meer prijzengeld krijgen: 9000 euro. Er zijn ook minder nominaties, voortaan nog maar twaalf, naast de drie winnaars.

Het is niet echt een paleisrevolutie die hier wordt afgekondigd, maar juryvoorzitter Paula van den Bosch heeft er hooggespannen verwachtingen bij. Ze wilde de prijs ‘schaarser’ maken, zodat zij die hier zijn uitverkoren iets meer de spotlights op zich gericht weten. In de eindpresentatie mogen de prijswinnaars drie werken tonen, de 12 runner-ups elk twee (voorheen was dat één werk).

De hoop is dat de Prijs met nieuwe glans op iets meer interesse kan rekenen, vooral onder de jonge schilders, want die laten het de laatste jaren enigszins afweten, begrijp ik. Tijdens de voorbezichtiging valt een paar keer het getal achthonderd inzendingen in 1985. De afgelopen jaren zijn er steeds ‘slechts’ omstreeks 230 inzenders. Ook dit jaar. 

230 schilders van onder de 35. Ik vind het best veel, maar de juryvoorzitter denkt dat het schilderpotentieel veel groter is – waar ik, als je het mij vraagt, zo mijn twijfels bij heb, gezien de tanende belangstelling voor het medium op kunstacademies.

Maar of het er nu veel of weinig zijn, ook bij 230 deelnemers moesten de juryleden flink wat werk verzetten. Ze moesten 230 x 8 schilderijen wegklikken: 1840 plaatjes. En die stroom moest in twee sessies worden ingedikt tot de 15 x 2 schilderijen, die nu in het Paleis op de Dam te bezichtigen zijn. Ik weet dat een kleine 2000 plaatjes wegklikken peanuts is voor de instagrammer van vandaag, maar mij lijkt het een hele opgave. Vooral als er over die schifting steeds inhoudelijk gediscussieerd moet worden, wat de jury uitgebreid heeft gedaan, zo wordt mij verzekerd.

Op mijn vraag of de jury bij de ombuigingen van de Prijs ook heeft gediscussieerd over de definitie van schilderkunst, wat daar wel en niet onder valt, krijg ik te horen dat dat een gepasseerd station is. Vragen over wat wel of niet schilderkunst is leven totaal niet onder de inzenders, die, moet gezegd, inderdaad stuk voor stuk lekker onbezorgd met verf en kwast bezig zijn. Lastige definitiekwesties aan de wilgen hangen maakt het leven een stuk overzichtelijker, en de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst ook.

[blockquote]Vragen over wat wel of niet schilderkunst is leven totaal niet onder de inzenders, die, moet gezegd, inderdaad stuk voor stuk lekker onbezorgd met verf en kwast bezig zijn

Om maar direct met de deur in huis te vallen. De winnaars dit jaar zijn Raquel van Haver (voorheen RaQuel, maar die rare Q is ze ineens kwijtgeraakt), Neo Matloga en Sam Hersbach. Waarmee de editie van dit jaar ‘inclusiever’ is dan ooit en ook figuratiever. Ze heeft zowaar een sociaalrealistisch accent, en wordt zelfs een ietsiepietsie politiek. Empathisch politiek, dat wel, de revolutie wordt niet echt gepredikt. We worden meegezogen in levens van anderen die, bij wijze van spreken, niet in de omstandigheid zijn om schilderijen in te sturen voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst, of om, net als wij, die tentoonstelling vervolgens te bezoeken.

Vooral Neo Matloga maakt indruk, zoals zijn werk al indruk maakte afgelopen Open Studios op De Ateliers. Matloga verwerkt foto’s in zijn werk tot geschilderde collages, met vrij extreme expressiviteit. Hoewel hij zelf zegt graag het huiselijk geluk te schilderen, dat hij ondanks tegenslag thuis in Zuid-Afrika heeft meegemaakt, zie ik vooral sociale worsteling en een wat wrange vervreemding in beeld gebracht.

Neo Matloga

Neo Matloga

Het plotselinge succes van Raquel van Haver, later dit jaar ook te zien in het Stedelijk, verrast me, gezien de aard van de schilderijen, die naar Nederlands kunstbegrip nogal recht voor z’n raap zijn. Het ligt er nogal dik bovenop bij haar (hehe), maar het werk is wel ongemeen karakteristiek. Dikke pasteuze voorstellingen van figuren uit de sociale onderklasse: hoeren en madammen, toiletjuffrouwen en hangjongeren. Van Haver grijpt het leven bij de kloten, dat moet je haar meegeven, met huid en haar. 

Raquel van Haver

Raquel van Haver

Een verrassing voor mij is de derde winnaar: Sam Hersbach, die geestige hedendaagse mythologische fantasieën uitwerkt, in een wat cartooneske stijl. Van alle deelnemers is hij hier nog het meest op zijn plaats, in dit paleis, te midden van al die grootse allegorieën hoog aan de muur.

Eigenaardig toch dat er in de hedendaagse schilderkunst zo weinig met mythes gedaan wordt (er is, vermoed ik, te weinig belangstelling voor op scholen en kunstacademies), terwijl de hedendaagse cultuur er wel aanleiding toe geeft. Laten we hopen dat de uitverkiezing van deze prijswinnaar een ommekeer van deze desinteresse inhoudt en ons in de toekomst een golf aan nieuwe kunstenaars op gaat leveren die de wereld door mythologische bril gaan bezien. Want laten we wel zijn: zet de tv aan en je ziet een wereld die grotesker is dan menig mythe ons wil doen geloven.

Sam Hersbach

Sam Hersbach

Op mijn vraag aan Paula van den Bosch of de jury met haar selectie nog iets heeft willen zeggen, volgde een ontwijkend antwoord. Niet echt, zei ze, het gaat om de stimulering van bijzonder talent. Maar ik zie toch wel een sterk statement in de selectie van dit jaar: de keuze voor het sociaal realisme van Hollandse bodem, met ook nog eens enkel figuratieve kunst onder de winnaars (dat is volgens mij ook nog niet vaak gebeurd bij deze prijs).

Van mij mogen er meer jaren als dit gaan volgen.

En hier the best of the rest:

Links Gian Wu Bai, rechts Rosa Johanna

Juliaan Andeweg

Esteban Gabeza de Baca

Afra Eisma

Ricardo van Eyk

Naomi Mitsuko Makkelie

Sander van Noort

Daniel van Straalen

Wouter Paijmans

Erik-Jan van der Schuur

Inez de Brauw

Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2018, Paleis op de Dam, 6.10 t/m 11.11.2018 

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen