metropolis m

Julio Le Parc , Lumière alternée, 1966 

Actie <-> Reactie in de Kunsthal in Rotterdam is een overtuigende crowd pleaser vol snelle ‘kicks’. Maar je moet de catalogus lezen om dat eigenaardige fenomeen van honderd jaar kinetische kunst beter te begrijpen.

Wat moet het mooi zijn om weer een puber te zijn die niets van kunst moet hebben, tot je geconfronteerd wordt met iets spannends waardoor je in één klap om bent. Actie <-> Reactie zou heel goed zo’n moment kunnen zijn: een grote groepsexpositie met kinetische kunst dat een historisch overzicht van die beweging wil geven. In de Kunsthal lopen op het moment van mijn bezoek opvallend veel middelbare scholieren rond. Sommige hebben zich verzameld in groepjes die zichzelf en elkaar fotograferen, met de kunstwerken als achtergrond. Anderen zijn duidelijk gefascineerd geraakt door een werk, hebben zich losgemaakt van de groep, en vergapen zich in hun eentje aan de kunst. Beide houdingen zijn begrijpelijk, want veel van het getoonde werk is spectaculair. Ondertussen knaagt er bij mij iets.

Gianni Colombo, Spazio Elastico, 1967 

Jesús Rafael Soto Pénétrable de Lyon, 1988, foto Fred Ernst

Een greep uit het aanbod: bewegende lichtprojecties, kamers met monochroom licht, een ruimte met een schijnbaar eindeloos spiegelvloer en -plafond. Van bescheidener aard zijn op art schilderijen met letterlijk duizelingwekkende patronen. Ook voor de doorgewinterdere kunstliefhebbers zijn er verbazingwekkende momenten waarop je alleen nog ‘wat de fok’ kunt uitbrengen. Takis’ schilderij/assemblage-hybride Mur magnétique (1961-1972) is er zo een: draden, door de lucht gespannen met magneten eraan, met daaraan weer magneten die aangetrokken worden door magneten ín het doek. Een andere persoonlijke favoriet is Marthe Boto’s Microcosmos (1970), een verzameling glazen schijven waarop chromen ballen ronddraaien. Die lijken in een eindeloze kringloop van boven naar beneden te rollen, steeds op een nieuwe schijf. Bij nadere beschouwing blijken ze helemaal niet te vallen, maar blijven ze op dezelfde hoogte rondjes draaien. Het is optisch bedrog, maar ook als je het trucje doorhebt, blijft de installatie mooi om naar te kijken.

In weerwil van de ondertitel – 100 jaar kinetische kunst –, is de tentoonstelling transhistorisch opgebouwd: associatief en niet-chronologisch. De onderverdeling geschiedt op basis van thema’s als licht, vibratie en instabiliteit. Die keuze levert soms mooie beeldrijmen op, zoals een schilderij uit 1912 van de futurist Giacomo Balla schuin tegenover de installatie Mechanisches Ballett (bedacht in 1966, pas uitgevoerd in 2015) van Zerokunstenaar Heinz Mack: ze zijn beide grotendeels opgebouwd met langwerpige, driehoekige figuren. Tegelijkertijd is het een vrij problematisch duo: het ene werk wekt de suggestie van beweging en het andere is daadwerkelijk bewegende kunst. Toch, afhankelijk van de definitie van kinetische kunst die je aanhangt, kunnen ze allebei als zodanig beschouwd worden (hoewel Balla toch zo goed als altijd tot de futuristen wordt gerekend). In kinetische kunstwerken staat beweging centraal maar dat kan soms ook enkel de illusie van beweging zijn.

De kunstenaars die tot kinetische kunst worden gerekend, worden echter vaak (óók) ingedeeld bij andere stromingen en bewegingen. Actie <-> Reactie toont werk van kunstenaars die in verband zijn gebracht met of behoren tot het futurisme, op art, Zero, minimalisme, enzovoort. Dergelijke indelingen zijn veelal discutabel – en daarmee kinetische kunst als stroming óók. De Kunsthal is echter behoorlijk zuinig met achtergrondinformatie en een echt ‘verhaal’ ontbreekt. Gezien het nogal ongedefinieerde karakter van de kinetische kunst was die overkoepeling erg welkom geweest. Nu voelen zowel de expositie als veel van de afzonderlijke kunstwerken wat vrijblijvend aan: tof, maar er lijkt weinig áchter het spektakel te zitten – een te losse verzameling kicks.

Gelukkig zorgt de catalogus voor de nodige verdiepingsstof. De eerste helft van de publicatie is volgens dezelfde thema’s als de expositie ingedeeld, al even losjes en associatief, maar het tweede deel biedt zogeheten dossiers die verder ingaan op diverse kunstenaarsgroepen en een aantal belangrijke kinetische kunstexposities uit het verleden. Ook een tweetal langere essays gaan dieper op de stof in. Door die opzet raakt de achtergrondinformatie redelijk versnipperd, maar uiteindelijk biedt het boek bijvoorbeeld het verhelderende citaat van Zero-kunstenaar Otto Piene: ‘[Zero] is geen stijl, het is geen groep, het is geen beweging. […] Het is een zienswijze.’ Vervang Zero door kinetische kunst en het lastige van het geven van een sluitende definitie daarvan is perfect onder woorden gebracht.

Het is geen stijl, het is geen groep, het is geen beweging. […] Het is een zienswijze

Žilvinas Kempinas, Beyond the Fans, 2013.

Heinz Mack, Mechanisches Ballet, 1966-2015

Conrad Shawcross, Slow Arc Inside a Cube IV, 2009 

Uiteindelijk tekenen zich – in het boek trouwens sterker dan op zaal – de grote (historische) lijn van Actie <-> Reactie af: het pionierswerk van de historische avant-garde, dat herontdekt wordt in de jaren zestig en zeventig, en vervolgens door kunstenaars van daarna die zich door die voorgangers hebben laten inspireren. De jongste deelnemers aan Actie <-> Reactie zijn veertigers als Conrad Shawcross en Žilvinas Kempinas; het werk van iemand als Matthijs Munnik (1989) zou overigens niet hebben misstaan, al is het maar om te laten zien dat je de kinetische  lijn nog wat langer kunt doortrekken. Ook komen zijdelings de wetenschappelijke ontdekkingen aan bod – met name de wisselwerking tussen oog en hersenen – waardoor de kunstenaars zich lieten inspireren.

In de catalogus wordt overigens meerdere keren aangehaald dat die wetenschappelijke onderbouwing bedoeld was om subjectiviteit uit te sluiten bij zowel kunstenaars als toeschouwers: geen expressie van emoties van de eersten, en de laatsten zien allemaal hetzelfde. In andere woorden, kinetische kunst zou objectieve perceptie nastreven. In de inleidende zaaltekst wordt echter beroep gedaan op de verbeeldingskracht van de bezoekers – een heel andere zienswijze. Die opmerking onderstreept dat het de Kunsthal niet gaat om een sluitende kunsthistorische uiteenzetting, maar om plezier, om de onderdompeling in spektakel. Daardoor lijkt Actie <-> Reactie soms wat op een grootschalige actiefilm: zolang je je mee laat slepen, vallen plotgaten nauwelijks op en heb je een leuke middag, niet meer en niet minder. Soms moet je je verstand even uitzetten.

Actie <-> Reactie. Honderd jaar kinetische kunst, Kunsthal, Rotterdam, t/m 20.01.2019

Maarten Buser

is dichter en kunstcriticus

Recente artikelen