metropolis m

Untitled (White Glitter), Ann Veronica Janssens, 2016, courtesy de kunstenaar en Alfonso Artiaco Gallery, Napels, foto: Peter Cox

Met licht, kleur en ruimte, wordt in het werk van Ann Veronica Janssens een spel gespeeld met waarneming en werkelijkheid. In haar eerste grote Nederlandse solo creëert ze een ruimte vol kleurrijke mist die je de moed geeft mentaal los te durven laten. Eenmaal buiten schreeuwt de realiteit je confronterend tegemoet, maar zie je scherper dan voorheen.

‘Je wacht op mijn sein in de mistvrije ruimte. Pas daarna mag je de tweede deur openen’, vertelt een suppoost van museum De Pont. We staan achter elkaar in een keurige rij. Twee aan twee mogen we de ruimte betreden. Na enkele seconden in de tussenruimte lopen we verder, de mist tegemoet. De suppoost achter ons waarschuwt nog snel voor natte schoenen, verzekert ons niet te gaan breakdancen en wijst ons op de muren, als handvatten voor het zoeken naar de uitgang. Eenmaal binnen in Blue, purple and orange (2018) zie je niks. Een zachte mist is overal en als enige aanwezig. Kijkend naar je handen en voeten, lichaamsdelen waar je vaag op scherp kunt stellen, begeef je je in een extase van kleur. Hoe ver je kunt lopen is onduidelijk, maar langzaam onderscheid je in de verte een schim en kun je een plafond herkennen. Ondanks het verdere niks en een onbestemd gevoel, krijg je als mens weer een beetje controle terug. Je dwaalt van blauw in paars en oranje en ervaart enkel deze tijdelijke roes.

Het is de eerste grote solotentoonstelling in Nederland van de Belgische Ann Veronica Janssens en ongetwijfeld niet de laatste. De door haar gecreëerde werkelijkheid is niet als statisch beeld te lezen en vormt een merkwaardige entiteit binnen het museum. Ondanks het grotendeels serene karakter van het werk, geplaatst in een ruimte met hoge wanden en werken uit de permanente collectie rondom, is het overweldigend en groots. Het dwalen in de kleurenmist voelt als het fysiek betreden van een regenboog, al is het maar voor even. Ik moet denken aan de term terror die Edmund Burke in 1757 introduceerde, als een dreiging van angst dat er iets ophoudt te gebeuren. Je wordt geconfronteerd met iets, en dit ‘iets’ zou je wat aan kunnen doen. Het is vergelijkbaar met het gevoel van dreiging dat opkomt wanneer je Janssens ruimte betreedt, maar wanneer die dreiging wegebt, maakt het plaats voor plezier, of zelfs lust. Blue, purple and orange geeft je dit gevoel, en de moed mentaal los te durven laten. Het werk is groot en krachtig, maakt ons sprakeloos en laat ons verontrusten. En eenmaal buiten, beginnen we te twijfelen: wat was dat eigenlijk dat wat ik heb gezien? Voor Burke vormt dit de omschrijving voor de definitie van het sublieme. Janssens werk komt heel dichtbij.

De Pont exposeert Janssens werk in twee aparte delen van het museum, gescheiden door de tuin. In beiden delen intervenieert het werk de ruimte en gaat het een spel aan met de toeschouwer die deze betreedt. Beide delen plaatsen je in een context die het ongrijpbare beleefbaar maakt, maar doen dit met een verrassend eigen beeldtaal. In het eerste deel, achterin de centrale tentoonstellingsruimte van museum De Pont, kan Janssens werk beschreven worden als harmonisch, poëtisch en transparant. Het werk staat hier in een samenhangend dialoog met de nabije ervaringswerken van James Turell (Wedgework III, een installatie van fluorescerend licht) en Jan Andriesse (Regenboog, een pastelkleurig schilderij van acrylverf op linnen). In dit deel van het museum worden je zintuigen subtiel en interpretatief geprikkeld, met name het zicht. De kunstenaars nemen je mee in zintuiglijke ervaringen, waar Janssens zich onderscheidt door diverse toepassingen van ongebruikelijke mediums als nevel, mist, glinsterend polyester en alcohol. Kleine ingrepen en grote gebaren zijn door Janssens herenigd.

Een van de werken die hier wordt getoond, Gaufrette Sequence n ᵒ2 (2018), bestaat uit zes verticale rechthoeken van getemperd glas en pvc filter, leunend tegen een witte muur. Wanneer je een meter verplaatst verandert de optische kleurwaarneming van de vorm door het weerkaatsende daglicht dat binnentreedt via het plafond. Waar je frontaal naar zes rechthoeken kijkt, spiegelen deze zich van zijperspectief tegen de achterwand. Het werk is hier geen rechthoek noch een plaat, maar vormt een kleurendriehoek van schaduw samen met die muur. Een nieuw beeld ontstaat, al dekt het begrip ‘beeld’ de ervaring niet. Eerder is het een immateriële figuur die elk moment van de dag anders zal zijn. Het werk toont, zoals de tentoonstellingstekst beschrijft: ‘hoe gekleurd glas in een ruimte lichtinterventies kan creëren die veranderen naar gelang het licht van de dag en de seizoenen.’ Gaufrette Sequence n ᵒ2 geeft ons ruimte om ons opnieuw te verhouden tot fundamentele zaken die we dagelijks waarnemen maar nooit echt kunnen vangen: de weerkaatsing van licht en het zien van kleur.

Gaufrettes, Ann Veronica Janssen, 2016, courtesy de kunstenaar, foto: Peter Cox

Gaufrettes, Ann Veronica Janssens, 2016, courtesy de kunstenaar, foto: Peter Cox

Naast het werk staan vijf aquaria: Estriado (2018), Yellow yellow (2010-2018), Blue Hawaii (2018), Golden Dream (2011-2015) en Pink Coco Lopez (2010-2018) laten zich associëren met een transparante sokkel en bestaan uit drie delen: een witte onderlaag, een glazen tussenlaag en een gekleurde bovenlaag. De bovenlaag is van de zijkant maar een pennenstreep zo dun, waar de laag van de vogelperspectief een intense kleur aanneemt. De kleurlaag is gemaakt van paraffine en glas en wekt de indruk van vloeistof dat drijft op water. Bij binnenkomst in het museum is hierover te lezen: ‘Het aantal variaties in vorm en kleur blijkt verassend groot. Het is als bij de schilderijen van Mondriaan die, met horizontale en verticale lijnen en primaire kleuren, eindeloos varieerde. Maar bij Janssens voltrekken die veranderingen zich voor het oog van de beschouwer in één kunstwerk en in drie dimensies.’ Ik loop naar links. De sokkel bekent geen kleur maar vormt een transparant beeld. Rechts straalt Pink Coco Lopez juist felroze en Yellow yellow knalgeel, zo sterk als fluorescerende veiligheidsjassen in het donker.

Janssens’ werken vangen ongrijpbare fenomenen door deze te verstillen, maar laten deze verstilling tevens bewegen in continue interactie met de toeschouwer. Vanuit een diepgewortelde interesse in architectuur – eerder wilde de kunstenares architectuur studeren –  is ruimte een vertrekpunt voor het creëren van nieuwe belevingen. Het tweede deel van het museum, een geheel verduisterde ruimte, opgedeeld in drie kleinere ruimtes met een pad rondom, wekt de indruk van een geluidloze discovloer. In de gangen bevinden zich een tiental DMX projectoren die in een snel tempo van kleur wisselen en een kleurscenario op de muur spelen. In een van de ruimtes staat een projector. Het licht afkomstig uit de projector splitst de ruimte in twee delen en creëert een driehoek van nevel: een immateriële figuur waar je doorheen kunt lopen. Untitled (Light Beam) (2002) ervaar je van verschillende perspectieven, precies wat Janssens met haar werk beoogt: het prikkelen van onze individuele impressie van de wereld en ons deze laten bevragen.

In een interview met zegt Janssens: 'I think we’re overloaded with information, things go too fast. We don’t give ourselves enough time.' Het is die overload waar haar werk een reactie op vormt

Blue, purple and orange, Ann Veronica Janssens, 2018, courtesy the artist and Esther Schipper, Berlin, foto: Peter Cox

RR Lyrae, Ann Veronica Janssens, 2014, courtesy de kunstenaar en Esther Schipper, Berlijn, foto: Peter Cox

Janssens zoekt in museum De Pont naar de betekenis van haar beeldende interventie binnen een bepaalde ruimte. Dit doet zij op twee manieren. Waar deel één lichtheid en concentratie ademt, is deel twee heviger en ietwat opdringerig. Zo wisselt een rechthoekige projectie in snel tempo van grootte en kleur. De flikkering en beweging van de figuur doet denken aan knipperende reclameborden in een postmoderne stad. Toch is ook dit werk zo bewust uitgebalanceerd, dat de afzonderlijke ruimtes kunnen worden ingezet om aan deze samenkomst van indrukken te ontglippen. We bevinden ons ergens tussen postmodernisme en poëzie, lopend tussen de mogelijkheden van ‘materie’ waar we ons dagelijks mee voeden, ook in de nacht, wanneer de zon is verdwenen en neonlichten branden. In een interview met Louisiana Channel zegt Janssens: ‘I think we’re overloaded with information, things go too fast. We don’t give ourselves enough time.’ Het is die overload waar haar werk een reactie op vormt. 

De wereld van Janssens is een niemandsland waar je de tijd hebt om in en uit te ademen, compleet te verdwalen, waar je nog een keer in je ogen wrijft om goed te kunnen zien en pas later bedenkt wat je nu eigenlijk hebt gevoeld, daar binnen.

Ann Veronica Janssens, De Pont, Tilburg, t/m 31.03.2019

Liza Voetman

is schrijver en kunstcriticus

Recente artikelen