metropolis m

Zaaloverzicht Diagrams of Power, werk van Lize Mogel, tentoonstelling Onomatopee, Eindhoven

Het boek Diagrams of Power, uitgegeven door Onomatopee, laat zien hoe kaarten geen objectieve representaties van de wereld zijn maar juist uiterst subjectief gekleurd. Kunstenaars weten er wel raad mee.

Recent verscheen Diagrams of Power, een nieuwe publicatie van Onomatopee. Diagrams of Power licht kunstwerken en projecten uit waarin datavisualisatie zoals kaarten en diagrammen centraal staat. Deze worden door de geselecteerde kunstenaars ingezet om alternatieven te bieden op de status quo en gemarginaliseerde waarheden soms letterlijk op de kaart te zetten. De ondertitel ‘visualizing, mapping, performing resistance’ maakt al duidelijk dat het in kaart brengen van dingen niet zo eenvoudig is als het wellicht lijkt.

Na een klein aantal pagina’s blijkt al hoe verschrikkelijk subjectief mapping is. Het boek brengt vervolgens via interviews, paneldiscussies en werkbesprekingen in kaart op welke manieren hiermee omgegaan wordt. Gevestigde waarheden worden onderuit gehaald en ingeruild voor ondergesneeuwde narratieven en gemarginaliseerde bevolkingen.

Daarnaast komen in de publicatie tal van problemen aan bod die zich kunnen voordoen bij het representeren van data. Er ligt vrijwel altijd een ideologie, traditie of praktische reden ten grondslag aan het maken van een kaart. Dingen worden immers in kaart gebracht met een vooropgesteld doel. Andere data en feiten worden daarbij vaak genegeerd omwille van datgene wat gerepresenteerd moet worden.

Vroeg in het boek wordt verslag gedaan van het panel ‘Intersections in Indigenous Mapping: Feminist visualization, and Community-Building’ dat in juli 2018 plaatsvond bij OCAD University Toronto. Tijdens het panel wordt duidelijk dat mapping en het geven van een naam aan dingen vaak vanuit een bepaalde achtergrond gebeurt. Hierbij komt kapitalisme kijken: de hoogste bieder heeft het voor het zeggen, wat in de praktijk leidt tot een mannelijke en witte overmacht. In Cambridge, Massachusetts zijn de prestigieuze universiteiten MIT en Harvard gevestigd, waardoor de straatnamen vaak vernoemd zijn naar de witte mannelijke elite die zij scholen en voorbrengen. In het project The City Formerly Known as Cambridge (2008) van the Institute of Infinitely Small Things krijgt daarom iedereen de kans om straten en delen van de stad te hernoemen. Een belangrijk aspect van dit project was dat het tegelijk de sociaaleconomische structuur omarmde én bekritiseerde. Om een naam op de nieuwe, fictieve kaart te zetten, moest namelijk geld worden geboden. Hoewel dit slechts een symbolisch bedrag was—het hoogste bod was $5,25—laat dit toch zien hoe het proces van mapping vaak een economische en zelfs kapitalistische kwestie is.

Het opnieuw in kaart brengen van data, ook wel remapping genoemd, heeft ook een belangrijk subjectief component. Het schept de mogelijkheid om diverse achtergronden te betrekken en gestalte te geven aan de hand van persoonlijke verhaal In The City Formerly Known as Cambridge kan men bijvoorbeeld een straat naar een dierbare laten vernoemen. Catherine D’Ignazio merkt op dat het echter moeilijk is om dit op een respectvolle, inclusieve manier te doen. ‘If [mapping] is not bridging relationships and deepening meaningful relationships, then maybe it’s not doing anything’.

Het boek levert nog veel meer kritiek op het conventionele cartografisch systeem. Kunstenaar Lize Mogel levert kritiek op de statische aard van een kaart en poogt alternatieven te bedenken. ‘Maps can become reinvigorated by context […] You can re-insert them into the present moment, so that they look backwards and forwards at the same time. So they can be both static, and not.’ Margaret Pearce ziet dit zelfs als een verplichte taak voor kaartenmakers: ‘I agree we need to always be looking and re-looking and remaking maps as cartographic theorists. It’s really important to make them the same way we write a book. […] I see cartography as just writing in a different form.’

Tot slot is de data die voor de kaarten wordt gebruikt zelf ook niet per definitie objectief, zoals Patricio Davila, Margaret Pearce en Catherine D’Ignazio terecht opmerken tijdens het eerdergenoemde panel. Data komt ook binnen een aantal kaders tot stand. Wie die kaders bepaalt, heeft vaak invloed op de daaruit voortkomende data. Wat objectief lijkt in onze samenleving, is dat vaak niet. In dat opzicht kan metadata, data over data, van pas komen, aangezien die informatie geeft over hoe de data verkregen is, door wie, wanneer, etcetera. Dit is belangrijk omdat het vertelt in welke context data verkregen is en de data zo geloofwaardiger wordt.

Een volledig objectieve kaart lijkt echter niet het doel te zijn bij de bijdragen in deze publicatie. De gebruikte data wordt nog subjectiever ingezet om ondergesneeuwde onderwerpen te tonen die normaliter niet binnen de reguliere kaarten vallen. Een voorbeeld hiervan is het project Who Owns the Land van Iconoclasistas uit 2017. In dit project brengt het collectief het werk van vrouwen in de landbouwindustrie in kaart. In totaal werken er ongeveer 1,7 miljard vrouwen in die industrie, aan wie wij zeventig procent van ons voedsel te danken hebben.

Een belangrijk uitgangspunt van het project is het gebruik van de Gall-Peters projectie van de aarde: een kaart waarbij de ‘klassieke’ wereldkaart, waarin de westerse landen in het midden van de kaart staan, is ingeruild voor een representatie van de respectievelijke grootte van de landen. Tevens zijn de Noord- en Zuidpolen omgedraaid. In plaats van het willen bieden van een volledig objectief beeld van vrouwen in de landbouwindustrie, presenteert Iconoclasistas het onderzoek zodanig dat niet alleen de gebruikte data een gemarginaliseerde groep weergeeft, maar ook de visuele uitvoering van het project weerstand biedt aan de status quo door te kiezen voor de Gall-Peters projectie.

De mogelijkheden die het in kaart brengen van data en remapping geven, gaan gepaard met net zoveel — en misschien nog wel veel meer — kanttekeningen. De publicatie, en daarmee ook de besproken werken, herinneren voortdurend aan de beperkingen die kaarten kunnen hebben. ‘The map is not an inventory’: ofwel, het kan onmogelijk alle informatie bevatten. Vanwege praktische of ideologische redenen is het vaak een selectie van wat er allemaal in de werkelijkheid te zien is. En selectie is verre van objectief, maar, zoals gezegd, objectiviteit lijkt niet het doel te zijn van de besproken werken in de publicatie. Subjectiviteit, en vooral het bewustzijn daarvan, staat centraal. Iets om in het achterhoofd te houden bij het bekijken van kaarten en overige representaties van data.

Zaaloverzicht Diagrams of Power, tentoonstelling Onomatopee, Eindhoven

De gelijknamige tentoonstelling Diagrams of Power was t/m 5.5.2019 te zien bij Onomatopee in Eindhoven en eerder al in de Onsite Gallery in Toronto, Canada. Beide exposities zijn samengesteld door Patricio Davila

Diagrams of Power: Visualizing, mapping, performing resistance, Onomatopee 168, samengesteld door Patricio Davila, met bijdragen van onder anderen Margaret Pearce, Bureau d’Études, W.E.B. Dubois, Teddy Cruz + Fonna Forman en Lucas LaRochelle, 2019. ISBN 978-94-93148-03-1

Linda Köke

is kunstcriticus en curator bij kunstruimte Willem Twee

Recente artikelen