metropolis m

Zaaloverzicht IncarNations in Bozar

Er wordt tegenwoordig in tentoonstellingen veel naar Afrika gekeken, maar in IncarNations in Bozar kijkt Afrika eens terug. De omkering zet de verhoudingen op scherp. Althans dat is de bedoeling. 

Voor IncarNations brengt Bozar kunstenaar en verzamelaar bij elkaar. De Zuid-Afrikaans kunstenaar en curator Kendell Geers en de Congolese verzamelaar Sindika Dokolo trachten onze visie op de geschiedenis van het Afrikaans continent, onlosmakelijk beïnvloed door het kolonialisme, te herschrijven. Hun vooropgestelde doel is ‘to learn and un-learn’. We dienen onze verdraaide visie op de afro-cultuur en Afrikaanse geschiedenis te vergeten en een nieuwe waardige blik hiertegenover te ontwikkelen.

Dit uitgangspunt wordt meteen duidelijk door een combinatie van werken die fungeren als introductie op de tentoonstelling. Een daarvan is een nogal opvallende kaart uit 1554, opgemaakt door Johannes Leo de Medicis (Arabische naam Ḥasan al-Wazzān). Opvallend in die zin dat het Afrikaanse continent dat op de kaart wordt afgebeeld ondersteboven staat. Wanneer wij naar een kaart kijken, zijn we gewend dit te doen vanuit een perspectief waarin Europa bovenaan staat, ondanks dat de aarde een bol is. Deze kaart toont ons een afrocentrisch perspectief. Afrika centraal! Dit is de focus die de curatoren in de gehele expositie trachten aan te houden met als doel de blik van de bezoeker bij te stellen.

In een vitrine naast deze kaart bevinden zich drie sculpturen: twee traditionele nkisi-sculpturen waaraan magische krachten worden toegekend en het werk Twilight of the idols (Fetish) 2 van Kendell Geers dat gezien kan worden als een hedendaagse nkisi of fetisj. Het beeldje is volledig bedekt met rood-witte chevron tape die voornamelijk gebruikt wordt om gevaarlijke zones af te bakenen. Hierdoor werden vele nagels geslagen. Volgens de traditie representeert elke nagel een gebed. Ze lijken eerder symbool te staan voor de teloorgang van de Afrikaanse cultuur. Met de combinatie van de drie sculpturen brengt Geers heden en verleden samen en verwijst naar de manier waarop Afrikaanse kunst, vaak gestolen door kolonisatoren, over de wereld is verspreid.

Het gebruik van deze ‘traditionele’ sculpturen uit Sindika Dokolo’s collectie wordt voortgezet in de tentoonstelling. Hieruit kunnen duidelijke thema’s afgeleid worden die terug te vinden zijn in de hedendaagse werken. Die wisselwerking benadrukt het Afrikaans kunsthistorisch fundament waaruit hedendaagse kunstenaars inspiratie putten. 

De broze sculpturen zelf verhouden zich echter moeizaam, vanachter de glazen wanden van museale vitrines, tot de hedendaagse werken in de tentoonstelling. Ze getuigen van een sterke traditie en werden gemaakt binnen een zekere context. Helaas is het onmogelijk om zonder enige voorgeschiedenis deze context te begrijpen en de rol van elke individuele sculptuur in het geheel te ontwaren. Hierdoor wordt het geheel ietwat onduidelijk en verdwijnt de spanning uit de tentoonstelling.

[blockquote]Opvallend genoeg zijn het juist de underdogs die zich als de parels van de tentoonstelling bewijzen

Zaaloverzicht IncarNations in Bozar

Zaaloverzicht IncarNations in Bozar

Zaaloverzicht IncarNations in Bozar

Curator Kendell Geers slaagt er echter wel in enkele treffende werken uit Sindika Dokolo’s collectie samen te brengen. Opvallend genoeg zijn het juist de underdogs, de werken waar niet opzichtig mee uitgepakt wordt, die zich als de parels van de tentoonstelling bewijzen. Zo zien we in de eerste van de acht expositiezalen Gavin Jantjes’ A South African Colouring Book: een ‘kleurboek’ opgebouwd uit twaalf zeefdrukken van collages samengesteld uit foto’s, krantenknipsels, tekst en tekeningen die verwijzen naar de onderdrukking van zwarten tijdens het apartheidsregime. Jantjes’ boek is speels en visueel prikkelend. Hij nodigt de lezer uit om na te denken over de racistische rolpatronen en de mate waarin de bezoeker deze zelf toepast.

Jantjes toont bijvoorbeeld in een van de collages zijn identiteitskaart in combinatie met de onheilspellende vraag ‘classify this coloured’. Wat dit werk zo krachtig maakt is de positie die de kunstenaar inneemt; A South African Colouring Book is letterlijk vervlochten met Jantjes’ identiteit. Tegelijkertijd lijkt hij dit te relativeren en gebruikt hij een beangstigende gitzwarte humor om de kijker een spiegel voor te houden.

Even verder volgt nog zo’n krachtig werk, een klein geschenk in de chaos van de zeer verschillend ingerichte expositieruimtes. In een bescheiden kader is een fotografisch zelfportret van Zanele Muholi te zien. Ook Muholi wil een reactie bij de kijker opwekken door gebruik te maken van haar identiteit. In de foto etaleert ze haar zwartheid; het beeld lijkt wel een onderzoek naar het zwartste zwart. We zien Muholi’s donkere gezicht en haren tegen een diepzwarte achtergrond. Al dit zwart benadrukt de twee ogen van de fotograaf die krachtig in de lens en bijgevolg in de ogen van de kijker staren. Muholi wil vermoedelijk diens verlangen om naar het zwarte lichaam te staren ter discussie stellen.

De curatoren zijn er ontegensprekelijk in geslaagd om zeer boeiende werken naar het Paleis voor Schone Kunsten te halen. Alleen komen deze niet samen tot een geheel

Zaaloverzicht IncarNations in Bozar

Verder, weggedoken achter een hoek in de tentoonstelling, vinden we verassend genoeg twee foto’s van Walker Evans terug waarop een Afrikaanse sculptuur te zien is. Evans fotografeerde in 1935 in opdracht van MoMA een selectie van 600 sculpturen uit de tentoonstelling African Negro Art. Het is boeiend om een referentie naar deze tentoonstelling te zien omdat het een van de eerste exposities was waarin Afrikaanse sculpturen beschouwd werden als kunstwerken eerder dan etnografische objecten.

Walker Evans catalogeerde de sculpturen op uitmuntende wijze. Hij plaatste ze strak in het kader en belichte de sculpturen zodanig dat het kleinste detail zichtbaar is. Door de fotografische reproductie krijgen de beelden status en een haast transcendentaal karakter. Hoe anders is dit bij de presentatie van de sculpturen in IncarNations waar ze alleen te zien zijn in hun glazen dozen.

IncarNations lijkt in de opbouw van de tentoonstellingsruimtes, een deel van de scenografie en de aanwezigheid van bepaalde kunstenaars sterk op een andere grote tentoonstelling die vorig jaar in dezelfde ruimte te zien was: RESIST!. Jammer genoeg voelen de ingrepen die toen zo geslaagd waren hier niet logisch aan.

De curatoren zijn er ontegensprekelijk in geslaagd om zeer boeiende werken naar het Paleis voor Schone Kunsten te halen. Alleen komen deze niet samen tot een geheel. Ook de verdere scenografische ingrepen van Kendell Geers, die behangpapier ontwierp geïnspireerd door Adinkra-symbolen en de ruimte inrichtte volgens een oud stadsplan van Kinshasa, bieden geen hulp. Dit prestigeproject, dat onmiskenbaar belangrijke thema’s uit de kunst van vandaag aankaart, lijkt hier nog op zoek naar zijn juiste vorm.

Alle foto’s: Philippe De Gobert

IncarNations, Bozar, Brussel, te zien t/m 6.10.2019

Axel de Marteau

is kunstenaar

Recente artikelen