metropolis m

Tranformalor tijdens training bij BAK, foto auteur

Onderdeel van een trainingenreeks bij BAK, samengesteld door Sven Lütticken, deelt het wezen Transformalor zijn visies over menselijke voortplanting. ‘Let’s use the techno-sexologic machines for the again and again attack on the nuclear family concept.’

De leus ‘it takes a village to raise a child’ krijgt een geheel nieuwe betekenis tijdens de Repro Communal Training Camp, gegeven door de hybride techno-demon Transformalor oftewel, Transformella Malor, die tijdelijk bezit heeft genomen van het lichaam van Johannes Paul Raether. De training, een voortvloeisel van Transformalors ReproReality HackLabs, maakt deel uit van het vrijdagprogramma van Propositions #9: Deserting from the Culture Wars (13-17 november), bestaande uit trainingen en lezingen samengesteld door kunsthistoricus, criticus en curator Sven Lütticken. Het is een aftakking van de Trainings for the Not-Yet serie (14.9.2019-12.1.2020), en de langlopende onderzoeksreeks Propositions for Non-Fascist Living (2017-heden), bij BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht. Gedurende het kamp leid ik als wij, zoals het wezen naar zichzelf verwijst, elf participanten langs de evolutie van Transformalors veelvoudige identiteiten, ook wel SelfSisters genoemd, en de mogelijkheden van queer-futuristische reproductietechnologieën. Het doel is samen met de Repro Techno Tribe, de trainees, niet alleen het kind maar ook het kerngezin te heropvoeden.

Een monsterlijke verschijning openbaart zich aan de deelnemers in kleermakerszit te midden van een wc-papier nest. Het is wit van de mondhoeken tot aan de tenen op asgrijze vlechten en een fluoroze uitsparing rond de mond, ogen en oren na. Het wit van de ledenmaten is vertroebeld door grijsblauwe striae, de vervellende latexhuid krult om aan de randen. De wimpers van het wezen zijn lang, nep en oranje. Om het middel zit een riem en tussen de billen een kleine suggestieve ritssluiting. Aan het eind van de witte vingertoppen proberen puntige, gifgroene nagels te ontsnappen. Wanneer Transformalor in gedachte verkeert of luistert naar opmerkingen van leden van de tribe rekt het zijn huid op, spant het over de nagels en prikt er doorheen.

‘Hebben wij elkaar als eens ontmoet, in deze of in andere vorm?’ vraagt Transformalor de deelnemers die onwennig langs de muren van BAKs bibliotheek staan. Het wezen beweegt traag, houdt zijn schouders naar achter en borst vooruit. Wanneer het de groep rondkijkt spreidt het zijn armen met de handpalmen vooruit, betrapt lijkt het. Toch bedenkt het zich, gooit zijn kin naar achter, gaat weer zitten en nodigt de tribe uit hetzelfde te doen.

Het wezen begint zijn betoog door zijn identitecture scroll uit te rollen waarop de genologie van Transformalor en zijn zelf-zusters te zien is. Uit de drie hoofdsoorten, Transfomellae, Protekoramae en Schwarmwesen ontspringen verschillende sub-avatars – zoals Transformella Domesticae en Globalis uit de eerste categorie en WorldWideWitch (Protektorama Globalis) uit de tweede – met ieder een eigen identiteit en uiterlijk. Ik als wij gebruikt de genologie om te voorkomen dat het zichzelf uit het oog verliest en zodat het een voorgaande ‘ik’ kan omvormen tot een volgende zelf.

[blockquote]‘Het is onmogelijk om over identiteit te praten als je er zelf eentje bezit’

Transformalor tijdens de training bij BAK, foto de auteur

Naast de scroll biedt Transformalors data-body, een provisorisch geknutselde mini-modem bevestigd aan een riem in een speciaal daarvoor 3D-geprint hoesje, ook houvast in een identitaire crisis. Door de corporate screen bodies (ofwel smartphones) van de leden van de tijdelijke tribe ermee te laten verbinden wordt hen toegang verschaft tot een index-website waarop de ontstaansgeschiedenis van de Transformalorsoort en hun mission-statement – het bevorderen van alternatieve gezinsstructuren – bewaard blijven.

De notie dat appraten Transformalors identiteit helpen stollen of oplossen is ontleed aan het boek Flesh Machine (1998) van Critical Art Ensemble waarin wordt beweerd dat uit het oogpunt van de staat data een tweede huid is van het lichaam. Transformalor borduurt voort op dit argument door eraan toevoegen ‘We’re all born naked the rest is tech’ – een verwijzing naar de befaamde uitspraak van de Amerikaanse drag queen RuPaul.

Door deze twee standpunten samen te voegen toont het wezen aan dat het niet langer alleen de natiestaat is die een collectie gegevens gebruikt om het zelf en de ander te definiëren, maar ook het individu. Het bouwen van een identiteit wordt hiermee het liëren van het zelf, en diens mobiele handpalmextensie, aan onderwerpen en thema’s die op dat moment de gewilde actes de présence helpen verwezenlijken. Hoe fluïde en tijdelijk deze verbindingen zijn vergroten Transformalors avatars uit: ‘Het is onmogelijk om over identiteit te praten als je er zelf eentje bezit.’

Het bevragen van identiteitsvormingsprocessen past in het straatje van het non-binair gender spectrum. Transformalor neemt echter een afslag die dit onderwerp nog dieper in leidt door niet alleen de notie van identiteit maar ook diens drager – het lichaam – en het platform waaruit dit ontspringt – het kerngezin – binnenstebuiten te keren. Het idee van een familie bestaande uit een vader, moeder en kinderen is volgens Transformalor afkomstig uit de tijd van de industriële revolutie en is door bijvoorbeeld arbeidsverdeling een achterhaald concept geworden.

Het idee van een familie bestaande uit een vader, moeder en kinderen is volgens Transformalor afkomstig uit de tijd van de industriële revolutie en is door bijvoorbeeld arbeidsverdeling een achterhaald concept geworden

Door met de leden van de tribe processen als reproductief toerisme, in vitro fertilisatie (IVF) en draag-, leen- en surrogaatmoederschrap uit te diepen bekijkt Transformalor het biodigitale kapitalisme dat alleen omvergeworpen kan worden door een reprorevolutie. Volgens het wezen zijn de ontwikkelingen die de staatsgreep van nieuwe familiestructuren mogelijk maken in gang gezet in 1978 met de geboorte van de eerste reageerbuisbaby, Louise Joy Brown, in het Verenigd Koninkrijk. Vanaf dat moment hoefde toekomstige ouders, waar er vanaf dan meer dan twee van konden zijn, niet meer in dezelfde kamer of op hetzelfde continent te verkeren om een kind te maken.

Om dit te onderzoeken reisde ik als wij in 2013, als Transformella globalis, naar India om te spreken met de vruchtbaarheidsarts Nayna Patel, die het wezen beschouwt als zijn meta-moeder en de eerste baarmoeder-kapitalist. Patel plaats Indiaanse vrouwen in draagmoederkampementen waar zij los van scheve blikken uit hun religieuze omgeving kinderen voor westerse stellen kunnen groeien en baren. Deze stand-in moeders, zoals Transformalor ze noemt, zijn subjecten van utero-scouring die reproductie een sociaaleconomische praktijk maakt – zonder surrogaat geen kind, zonder onvruchtbaar koppel geen geld voor een behoevend oosters gezin. Hoewel dit uit een conventioneel standpunt als schrijnend kan worden beschouwd probeert Transformalor ook de wederzijdse voordelen van deze transactie te belichten.

Vooralsnog wordt de keuze om een zwangerschap uit te besteden vaak noodgedwongen gemaakt maar volgens Transformalor kan en moet dit anders. Om hier verder op in te gaan toont het wezen vier diagrammen van het repromodernisme, repropostmodernisme, reprorevolutie en de reprorevolutionaire stam – om de toekomstige omloop van goederen (levens) in kaart te brengen. ‘Let’s use the techno-sexologic machines for the again and again attack on the nuclear family concept.’ Het wezen draagt met zoveel overtuigingskracht uit eigen manifest voor dat men bijna zou vergeten dat deze ‘machines’ grotendeels bestaan uit vrouwen  van vlees en bloed.

Dat een huwelijk niet langer, of allang niet meer, de enige basis is voor gezinsuitbreiding is geen bijster grote verassing. Na hier vier uur over gediscussieerd te hebben tijdens de Repro Communal Training Camp gaat er bij de deelnemers toch iets knagen: waarom willen we eigenlijk per se biologische kinderen voortbrengen uit het keurige pakketje dat de heteroseksuele, monogame relatie pretendeert te zijn? Waarom willen we dat onze zoons en dochters op ons lijken? En waarom willen we, koste wat het kost, dat ze een beter leven leiden dan wijzelf?

Transformella malor tijdens Repro Communal Training Camp, 15 november 2019, BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht, foto, Alejandro Navarrette

Transformalor tijdens de training bij BAK, foto de auteur

Te midden van de gevoelens van vervreemding die deze vragen boven doen drijven blijft Transformalor de rust zelve. Naast het feit dat de stem van Johannes Paul Raether, die uit de mond van het wezen klinkt, kalmte en autoriteit uitstraalt biedt de pizazz van zijn uiterlijk ruimte voor contemplatie. Net zoals studenten informatie beter opnemen als zij gedachteloos doedelen tijdens een college, creëert de visuele ontdekkingstocht van de verschijning grotere concentratie voor wat Transformalor vertelt. 

Terwijl de ogen blijven hangen op latex die als kauwgum tussen de tenen van het wezen door priemt of lellen die zich naakt aftekenen tegen de felroze oorschelpen komen termen als ‘reproductief kolonialisme’ gewichtiger en harder aan. Door middel van overtuigingskracht, precisie en een opvallend uiterlijk leert Johannes Paul Raether de deelnemers aan zijn trainingssessie de bekwaamheid van aandachtig luisteren opnieuw aan. Dit maakt het kamp bij BAK naast een les in futuristische reproductie, verwantschap en collectieve opvoeding een oefening in toewijding – de vaardigheid die in hedendaagse of toekomstige culture wars zal zorgen voor een reproductieve of andersoortige revolutie.

Repro Communal Training Camp met Transformella Malor (Johannes Paul Raether) vond plaats op 15.11.2019 bij BAK, basis vor actuele kunst, Utrecht als onderdeel van XIV. Propositions #9: Deserting from the Culture Wars.

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen