metropolis m

Kees Goudzwaard, Panorama (2020). Olieverf op canvas, 140 x 280 cm. Foto door Peter Cox.

Schilderen betekent voor Kees Goudzwaard het ‘omzetten’ van papieren schaalmodellen naar abstracte werken; de schijnbare papieren snippers en stukken tape herinneren aan die werkwijze. Linda Köke gaat langs bij Club Solo en bespreekt de werken en leegtes die in de solotentoonstelling te zien zijn. (open op afspraak)

 

De ruimte in Club Solo, die qua sfeer ergens zweeft tussen white cube, monumentaal pand en artistieke werkplaats, biedt elke exposant de vrijheid om zelf zijn of haar solotentoonstelling te cureren. Hoewel Goudzwaard (Utrecht, 1958) voorafgaand aan de opbouw de ruimte diverse keren heeft bezocht, zijn de meeste keuzes pas op het moment van inrichten besloten. Het resultaat is een ruimte die visueel en energetisch in balans is, waarin elk werk op zichzelf staat en gelijkwaardig is aan de rest. Goudzwaard toont zich dus niet alleen een getalenteerd kunstenaar, maar ook een bevlogen curator. Hij heeft zo’n goed gevoel voor het effect dat zijn werk teweegbrengt dat hij precies weet hoe dit tentoon te stellen. 

Dat blijkt bijvoorbeeld uit de muurschildering Mirage (Cutout, Transparencies) (2010-2020), directe blikvanger op de benedenverdieping. De drie meter hoge schildering is zodanig op de muur aangebracht dat de geschilderde tape-stukken precies de oneffenheden op de muur overlappen. Met als effect een tape die lijkt te bollen, en die je als bezoeker gauw glad wil strijken. 

[blockquote]Goudzwaard toont zich niet alleen een getalenteerd kunstenaar, maar ook een bevlogen curator: hij kadert en perkt in, maar behoudt daarbij het open karakter van de ruimte

Overzichtsfoto Kees Goudzwaard, Club Solo. Foto door Peter Cox. (v.l.n.r. All plain, darker at the top than the bottom, gradually (2012), Mirage (Cutout, Transparencies) (2010-2020))

Overzichtsfoto Kees Goudzwaard, Club Solo. Foto door Peter Cox. (v.l.n.r. Built-up (2014), Collage (2014), Array (2015))

De tentoonstelling is deel van een reeks solo-exposities die Club Solo al jaren organiseert. Geen van de tentoonstellingen draagt een titel buiten de naam van de kunstenaar in kwestie. Dit staat de bezoeker toe om zonder te veel sturing naar de afzonderlijke werken te kijken, zonder geleid te worden door een centraal thema. In dit geval koos Goudzwaard bovendien voor een opstelling die weinig stuurt. Hij maakte drie speciale wanden voor de tentoonstelling die samen een niet-dwingende looproute creëren. Goudzwaard kadert en perkt in, maar behoudt daarbij het open karakter van de ruimte. 

Twee muren staan haaks op elkaar in de rechterhoek van de benedenzaal. Die haakse opstelling maakt het mogelijk Sketch (2018) en Arranged Fragments (2019) tegenover elkaar hangen. Er is veel muurruimte om de werken heen. Ze krijgen ademruimte. Elk ander zou de kans aangrijpen om óók de nog lege muren met werk vol te hangen. Goudzwaard kiest er bewust voor dit niet te doen. Dat wat niet getoond wordt, de muren die leeggelaten worden, zijn voor hem even belangrijk als de werken die wél te zien zijn. 

Het gaat om dat wat zich tussen de regels afspeelt, in het wit van de bladspiegel

Kees Goudzwaard, Sketch (2018). Olieverf op canvas, 120 x 90 cm. Foto door Peter Cox.

Kees Goudzwaard, Cultivation (2019). Olieverf op canvas, 140 x 110 cm. Foto door Peter Cox

Niet alleen de opstelling, ook de tentoongestelde werken zelf getuigen van Goudzwaards streven naar visuele balans. De kracht van het werk van Goudzwaard ligt niet in dat wat hij schildert, maar juist in dat wat hij weglaat. Het gaat om dat wat zich tussen de regels afspeelt, in het wit van de bladspiegel. Brushstroke Drawing (2014) illustreert het effect van deze poëtische leegte. Het werk is een soort partituur van morsecode, met strepen en stippen die in stroken op het doek gedrapeerd en geschilderd zijn. In combinaties van lang kort kort vangt Goudzwaard het metrum van de frasen, ontdaan van hun tekstuele context. Het is een gedicht dat ons niets vertelt, maar ondanks, of dankzij, dat gebrek wel emotie weet over te dragen.

Op de tweede verdieping heeft Goudzwaard een andere opstelling gemaakt. In plaats van de ruimte op te breken door er drie muren in te plaatsen, staat er één wand tussen de twee pilaren in het midden van de ruimte. Aan deze wand hangt onder andere Panorama (2020), een helderblauwe compositie die onvermijdelijke associaties oproept met Barnett Newmans Cathedra (1951). Ook hier wekt Goudzwaard de illusie op van een eenvoudig beeld, dat in feite buitengewoon veel diepte heeft. Foto-documentatie doet het diepe ultramarijn van de olieverf geen recht. De techniek die hij gebruikt om de semi-transparante tape te schilderen, is hier geperfectioneerd. De compositie eveneens: drie witte lijnen splitsen het liggende beeld op een gebalanceerde manier op in vier secties.

Overzichtsfoto Kees Goudzwaard, Club Solo. Foto door Peter Cox. (v.l.n.r. Brushstroke Drawing (2014), Arranged Fragments (2019), Facsimile (1996), Two Gaps (2014))

Overzichtsfoto Kees Goudzwaard, Club Solo. Foto door Peter Cox. (v.l.n.r. Stirred (2008), Cultivation (2019), Panorama (2020))

Goudzwaards werk is overwegend visueel en vraagt de beschouwer om lang en zonder direct oordeel te kijken. Het werk is om puur esthetische redenen te bewonderen: iets wat binnen de hedendaagse Nederlandse kunstwereld misschien wel meer weerstand oproept. Maar niet elk werk hoeft te verwijzen naar een achterliggende of ‘hogere’ gedachte. Er is niets mis met het esthetische. Zoals Phillip Van den Bossche beschrijft in de tekst van de expositie: ‘Het schilderij was er voor de titel, voor mij dan toch. Het was en blijft een raadsel. Vraagstuk is een beter woord. Kunstwerken hebben niets met mystificatie te maken: verf op doek. Vergeet de tekst of de uitleg om een schilderij een plaats te geven. Het bepaalt zelf het beeld.’ 

De expositie van Kees Goudzwaard is tot en met 18 april op afspraak te zien bij Club Solo in Breda. 

Linda Köke

is kunstcriticus en curator bij kunstruimte Willem Twee

Recente artikelen