metropolis m

Tijdens Frank Bloems ZEELUCHT-standwandeling, foto de auteur

Hoe ruikt de zee? En waar eindigen die daadwerkelijke geuren van de zee, en beginnen onze eigen associaties? Nele Brökelmann volgde met een groepje andere deelnemers Frank Bloem over het strand van IJmuiden, ruikend aan helmgras, kwallen en blaaswier.

Het is een hete, zonnige dag en het IJmuiderstrand is volgestroomd met bezoekers. De lucht hangt vol met zonnebrand en de wind waait landinwaarts; op het eerste gezicht niet het ideale uitgangspunt voor de rustige en aandachtige wandeling die geurkunstenaar Frank Bloem voor ogen heeft. Voordat Bloem begint, vertelt Thijs Middeldorp, een van de initiatiefnemers van De Ambassade van de Noordzee, kort iets over de missie van De Ambassade die in 2018 werd opgericht. Voornaamste doel is het gezamenlijk verbeelden van de politieke belangen van niet-menselijke actoren zoals de zee, niet-menselijke dieren, bomen, planten en algen. Daarvoor werkt De Ambassade regelmatig samen met kunstenaars, ontwerpers en onderzoekers. Deze geurwandeling is deel van het onderzoek naar mogelijkheden om naar de zee te “luisteren”.

Bloem vertelt zich sinds 2014 te zijn gaan richten op geur in zijn praktijk. Geur valt moeilijk te patenteren, legt hij uit: er worden specifieke eisen aan parfums gesteld en de industrie doet vaak nogal geheimzinnig over de samenstellingen. Bloems geurwandeling begon als een installatie met veertig verschillende samples en bijbehorende verhalen op het strand van Den Haag. Het viel hem op dat reeds bestaande ‘zee-parfums’ hem helemaal niet aan de zee deden denken. Zelf besloot hij daarom niet de geur zelf na te willen bootsen, maar eerder associaties met de zee op te gaan roepen. Daarvoor gebruikt hij geuren van friet, gras, hoogovens, hout, kwal, limonade, schuim, smeerolie, en zonnebrand. 

[blockquote]Bloem besloot met zijn werk associaties met de zee op te gaan roepen. Daarvoor gebruikt hij geuren van friet, gras, hoogovens, hout, kwal, limonade, schuim, smeerolie, en zonnebrand

Tijdens Frank Bloems ZEELUCHT-standwandeling, foto de auteur

Om de wandeling te beginnen geeft Bloem een helmgras aan elke deelnemer, op zichzelf ruikt het niet heel sterk, maar wanneer we het kneuzen komen er meer geurstoffen vrij. Bloem legt uit dat er een functie aan deze geur hangt: “Wanneer rupsen het gras eten beschadigen ze het en komen deze geurstoffen vrij, die vervolgens andere insecten zoals wespen aanlokken. Vervolgens leggen de wespen eieren in de rupsen die er op die manier van afgehouden worden het gras nog verder te beschadigen.” Met deze geur in onze neuzen vertrekken we vanaf het verzamelpunt richting het water. Onderweg zien we kwallen op het vochtige zand liggen. Zelf had ik de kwallen nooit opgepakt of zelfs aangeraakt, maar Bloem en Middeldorp pakken ze als vanzelfsprekend op en laten iedereen eraan ruiken. Ze ruiken vissig, zijn aan het vergaan door de hitte.

Bij het water aangekomen worden alle deelnemers geïnstrueerd in een rij te gaan staan met hun voeten en neus richting het water. Ik probeer de zee te ruiken, maar de wind en de hitte maken het moeilijk om er een rijke ervaring van te krijgen. “Waterdamp is nodig om geuren te kunnen ruiken,” verklaart Bloem. “Op hete dagen, zoals vandaag, komen de zwaardere geuren beter naar voren. Dit zijn de subtiele noten die bij kouder weer door de lichtere geuren verdoezeld worden.” Bloem legt verder uit dat er drie hoofdlagen in parfumgeuren bestaan: ten eerste die van de ’topnoten’ die na 10 tot 15 minuten verdampen en onder andere in schoonmaakmiddelen gebruikt worden, ten tweede die van de ‘middennoten’ die hij als ‘bloemig’ omschrijft, en ten derde die van de zware noten, oftewel ‘zware moleculen’, die vaak dierlijke en rokerige geuren bevatten.

We sluiten de wandeling af met de geur van blaaswier, de geur blijkt heel zacht en fris

Tijdens Frank Bloems ZEELUCHT-standwandeling, foto de auteur

Tijdens Frank Bloems ZEELUCHT-standwandeling, foto de auteur

Naast de pier sluiten we de wandeling af met de geur van blaaswier: weer iets wat ik uit mezelf niet zo snel had opgepakt. De geur blijkt heel zacht en fris. Bloem heeft zelf ook een geurkunstwerk gemaakt, en laat iedereen aan het parfum ruiken. Het is een sterke en frisse geur, die zoetig wordt tegen het einde. Zelf verbind ik deze geur niet met mijn beleving van de zee. Mijn associaties zijn zouter, kouder, en een beetje vissig. In het algemeen lijken de deelnemers de geur echter lekker te vinden en denken ze er honing in te herkennen. Bloem vertelt afsluitend dat er inderdaad iets zoetigs aan toe is gevoegd om de geur af te ronden, anders waren mogelijk hoogovens de laatste ‘geurnoot’ geweest.

In aanloop naar de wandeling verheugde ik me erop een andere beleving van het strand mee te krijgen, ik was heel benieuwd hoe Bloem me zou meenemen in die nieuwe ervaring. Uiteindelijk was de wandeling vooral een liefde- en ‘kennisvolle’ introductie in het attent worden op geuren; hoe die het beste waar te nemen zijn en waaraan allemaal geroken kan worden!  

Nele Brökelmann

is beeldend kunstenaar

Recente artikelen