metropolis m

Naast aandachtig kijken vraagt Jean Bernard Koemans tentoonstelling in Club Solo vooral om denkwerk. Van details naar grote ideeën en weer terug: zo zal iedere toeschouwer uitgedaagd worden om eigen betekenissen te verweven met het veelomvattende web dat Koeman er al gesponnen heeft.

Club Solo biedt sinds 2014 een antwoord op het fenomeen dat kunstenaar Rob van Koningsbruggen treffend verwoordde: ‘er bestaan drie soorten kunstenaarsjongedooie en buitenlandse‘. Al zo’n acht jaar biedt het kunstenaarsinitiatief in Breda zogenaamde ‘mid-career’ kunstenaars de gelegenheid om een solotentoonstelling te maken. Zevenentwintig kunstenaars (en een enkel duo) hebben tot op heden de mogelijkheid gekregen om bij Club Solo verder te bouwen aan een solide oeuvre; nummer dertig is de intellectuele veelvraat Jean Bernard Koeman.

De presentatie van Koeman is opgebouwd uit een zestal ‘ensembles’ die stuk voor stuk bestaan uit rijke constellaties van ideeën over de mens, natuur, cultuur, maatschappij en politiek. Koemans beeldende praktijk start met een associatief spel waarbij hij zes a zeven gedachten bij elkaar op papier zet: “waar ze elkaar overlappen, plaats ik pijlers en begin ik te bouwen.” Hij stapelt betekenissen, referenties en associaties en legt ze kruislings over elkaar; de punten waar ze elkaar raken bieden ingangen voor het vervaardigen van een nieuwe installatie. Dit proces resulteert in een aantal grote objecten die de drager zijn van tekeningen, teksten, objecten en foto’s.

Aan de toeschouwer de uitnodiging om vanuit deze nodes de ideeën van Koeman te ontrafelen. Hij vraagt de toeschouwer om telkens in- en uit te zoomen om verbanden te ontdekken tussen het geheel van een installatie, de tentoonstelling en de details. Naast aandachtig kijken vraagt het vooral om denkwerk. Zo zijn er allerlei intertekstuele referenties en verbanden te ontdekken, maar tegelijkertijd zijn er ook aspecten die ongrijpbaar blijven. Zo kan een deel van de betekenis alleen gevormd worden door associaties van de toeschouwer, waardoor het spel met het stapelen van betekenissen buiten de kunstenaar om voortgezet wordt. “Het werk is een onderzoek naar het punt waar verwijzing en citaat eindigen en sculpturale poetica begint.”

[blockquote]Koeman stapelt betekenissen, referenties en associaties en legt ze kruislings over elkaar; de punten waar ze elkaar raken bieden ingangen voor het vervaardigen van een nieuwe installatie

Jean Bernard Koeman, multiple 13.000 jaar, ruwweg of bij benadering, 2021, foto: Peter Cox

Jean Bernard Koeman, An Airy Banality of Unsurmountable Complexity, 2009, foto: Peter Cox

Jean Bernard Koeman, Observatory Crest (De Blinde Muur en het Conflict), 2012-2016, foto: Peter Cox

Dat Koeman zijn energie en inspiratie onder meer vindt in de geschiedenis van het (architecturale) modernisme is zichtbaar. Deze artistieke erfenis stelt hem in staat om het fenomeen kunst op te breken in formele elementen als vorm, lijn en materiaal en ruimte, maar het biedt hem ook een enorme rijkdom aan concepten en verhalen. Hij toetst deze aspecten aan contexten die er zowel binnen als buiten de kunsten betekenis en waarde aan toe kunnen kennen, zoals in deze expositie onder meer de economie, politiek, (kunst)geschiedenis en geografie. In Observatory Crest (de Blinde Muur en het Conflict) laat Koeman twee modernistische grootheden botsen. Theo van Doesburg en Gerrit Rietveld stonden beiden aan de wieg van de moderne kunst, maar kwamen daardoor ook met elkaar in conflicten terecht over auteurschap en plagiaat. Koeman zet in dit werk twee ontwerpen van deze mannen tegenover elkaar. Hier krijgen de architectonische modellen geen rol als middel voor volksverheffing of drager van utopische moderne idealen. Ze vertegenwoordigen eerder de menselijke zwakheden van hun makers, zoals ego, jaloezie en afgunst die de universele, moderne idealen juist tegenwerken.

Een werk van Koeman reduceren tot één betekenis zou het tekort doen, dus ik zou ter illustratie één draad uit dit weefsel willen volgen: een kleine buste van Lenin staat (voor straf?) in een hoek van een nisje in de maquette van Rietveld. Dit ene detail lijkt te refereren aan de geschiedenis van het communistisch project waarin abstracte moderne kunst en politieke revolutionairen tijdelijk samen optrokken op weg naar een glorieuze toekomst. Curatoren van het Van Abbemuseum (Eindhoven) en het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) reageren bij elke expositie in Club Solo met een bijdrage uit de museumcollecties op het werk van de presenterende kunstenaar. Conservator Steven ten Thije (Van Abbemuseum) selecteerde voor de voetnoot bij deze expositie onder meer een model van een spreekgestoelte voor Lenin. Het is een ontwerp van de Russische avant-gardist El Lissitzky die ook hoopte de abstracte vormentaal in te kunnen zetten om de wereld te herscheppen. We weten inmiddels dat de geschiedenis anders gelopen is. De potentie van een utopisch model wordt ook hier gelinkt aan het niet kunnen waarmaken van deze droom en slaat zo weer een inhoudelijke brug naar andere werken in de expositie.

We volgen dit idee verder naar A Stone Travellers Transponder. In dit werk zet Koeman de menselijke behoefte tot ingrijpen naast de volmaaktheid van de natuur zoals die is. De wonderlijke verschijning van een grote Land Rover Defender op de eerste verdieping is an sich al indrukwekkend. Het voertuig dient als display voor een mini tentoonstelling van gesteenten, kristallen, mineralen en fossielen. Eén van de vragen die in de tentoonstellingstekst wordt opgeworpen is ‘wat is beeldhouwkunst?’ Deze stenen worden aan ons getoond als prachtige objecten die zonder ingrijpen van de mens bestaansrecht en schoonheid hebben. Abstracte vorm wordt gepresenteerd als natuurlijk fenomeen zonder de mens die er een beladen drager van betekenis van maakt. Aan de achterzijde blijkt de Land Rover die dient als presentatieplatform een flink toegetakelde wagen van de United Nations. Brand en kogelinslagen hebben het voertuig een symbolische lading gegeven; de UN als gefaald vormgever van een wereld die wellicht toch niet zo maakbaar is. De waarde van menselijk handelen op het vlak van politiek, cultuur en natuur wordt zo in één installatie bevraagd.

“Het werk is een onderzoek naar het punt waar verwijzing en citaat eindigen en sculpturale poetica begint”

Jean Bernard Koeman, Das Bad, 2021, foto: Peter Cox

Jean Bernard Koeman, A Stone Travellers Transponder, 2014-2021 (detail), foto: Peter Cox

Van dit soort details naar grote ideeën en weer terug: zo zal iedere toeschouwer uitgedaagd worden om eigen betekenissen te verweven met het veelomvattende web dat Koeman hier al gesponnen heeft. “Als een stadswandeling, waarin onvermoede poëzie ontstaat door associatie en veelheid.”

De solo van Jean Bernard Koeman is t/m 17 oktober te zien bij Club Solo

Manus Groenen

is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Recente artikelen