metropolis m

June Crespo, ‘Am I an Object, part III’, detail, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

Een afgietsel van piepschuim wordt ‘aangekleed’ met een autoriem, en doet zich daardoor ineens voor als een paar billen. June Crespo’s solotentoonstelling in P/////AKT laat zien dat de meest abstracte vormen nog associaties kunnen oproepen met de menselijke vorm.

Nu de droge nazomerdagen achter ons liggen en de eerste herfstbuien zich aandienen trekken we langzamerhand steeds meer laagjes kleding aan. We stoppen onze lichamen weg onder regenjassen, truien en sjaals. Alles ter bescherming tegen de opkomende koud en wind. Met elk extra laagje krijgt het menselijk silhouet op straat een andere vorm, totdat we straks in de vrieskou compleet ingewikkeld over straat lopen. Als onherkenbare lichamen: meer stof dan mens.

Maar hoe herkennen we het menselijk lichaam überhaupt? Dat hiervoor soms slechts een minimale gelijkenis in vorm nodig is toont het werk van June Crespo. Deze Spaanse kunstenaar onderzoekt in haar solo tentoonstelling bij P/////AKT de grenzen tussen object en lichaam. Met haar abstracte sculpturen van piepschuim, hars, plastic, textiel en staal presenteert ze ambigue vormen van het lichaam als object, en het object als lichaam. Ze laat met diverse sculpturen zien dat de meest abstracte vormen nog associaties kunnen oproepen met de menselijke vorm. Tegelijkertijd zinspeelt ze op sensualiteit en de ongrijpbaarheid van het lichaam als een ‘ding’ dat allerlei verschijningsvormen kent.

[blockquote]Met haar abstracte sculpturen van piepschuim, hars, plastic, textiel en staal presenteert Crespo ambigue vormen van het lichaam als object, en het object als lichaam

June Crespo, 'Am I an Object, part III', overzicht, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

June Crespo, 'Am I an Object, part III', detail, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

June Crespo, 'Am I an Object, part III', detail, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

In de tentoonstellingsruimte van P/////AKT liggen op drie plekken afgietsels van een dubbele ovale vorm op de grond. De rondingen zijn geheel wit en aan één kant open waardoor de binnenkant zichtbaar is. In de holtes van alledrie de sculpturen liggen objecten. In de ene hangt een stuk kleding, in de andere liggen opgevouwen lappen en in de derde een bos bloemen. Daarnaast zijn twee van de vormen ‘aangekleed’. Ze dragen autoriemen en een broekje waardoor langzaam duidelijk wordt dat het hier om een paar, geabstraheerde, billen gaat. De autoriem dient als ondergoed.

Crespo stelt hier de vraag hoe we een object als menselijk lichaam kunnen zien. Vanaf welk punt veranderen twee ronde vormen met een autoriem eromheen in een stel billen met string? Diezelfde vraag stelt Crespo met de vier manshoge, dubbele zuilen in de ruimte. Deze zijn opgetrokken uit piepschuim en hars en dragen soms een strook stof, een autoriem of een foto van een kledingstuk of paar ogen. Sommige van de zuilen zijn open vormen en andere juist gesloten en in zichzelf gekeerd. In een van de pilaren zie je door het hars heen een slaapzak ingekapseld zitten. Zoals in de sculpturen op de grond menselijke vormen te herkennen zijn, zijn de vier dubbele zuilen te zien als abstracte referenties naar rechtopstaande silhouetten.

Met een beetje goede wil kan je in de hars de menselijke huid zien, en in de stukjes textiel wederom kleding. Die herkenning van de menselijke vorm zal niet voor iedereen vanzelf zal gaan. Je moet het immers doen met vergaande abstractie (het zijn met name de stukjes stof en ronde vormen die nog ‘menselijk’ aandoen) en een zeer relatieve ‘manshoge’ hoogte van de zuilen (niet iedereen zal zijn of haar lichaam hieraan kunnen spiegelen).

Zoals in de sculpturen op de grond menselijke vormen te herkennen zijn, zijn de vier dubbele zuilen te zien als abstracte referenties naar rechtopstaande silhouetten

June Crespo, 'Am I an Object, part III', detail, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

June Crespo, 'Am I an Object, part III', detail, P/////AKT, 2021. Foto: Charlott Markus, courtesy P/////AKT Amsterdam 

In de ‘artist library’ ligt ter referentie de tekst Eros Presumptive van Lucy Lippard over erotica in de (abstracte) kunst naast een boek van Lippard over Eva Hesse en een verhalenbundel van Clarice Lispector. Dat Crespo inspiratie vindt in het werk van Eva Hesse lijkt evident in haar materiaalkeuze. Net als Eva Hesse gebruikt ze stroperige materialen als hars en vluchtige media als piepschuim om sculpturen te maken. Maar waar Hesse dicht bij de (post-)minimal art stond en in haar oeuvre soms op heel concrete en humoristische wijze seksueel suggestieve vormen schiep, houdt Crespo het erg minimaal. Crespo weet met haar werk niet te overtuigen dat ze iets wezenlijks ‘eigens’ doet ten opzichte van haar inspiratie. En dat terwijl concepties over het lichaam nu, onder invloed van bijvoorbeeld feminisme en genderstudies, toch radicaal anders zijn dan vijftig jaar geleden, toen Hesse overleed. Naast het boek over Eva Hesse biedt ook Eros Presumptive van Lippard uit de ‘artist library’ weinig houvast. Lippard schrijft hierin onder andere dat “the best erotica made today is abstract”. Maar deze tekst komt uit 1967 en het blijft gissen hoe Crespo deze ideeën meeneemt naar het nu.

In de eigen begeleidende tekst bij de tentoonstelling wordt gesproken over ‘een sensuele analyse van hedendaagse vormen van representatie’ en gesteld dat het werk van Crespo ageert tegen een eenzijdige benadering van het lichaam. De tegenstellingen van gesloten en open vormen, zachte en harde materialen en het lichaam en het object blijven echter abstract en op afstand. Nooit komen de kunstwerken, en het menselijk lichaam zelf, dichtbij. Dat neemt niet weg dat de ambigue benadering die Crespo hanteert ten opzichte van het lichaam als object een zeker poëzie heeft. Het mengt de politiek van de representatie van het lichaam en abstracte vormentaal door elkaar. Het zou alleen mooi zijn als dit helderder naar voren zou komen. Wie weet gebeurt dit nog binnen het randprogramma. De tentoonstelling van Crespo is namelijk onderdeel van een serie van vijf tentoonstellingen die P/////AKT organiseert onder de naam ‘Am I an Object’. Voor deze serie wordt samengewerkt met studenten van het Sandberg Instituut die op de tentoonstellingen “reageren in geschrift en met evenementen”.

June Crespo – Am I an Object, part III is nog t/m 24 oktober te zien in P/////AKT 

Recente artikelen