Voor ieder wat wils - giga-groepstentoonstelling 'Come Alive – it’s about sex, stupid!'
Gutsende huidkwabben, een worstenbos en een bak glijmiddel: Come Alive biedt een omvangrijke orgie van de perspectieven en potenties die zinnelijke erotiek, wulps plezier en blijmoedige sensualiteit te bieden hebben. Laura van den Bergh bespreekt een aantal intieme, en soms vooral imponerende, kunstwerken die momenteel in het Utrechtse Oude Muntgebouw te ervaren zijn.
Op een zonnige dag wandel ik vanaf het station in Utrecht langs de singel richting het monumentale Oude Muntgebouw. In de zwoele lucht dansen twee vlinders om elkaar heen, op het water zie ik een libelle teder landen op een andere, en op een hondendrol naast de stoep zijn twee romantische strontvliegen elkaar hapjes aan het voeren. Ik knijp mijn ogen dicht tegen de zon en krijg spontaan een knipoog terug van een knappe voorbijganger. De lente bloeit over in de zomer en iedereen is in the mood. Het is de uitgelezen dag voor een bezoekje aan de speels-erotische tentoonstelling Come Alive – it’s about sex, stupid!
Deze grootschalige, immersieve tentoonstelling past in een reeks jaarlijkse projecten van Stichting Niet Normaal INT dat onder leiding staat van Ine Gevers. De stichting heeft als doel om zogenaamde ‘ervarings-tentoonstellingen’ te ontwikkelen op het grensvlak van technologie, design en kunst met de ambitie om maatschappelijke thema’s aan te snijden. Zo was er in 2016 in Utrecht al eerder in de voormalige Wolvenpleingevangenis Hacking Habitat te zien, over de controlerende hightech samenleving; in 2017 was er in de oude melkfabriek in Eindhoven Robot Love, over de liefde en het liefhebben van AI; in het Coronajaar van 2020 was er de interactieve virtuele tentoonstelling (Im)possible Bodies, over cyborgs, data en kunstmatige intelligentie; en vorig jaar was in AVL Mundo in Rotterdam Fake Me Hard te zien, over de dystopie van de post-truth samenleving. Ook dit jaar wordt er weer een groot leegstaand pand gevuld met een kunsttentoonstelling op het snijvlak van dringende maatschappelijke thema’s, technologie en hoe de ontwikkelingen hierin zich verhouden tot het individu.
Met name voor dat laatste is aandacht in Come Alive, gecureerd door Ine Gevers en Morgan Catalina, curator en holistisch seksuologisch opvoeder. Na een lange en gedwongen opsluiting vanwege de pandemie, waarin de pijnlijke gevolgen van de decennialange individualisering steeds concreter zijn geworden, klimaatverandering steeds zichtbaarder aan de horizon opdoemt en bevooroordeelde Artificial Intelligence steeds dwingender over onze schouder meekijkt naar alles wat we doen, is het – als we de tentoonstellingstekst mogen geloven – tijd voor een alternatief. In Come Alive worden erotiek en fysiek plezier voorgesteld als ontembare bronnen van macht en energie, die zich niet langer laten wegstoppen of onderdrukken. De tentoonstellingstekst nodigt bezoekers uit to learn and unlearn: to free their bodies, crack open their preconceived ideas, and unleash the power of eroticism.
De tentoonstellingstekst nodigt bezoekers uit to learn and unlearn: to free their bodies, crack open their preconceived ideas, and unleash the power of eroticism
Annika Kappner - AR_ATI (2021) @ COME ALIVE, 2022 (Gert Jan van Rooij)
Joyce Overhaul - ¥ € $ (2021) @ COME ALIVE, 2022 (Gert Jan van Rooij)
Bas Kosters @ COME ALIVE, 2022 (ANP Koen van Weel)
Op de binnenplaats verleiden twee opengedrapeerde benen de bezoekers om de verduisterde ruimte erachter te betreden. Meer nog dan alleen een bijzonder warm verwelkomende entree, zijn deze benen een werk van kunstenaar Alix Marie. In het huidige Metropolis M Nr 3 legt de kunstenaar uit dat dit werk, Curtain Call geheten, geïnspireerd is op de Franse cancan. Hoewel de cancan nu vooral met de Parijse tourist trap in Le Moulin Rouge wordt geassocieerd, was het ooit een revolutionaire dans, een erotisch protest, de eerste dans die resoluut zonder mannelijke partner uitgevoerd werd. Het hangt hier als entree, als welkom, waarin Marie speelt met wat wel en niet gezien mag worden. Het werk als ingang van een erotisch geladen tentoonstelling te gebruiken is een leuke vondst.
Binnen leidt een werk van Mette Sterre de weg leidt naar de grote hal. De nauwe gang waar ik mezelf doorheen pers ademt en gorgelt. De muren lijken van een beige-groen-paarsgekleurde huid die opveert en neerploft, die ettert en druipt. De organische installatie is vlezig en viezig, nodigt uit tot aanraken en aaien. De kwab die uit het plafond gutst geeft bezoekers ook weinig keus. Voorzichtig duw ik mezelf langs de grote flap door de nauwe opening die zich opent naar de enorme voormalige smelthallen waar vroeger de legeringen voor ons kleingeld werden omgesmolten. De tentoonstelling blijkt, net als de eerdere presentaties van stichting Niet Normaal INT, enorm. Verspreid over twee enorme hallen en twee verdiepingen zijn werken van bijna veertig kunstenaars, collectieven en makers samenbracht. Gedurende de honderd dagen van de tentoonstelling is er ook nog een uitgebreid programma van lezingen, filmscreenings, workshops en lezingen waar de nieuwgierige bezoeker zijn geest en gedachten kan (leren) verruimen, met veelzeggende titels als The Mouth is a Microcosmic Pleasure Portal en What about Scissoring? Ook wordt er een ballroomnacht georganiseerd, The Holy Clit Ball, gepresenteerd door Mystique van vogue-community Kiki House of Angels.
De nauwe gang waar ik mezelf doorheen pers ademt en gorgelt. De muren lijken van een beige-groen-paarsgekleurde huid die opveert en neerploft, die ettert en druipt
Mette Sterre @ COME ALIVE, 2022 (ANP Koen van Weel)
Pauline Curnier Jardin, Quun Sang Impur (2019), film still
Esther Arribas, Dear Rubsters Tribbers and All Those Who Want to Sign Up (2021)
In deze omvangrijke orgie van evenementen en expositie, vallen een paar werken me in het bijzonder op. De film Qu’un Sang Impur (2019) van Pauline Curnier Jardin om te beginnen. Het werk is een remake van Jean Genets cultfilm Un Chant d’Amour (1950) over een bijzonder knappe, gespierde en geile groep jonge mannen die de tijd verdrijven zolang ze opgesloten zitten in een gevangenis. Curnier Jardins film volgt dezelfde verhaallijn als die van Genet: de gevangenen prikken gaatjes in de wanden van hun cel en steken er sigaretten en vingers doorheen, ze wrijven hun lichamen tegen de muren en masturberen, terwijl ze in de gaten gehouden worden door een opgewonden blozende bewaker. Er is echter een cruciaal verschil: Curnier Jardin verving de gehele cast door vrouwen in hun menopauze. Anders dan in Genets film, onthult Qu’un Sang Impur wel waarom de gevangenen werden opgesloten. In lichtelijk hilarische scènes zien we de vriendelijke vrouwen onschuldige jonge mannen die hun pad kruisen, bruut vermoorden. Een joggende man moet het ontzien, de pakjesbezorger, de slager. Vlak voordat het moorden begint, gebeurt er steeds iets wonderlijks: de vrouwen herwinnen plots het vermogen om te menstrueren. Het dieprode bloed dat langs hun benen op de grond gutst is een vruchtbaar teken van een herboren seksueel en moordlustig verlangen.
Er klinken zachte, zompige en klotsende geluidjes als de vingers in elkaar scharen en om de duimen rollen. Het werkt, zij het op een vervreemdende manier, inderdaad vrij opwindend.
Even verderop grijpt een andere film mijn aandacht. Deze interactieve installatie, die bestaat uit een film, een performance en een enorme bak glijmiddel, is het afstudeerwerk van Esther Arribas die vorig jaar afstudeerde aan de KABK. Zelf omschrijft hen het werk als een oproep om rubbing, oftewel wrijven, op te voeren als act of pleasure. Arribas verwijst naar de vroege kindertijd, wanneer peuters het genot en plezier ontdekken van hun lichaam tegen objecten of andere lichamen aanwrijven. De film toont een close-up van twee glimmende handen, bont bevlekt in allerlei vrolijke stiftkleuren, die elkaar eindeloos inwrijven. Er klinken zachte, zompige en klotsende geluidjes als de vingers in elkaar scharen en om de duimen rollen. Het werkt, zij het op een vervreemdende manier, inderdaad vrij opwindend. Bezoekers worden uitgenodigd om hun handen onder te dompelen in de bak glijmiddel en om zelf de wrijving uit te proberen op hun eigen vingers, of op die van andere bezoekers.
Chang Gao - Emotional Encounter (2019) @ COME ALIVE, 2022 (Gert Jan van Rooij)
Alice Héron - Drive (2022) @ COME ALIVE, 2022 (Gert Jan van Rooij)
Zoï Tatopoulos, We Will Find It, 2021, film still
In de grote hal beneden zijn de werken groter en imponerender, en misschien daardoor ook iets minder intiem en indringend. Aan het plafond hangt een glimmende auto, onderdanig opgeknoopt in een ingewikkelde bondageconstructie. Het is een werk van Alice Héron, die shibari, de Japanse bondagekunst gebruikt om alledaagse objecten een erotische lading te geven. Door de ruimte verspreid staan een soort grote, futuristische bloempotten. Het blijken klankschalen van Jan Koen Lomans, die met het hele lichaam bespeeld mogen worden. Op een groot scherm, hoog boven de hoofden van bezoekers danst een groep jongeren een bezeten en ingewikkelde choreografie van Zoï Tatopoulos, waarbij ze hun lichamen in onmogelijke bochten draaien en buigen. Op het enorme scherm ernaast likt een tong herhaaldelijk over glimmende, roodgestifte lippen in een film van Chang Gao.
Het overweldigende aantal werken begint me te duizelen. Ik beweeg me naar de uitgang, waar ik overvallen wordt door een kruidige geur. Het ruikt houterig, met tonen van rook, anijs, sinaasappel en zwarte peper. Het blijkt een van de drie parfums van Frank Bloem, die verschillende verhalen uit de Nederlandse geschiedenis in geur heeft gevangen. In mijn neus hangt Secreti di Piemontese, het verhaal over zelfbewuste jongeren die in de zeventiende eeuw hun haar lieten uitgroeien en wiet gingen roken, nadat het boek Secreti van Alessio Piemontese in Nederland een hit was geworden. Als ik me omdraai, sta ik plots oog in oog met een enorme rat in een roodverlichte peeskamer, een installatie van Margriet van Breevoort. Hoewel ik het zonlicht al zie schitteren in de verte, moet ik me eerst nog door een bos van enorme, stuiterende worsten banen. Dit werk, dat The Urge heet en gemaakt is door Oscar Peters, is misschien wel het grappigste werk van de hele tentoonstelling.
Margriet van Breevoort & Joyce Overhaul - @ COME ALIVE, 2022 (Gert Jan van Rooij)
Jan Koen Lomans, Fields of Vibration-Inner Vortex, 2017-2022 @ COME ALIVE (Gert Jan van Rooij)
Oscar Peters, The Urge, 2022 @ COME ALIVE (Gert Jan van Rooij)
Come Alive biedt een indrukwekkend omvangrijke orgie van de opties, mogelijkheden, keuzes, perspectieven en potenties die zinnelijke erotiek, wulps plezier en blijmoedige sensualiteit te bieden hebben. Niet alles past even goed in het verhaal van deze tentoonstelling. De digitale sculptuur Witch of Jack Bomb van Geoffrey Lillemon, bijvoorbeeld, is een knap uitgevoerd en indrukwekkend vormgegeven werk, maar op erotisch vlak doet het mij persoonlijk vrij weinig. Come Alive maakt vooral duidelijk dat er seksualiteit in alle smaken, geuren en kleuren bestaat, dat er altijd meer te ontdekken valt en dat nieuwsgierigheid hierin leidend is. En wie thuis nog wil nagenieten, kan zich na het worstenbos nog laven in de clit shop voor wat parafernalia.
Mail naar:
karolien [at] metropolism.com
(€9,95 incl verzending)
Neem nu een abonnement op Metropolis M en bespaar 40%!