metropolis m

Cabaret Crusades: The Secrets of Karbala (Marionette), 2014, Courtesy the artist © M Leuven (foto: Dirk Pauwels).

De overzichtstentoonstelling Dry Culture, Wet Culture van de Egyptische Wael Shawky dompelt de toeschouwer onder in het magisch-realistische oeuvre van de kunstenaar. Als bezoeker reis je mee langs oud en nieuw, oost en west, feit en fictie. Jasper Delva vertelt over de wonderlijke maatschappijen die Shawky optrekt uit asfalt, hout en Venetiaans muranoglas.

Wael Shawky (°1971) is een van de bekendste kunstenaars uit de Arabische wereld. Hij woont en werkt in de Egyptische metropool Alexandrië, de stad van verzwonden monumenten, waar hij ook is geboren. Zijn kinderjaren beleeft hij grotendeels in Mekka. In de jaren zeventig migreren veel Egyptenaren naar Saoedi-Arabië en de Golfstaten om er te werken in de expanderende olie-industrie. Onder hen Shawky’s vader, een ingenieur. De kunstenaar maakt zo de overgang mee van een woestijnland bewoond door bedoeïenen, naar een op olie terende staat met ontzaglijke rijkdom en archaïsche machtsverhoudingen. Deze migratie die hij als kind meemaakt en de maatschappelijke veranderingen die hij tegelijk registreert, staan nog altijd aan de basis van zijn kunstenaarschap.

Met name de beweging van ‘dry culture’, een nomadische woestijncultuur, naar ‘wet culture’, een door irrigatie mogelijk gemaakte cultuur van nederzettingen en steden, is een centraal thema in zijn oeuvre. Zo ook in deze expo in M Leuven, waar Shawky drie langlopende projecten uit zijn oeuvre samenbrengt. Twee ervan zijn tot op vandaag nog altijd in ontwikkeling. Het eerste, The Gulf Project Camp, richt zich op de geschiedenis van het Arabisch Schiereiland. Aan de hand van tekeningen, sculpturen, houtsnijwerken, installaties en films biedt het een overzicht van een kleine vierhonderd jaar geschiedenis en maatschappelijke veranderingen in de regio. Het voert je mee langs nomadische migraties in de 17de eeuw, de komst van Amerikaanse en Britse oliemaatschappijen tijdens het Interbellum en de onafhankelijkheid van de Golfstaten die daarop volgde, naar het hedendaagse landschap.

Cabaret Crusades: The Secrets of Karbala (Marionette), 2014, Courtesy the artist © M Leuven (foto: Dirk Pauwels).

The Gulf Project Camp: The Wall #2

In M creëert hij voor dit project twee nieuwe, zaalvullende installaties. De eerste, The Gulf Project Camp: The Wall #2,  opent de tentoonstelling. Het bouwwerk bestaat uit muren met kantelen en is bedekt met een laag zwart grafiet. De donkere constructie steekt fel af tegen de zachtroze muren van de zaal. Over één van de ringmuren zijn donkerbruine doeken gespannen. Ze hangen vast middels haken die in de muren van de constructie en de zaalvloer zijn aangebracht. Vol met betekenislagen en referenties naar de geschiedenis is het werk typerend voor het oeuvre van Shawky. De doeken doen enken aan de tenten van de berbercultuur en het zacht glinsterende grafiet is een verwijzing naar de olie-industrie die het Arabisch Schiereiland welvaart en conflict bracht. Het werk verbeeldt zo de overgang van het traditionele, nomadische bestaan naar de geïndustrialiseerde samenlevingen van vandaag.

Loop je het kasteel in, dan stuit je op The Mirror: een honderden kilo’s zware maar fragiel ogende glassnede, die blinkt als een ijslandschap. Onderaan het glaswerk zijn figuren te onderscheiden die tenten opzetten, meer naar boven verrijzen steden uit ijzig gesteente. Opvallend genoeg lopen beide taferelen over in elkaar. Boven dat alles, vanop een berg, overschouwt een figuur het schouwspel van verandering. Hij heeft iets weg van de profeet Mohammed of Jezus, maar ik kan niet anders dan er een zelfportret van Shawky in zien. Net als het spel tussen de doeken en de ringmuur geeft The Mirror zo te denken: waarom kijken we zo vaak naar geschiedenis als afgebakende tijdsblokken? Moeten we het niet meer begrijpen als een in elkaar overvloeiend geheel van aan elkaar verwante en niet zomaar te onderscheiden periodes?


Waarom kijken we zo vaak naar geschiedenis als afgebakende tijdsblokken? 

De tweede installatie, The Gulf Project Camp: Drama, verschijnt pas nadat je de rest van tentoonstelling doorloopt. Toch is dit werk onlosmakelijk verbonden met de installatie die de tentoonstelling opent. Hier creëert Shawky een al even oliezwart landschap. Het strekt zich uit over verschillende heuvels en toont een stadsbeeld van monumentale allure: een citadel, mausoleum, vuurtoren, wolkenkrabber, kathedraal, paleis en olieraffinaderij vullen de skyline. Er zijn voltooide gebouwen, maar ook bouwwerven en bouwsels in verval. Allen liggen ze in het verlengde van de Leuvense daken die je ziet vanuit het grote raam in de zaal op de bovenste verdieping van M. Deze ingreep toont de gevoeligheid die Shawky aan de dag legt wanneer het over geschiedenis gaat. Zelfs van een stad die hij vooraf niet kende laat hij haar historiek meeklinken in zijn werk en gaat hij er mee in dialoog.

Net als in The Wall #2 heeft Shawky zo aandacht voor de specifieke historische context van veranderende maatschappijen en stadsontwikkeling. Tegelijk reflecteert hij met Drama over die processen in brede zin en plaatst hij ze in een kritisch daglicht. Modernisering neemt oude stadscentra als dat van Leuven meer en meer over. Historische gebouwen delen het luchtruim met moderne skyscrappers en oude, kasseien paadjes worden overgoten met asfalt. Met Drama drijft Shawky die evolutie tot in het absurde door wanneer hij de hele stad met asfalt overgiet. De warme, donkergele wanden van de zaal creëren bovendien het gevoel dat deze fictieve, supermoderne stad baadt in de ondergaande zon. Een omen? Onder de titel “Drama” is de boodschap van Shawky duidelijk.

Het tweeluik uit The Gulf Project Camp is zo het treffende en erg sprekende start- en eindpunt van deze expo. Onderweg kom je als bezoeker ook nog andere boeiende en indrukwekkende werken tegen. De eerste tussenstop is Cabaret Crusades, een ander langdurige werk uit het oeuvre van Shawky. Het werk, gebaseerd op het boek Les Croisades vues par les Arabes (1982) van de Frans-Libanese schrijver Amin Maalouf en het werk van oude Arabische historici en geografen, zoals Ibn al-Qalanisi, Ibn Jubayr en Ibn al-Athir, brengt films, glazen marionetten, tekeningen en houtreliëfs samen om een ander licht te werpen op de geschiedenis van de kruistochten. Het toont de vele verbindingen die er bestaan tussen de Oosterse en Westerse culturen en tradities. Zo leert de vertaling van Shawky dat de vaak onder de noemer ‘Arabieren’ gegeneraliseerde groep mensen in feite bestond uit Turken, Koerden, Bulgaren, Syriërs en vele andere nationaliteiten. Het toont bovendien hoe Venetië lange tijd een brug vormde tussen beide werelden. Het werk stelt een al te eenzijdige, eurocentrische kijk op de geschiedenis aan de kaak stelt en is door al zijn historische en tegelijk actuele lagen en betekenissen het meest sprekende en resonerende onderdeel van de expo.

In een duistere, donkerblauwe ruimte speelt The Secrets of Karbala, het twee uur durende slotstuk van de gelijknamige filmtrilogie. De waargebeurde verhalen en gebeurtenissen mogen dan gewelddadig zijn, de beelden ademen een bijna naïeve schoonheid. Dat realiseert Shawky met zijn theatrale en magisch-realistische verbeelding. De personages komen tot leven via prachtige, ambachtelijke marionetten uit Venetiaans muranoglas. De Italiaanse stad speelt een belangrijke rol in de film, die gaat over de vierde kruistocht die plaatsvond tussen 1202 en 1204. Het plan van de kruisvaarders was Jeruzalem te heroveren op de moslims. Maar het kwam in Constantinopel, het huidige Istanboel, tot een strijd tussen de West-Europese katholieken en de orthodoxe christenen. De katholieken werden aangestuurd vanuit Venetië.

De gezichten van de verbluffende marionetten, geïnspireerd op Sub-Saharaanse Afrikaanse maskers, vertonen, ondanks alle tumult, opvallend genoeg geen enkele emotie. Wel spreken ze in erg theatrale diepe of juist hoge stemmen en kussen ze elkaar met een luide smakkerd. Het zorgt voor een dubbel gevoel. Enerzijds creëren de emotieloze poppen afstand; ze krijgen geen enkele ruimte voor interpretatie of emotie met hun glasharde gezichten. Anderzijds doen deze ambachtelijke hoogstandjes de gewelddadige film baden in een haast feeërieke en kinderlijke sfeer.

 

The Gulf Project Camp: The Mirror (after Mir Sayyid Ali's 'A Camp Scene', 1550-1574 CE), 2022, Courtesy the artist and Lisson Gallery © M Leuven (foto: Dirk Pauwels).

Naast de film toont Shawky de prachtige glazen marionetten zelf. Ze zijn zo opgesteld dat het lijkt alsof ze met elkaar interacteren. Net zoals in de film zijn de touwtjes waarmee de poppenspeler ze kan manipuleren goed zichtbaar. Zijn we niet allemaal slechts marionetten die gehoorzamen aan de touwtjes van politieke en economische machten? Zitten we niet allen vastgeknoopt aan de grillen van de geschiedenis? Het glas waaruit de poppen gemaakt zijn roept vragen op over de fragiliteit van mens en maatschappij. De film is bovendien verontrustend actueel, want zijn de kruistochten niet nog altijd aan de gang? Referenties aan de hedendaagse geopolitieke context zijn talrijk. Cabaret Crusades roept beelden uit de burgeroorlog in Syrië, het nieuwe regime in Afghanistan of het nog steeds woedende conflict tussen Israël en Palestina op.

The Gulf Project Camp: Drama, 2022, Courtesy the artist © M Leuven (foto: Dirk Pauwels).

Behalve de filmtrilogie en haar glazen personages bestaat Cabaret Crusades ook uit houten reliëfs en tekeningen die episodes uit de geschiedenis van de kruistochten verbeelden. De houten reliëfs, kopieën van de schilderijen Jacopo Tintoretto uit de 17de eeuw en Claude Jacquand uit de 19de eeuw, zijn hard en realistisch. Ze doen Middeleeuws en religieus aan en vormen een interessante verbinding met de oudere stukken uit de collectie van M. Maar wat weergeven wordt door Tintoretto en Jacquand heeft, in tegenstelling tot de gebeurtenissen in de film, nooit plaatsgevonden. Het zijn niet meer dan gefictionaliseerd momenten of zelfs propaganda. Het is misschien daarom dat op elk van de reliëfs een of meerdere magische wezens zijn toegevoegd door Shawky. Met deze eenvoudige ingreep doorprikt hij de menselijke illusie dat beelden niet liegen en confronteert hij ons met de manier waarop we naar zogezegd historische artefacten kijken. We kennen hun waarheidsgehalte niet en toch zijn we geneigd ze als historische werkelijkheid te zien en te aanvaarden.

Tot slot is er nog de The Cave waarin Shawky zichzelf laat filmen terwijl hij door een supermarkt wandelt en Surah Al-Kahf (‘Hoofdstuk van De Grot’) uit het hoofd citeert. Het kernverhaal van die surah heet ‘Metgezellen van de grot’, dat vertelt over een aantal mannen die ontsnappen aan een tiran door zich te verstoppen in een grot en er 309 jaar te slapen, tot er een betere heerser opstaat. Het is een metafoor voor migratie en symboliseert de geschiedenis van het Arabisch Schiereiland. Shawky filmde drie versies van de The Cave, telkens in een supermarkt van de stad waar hij tijdelijk verbleef: Istanboel (2004), Hamburg (2005) en Amsterdam (2005). The Cave krijgt daarmee ook een biografische lading.

De film toont Shawky in een hyperkapitalistische omgeving, vol met dagdagelijkse producten en consumenten. Daar brengt hij een religieus en spiritueel verhaal dat doet stilstaan bij en het leven van alledag overstijgt. The Cave toont zo twee systemen die schijnbaar niets met elkaar te maken hebben: een supermarkt en het heilige schrift. Wil Shawky zo de afstand tussen religie en cultuur overbruggen? Of juist duidelijk maken dat de kapitalistische en spirituele wereld niet met elkaar verenigbaar zijn? Of gaat het net om het ontwaken dat centraal staat in de parabel? Kunnen we via religie en spiritualiteit wakker geschud worden uit de kapitalistische nachtmerrie?

In de film draagt Shawky een net pak, waardoor hij iets wegheeft van een televisiereporter die ergens over bericht. Onderaan de video lopen, als in een nieuwsbericht, Arabische woorden in hoog tempo en in felgroen over het scherm. Het zijn de religieuze woorden die Shawky citeert. Opnieuw vermengt hij feit en fictie en, net als in Cabaret Crusades, steekt de vorm sterk af tegen de inhoud van het werk. Maar waar laatstgenoemde feitelijke gebeurtenissen in een magisch-fictieve vorm vertelt, draait Shawky in The Cave de logica om. De fictieve en speculatieve surah krijgt een realistisch kantje door de manier waarop Shawky het ten tonele spreidt. Zo doet hij ons opnieuw stilstaan bij de manier waarop we naar al dan niet waargebeurde en verzonnen beelden en verhalen kijken en ze als reëel of fictief ervaren.

De overzichtstentoonstelling Dry Culture, Wet Culture neemt waargebeurde situaties uit de Arabische geschiedenis en plaatst ze vervolgens in een fictieve, zelfs magische context of doet speculatieve, spirituële verhalen uit het heilig schrift verschijnen als ogenschijnlijk feitelijke nieuwsberichten. In dat spanningsveld tussen feit en fictie, creëert Shawky niet alleen een bijzonder kunstzinnige ervaring, hij laat ook, en misschien vooral, zien dat de geschiedenis bovenal een menselijke constructie is en dat we oude en nieuwe kunst- en historische objecten niet zomaar neutraal kunnen bekijken. Onze blik erop wordt vooral gestuurd door wie de pen, de camera of de touwtjes vasthoudt. Tezelfdertijd vertaalt Shawky deze geschiedkundige feiten en verhalen en plaatst ze in nieuwe contexten. Dat zorgt niet alleen voor een treffende actualisatie van die geschiedenis, het doet ook nieuwe, ongekende aspecten over verleden én heden naar de bovengrond drijven. Dry Culture, Wet Culture, als expo en als onderdeel van het oeuvre van Skawky, is zo een fascinerend en indrukwekkend geheugenproject, een middel om andere manieren van herinneren mogelijk te maken en de basis te leggen voor een poreus en meerstemmig historisch besef.

Dry Culture, Wet Culture is nog t/m 28 augustus 2022 te zien in M Leuven

Jasper Delva

is socioloog en schrijft over kunst en cultuur

Recente artikelen