metropolis m

Wessel Verrijt

Alleen de locatie van de h3h biënnale is al een bezoek waard. De Heilige Driehoek in Oosterhout verbindt drie grote kloosters met elkaar, langs een met oude bomen omzoomde klinkerweg. 

Er wordt nog gebeden door kloosterlingen, maar niet meer zo massaal als een halve eeuw geleden. De leegloop is zo ernstig dat de kloosters allerlei activiteiten zijn begonnen om overeind te blijven. Het ene klooster is een retraite-centrum, het andere heeft een wijngaard en een restaurant. In het derde klooster is na het vertrek van de laatste monniken de Franse apostolische leefgemeenschap Chemin Neuf neergestreken, die er oecumenische weekenden organiseert. De landerijen zijn verpacht, nu er geen monniken meer zijn om ze te onderhouden. De grond was bijna verkocht aan projectontwikkelaars die er appartementencomplexen wilden gaan bouwen. Maar daar staken bewoners een stokje voor. Met een stichting werken ze aan het behoud van de historische driehoek en geven de kloosters een nieuw cultureel profiel om hun positie in de samenleving nieuw leven in te blazen. In dat kader is ook een biënnale opgericht waarvan momenteel de derde editie plaatsvindt, met als thema Geloof.

In de bezoekersgids vertellen de curatoren Hendrik Driessen en Rebecca Nelemans, die ook de samenstelling van de vorige editie van de biënnale verzorgden, dat ze het thema opgevat hebben als het meer seculier klinkende ‘vertrouwen en overtuiging’. Dat vind ik wel jammer, want geloof is wel een intrigerend begrip, juist in deze seculiere tijden waarin zeker in de kunst voortdurend verschuivingen plaatsvinden, vroegere dogmata niet langer geloofwaardig blijken, en ineens allerlei nieuwe, soms uiterst wankele geloven worden beleden alsof het gebeiteld staat.

Om de week lees ik van avondlijke heksenbijeenkomsten en andere wichelarij, rondom zonnewendes en dergelijke, waar hele magazines over worden volgeschreven en Studium Generale programma’s aan worden gewijd. Als er iets leeft in de kunstgemeenschap, zou je denken, is dat wel geloof (of misschien moet ik het als ex-katholiek bijgeloof noemen, zoals ik dat van huis uit heb geleerd). 

Als ik in Oosterhout rondloop blijkt het thema, zelfs in zijn geseculariseerde vertaling die de curatoren eraan geven, niet heel erg van belang. De kunstenaars lijken vooral aan de haal te zijn gegaan met het kloosterleven zelf. Steeds weer zie je in de werken van de kunstenaars hun fascinatie voor het kloosterbestaan terug, dat ze vermoedelijk net als veel bezoekers voor het eerst van nabij meemaken, en dat – moet gezegd – ook bijzonder is en blijvend fascinerend, vooral bij de zusters van de Onze Lieve Vrouwe Abdij, die zich achter tralies hebben opgesloten, en nog altijd daar verblijven, buiten het zicht van de nieuwsgierige bezoekers. Ze leven er in alle stilte (zonder te spreken), om te bidden en te werken.

Wessel Verrijt

Folkert de Jong

David Claerbout

Ik zie die fascinatie terug in de vreemde figuren van Wessel Verrijt die je ontvangen kort na de entree. Hoewel het gekke vogels zijn, krijgen ze door hun terugkerende blauwe accenten iets van een mysterieuze congregatie die op het veld samenkomt. Ik zie het ook bij Folkert de Jong die een imponerende beeldengroep plaatste op het voorplein van het oudste klooster. ‘Weners’ zijn het, een sculpturaal type dat onder de naam Pleurants bekend is van eeuwenoude Franse praalgraven. De Jong drukt er eenzaamheid mee uit, vertelt hij in de bezoekersgids, van mensen om wie niemand zich bekommert. Hier vormen ze voor mij eerder een gemeenschap op zichzelf, treurend om het leed van de wereld en ostentatief hopend op herstel.

Erg kloosterlijk pakt ook het eigenlijk helemaal niet kloosterlijk bedoelde werk van David Claerbout uit. Hij vertoont op een groot scherm zijn remake van Disneys Junglebook, in een voor de gelegenheid aangepaste montage. Je ziet de dieren traag en verveeld voortbewegen door het groen. Verstoken van doelgerichte activiteiten drukken ze een andere vorm van bestaan uit, meer bezonken, vertwijfeld ook: wat doen we hier?

Ja, wat doen we hier? Deze editie van de h3h biënnale is er een die duidelijk niet tegen de haren in wil strijken. Het is een ‘zondagstentoonstelling’, een die zich voegt naar de omgeving, misschien wel iets te veel. Het is er een die met harmonie als model geen problemen wil, ze daarom ook niet opzoekt, en liever alle onrust van de wereld ver op afstand houdt. Precies zoals kloosters dat gewend zijn te doen. 

De kunstenaars in deze editie van de h3h biënnale plaatsen zich als monniken buiten de tijd, om daar, geheel vrijwillig en weg van de waan, de ruimte te vinden zich te wijden aan andere zaken, met een andere aandacht. Neem Lourdes TV in de montage van Paulien Oltheten, dat getoond wordt in een bijgebouw van het oudste klooster van de drie. Het werk ontneemt me mijn tempo en dwingt me te kijken naar bijna niets, het onopmerkelijke dat ineens opmerkelijk blijkt. In deze omgeving spreekt vooral die vertraging aan, die moet leiden tot de observatie zonder climax, waarin kleine gebaren ineens betekenis krijgen, tenminste als je ze wil zien, je er het geduld voor hebt en je je daarvoor kunt openstellen – wat, valt me op, niet veel bezoekers kunnen.

De kunstenaars in deze editie van de h3h biënnale plaatsen zich als monniken buiten de tijd, om daar, geheel vrijwillig en weg van de waan, de ruimte te vinden zich te wijden aan andere zaken, met een andere aandacht

Er zijn in Oosterhout meer goede werken. Soms speciaal gemaakt zoals een stemmig en subtiel geluidswerk van Elise ’t Hart, die je in de ‘onzichtbare’ gemeenschap van de vrouwenabdij trekt met zinderend gezang als apotheose; soms rechtstreeks uit het museum, zoals de perfect geplaatste zwarte poort van JCJ Vanderheyden, die in de hal van een van de kloosters de toegang naar de hemel aangeeft. 

Een hoogtepunt vormt de tuin van Rudi Luijters. Lang geleden ingezaaid en nu in bloei. De tuin is gelegen op een kruispunt van wegen, tussen de drie kloosters, met borders in de vorm van een kruis. De grote kaardenbol heeft hij al in het voorjaar van 2022 opgekweekt tot plant omdat hij, wist hij, pas in de tweede zomer bloeit. En de bloei, daar ging het hem om.

Rudy Luijters

De zaaddozen trekken de distelvink aan (het puttertje), een vogeltje dat in de schilderkunst symbool staat voor de kruisdood van Christus. Het diertje zou zijn rode kop gekregen hebben nadat het een doorn uit Jezus’ voorhoofd pikte en met bloed werd bespat.

Hier in de Heilige Driehoek, met al die gebundelde vroomheid, moet het wel een keer gebeuren, dat het vogeltje zich meldt om zich aan de bloem te voeden. Het lijkt me een magisch moment, als de distelvink met z’n rode kop daar op de grote kaardenbol neerstrijkt. Maar ik heb helaas niet het geduld daar nog langer op te gaan wachten en trek verder, denkend dat ik iets beters te doen heb. 

h3h biënnale Oosterhout, nog t/m 16 juli. Meer info HIER

MMV Ghada Amer, Maarten Baas, David Bade, Marwan Bassiouni, David Claerbout, Delphine Courtillot, Anne Geene, Lisette de Greeuw, Loek Grootjans, Elise ’t Hart, Frank Havermans, Laura Henno, Ann Veronica Janssens, Folkert de Jong, Alicja Kwade, Rudy Luijters, Rick van Meel, Paulien Oltheten, Kathrin Schlegel, Fiona Tan, Fran Van Coppenolle, Ine Vermee, Wessel Verrijt, Dré Wapenaar en Romee van Oers. Daarnaast is er ook werk geselecteerd van de overleden kunstenaars Piet den Blanken en JCJ Vanderheyden.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen