metropolis m

Gweni Llwyd

De afstudeertentoonstellingen van de verschillende afdelingen van het Piet Zwart Instituut in Rotterdam vinden plaats op verschillende tijden en locaties. Lena van Tijen maakte een rondgang langs Lens-Based Media, Interior Architecture en Fine Art en vertelt over de werken die indruk op haar hebben gemaakt.

De Graduation Show van Piet Zwart heeft één minpunt: de presentaties van de verschillende opleidingen liggen in sommige gevallen wel een week uit elkaar. Dat tentoonstellingen plaatsvinden op verschillende locaties in Rotterdam centrum is geen onoverkoombaar probleem. De afstand in tijd is dat natuurlijk ook niet, maar onhandig is het wel. Vooral als je een impressie wil krijgen (en geven) van het instituut als geheel. De verschillende studierichtingen liggen ook op inhoudelijk vlak uit elkaar.

Een overkoepelende duiding is daardoor (waarschijnlijk) niet van toepassing. Maar toch, het versnipperde karakter van de Graduation Show zou ertoe kunnen leiden dat de tentoonstelling in totaal minder bezoekers trekt dan gehoopt, en dat is jammer. Vooral gezien het hoge niveau van de afstuderende kunstenaars. Ach, het is zoals het is. En voorgaande jaren was het ook zo. Hoewel ik kan begrijpen dat de opleidingen zich als autonome entiteiten willen presenteren is het, met het oog op bezoekersaantallen, wellicht een punt om in de toekomst over na te denken. Tot zover mijn praktische bedenkingen, nu mijn inhoudelijke bevindingen.

Lens-Based Media

Ik bezoek de afstudeertentoonstelling van de Master Lens-Based Media tijdens de opening. De tentoonstelling is verspreid over twee locaties, de presentatieruimte van V2_ in de Eendrachtsstraat en UBIK, het theater van WORM in de Boomgaardsstraat daar vlakbij. De titel van de tentoonstelling is 54 BPM en het geheel is gecureerd door Florian Weigl, curator bij V2_ ,in samenspraak met de deelnemende kunstenaars Garvan Corr, Aitan Ebrahimoff en Shannon Liang.

De eerste locatie die ik tijdens de opening aandoe is V2_. Wat mij gelijk opvalt is de kwaliteit van de curatie. Hoewel de ruimte vol staat met schermen, lijken de werken niet om aandacht te vechten. Naast elkaar geplaatste films vullen elkaar aan, maar schuren ook. Het beste voorbeeld van zo’n evenwichtsoefening vind ik de plaatsing van Aitan Ebrahimoffs documentaire Parasite by Proxy naast Maruša Vehovars documentaire Tvoj Boris (Your Boris). Niet alleen zijn de films individueel zeer sterk, ook hun samenspel is uiterst succesvol.  

Maruša Vehovar en Aitan Ebrahimoff

Maruša Vehovar

In Parasite by Proxy stelt Ebrahimoff vragen over zijn eigen Joodse slachtofferschap én privilege door zich te verdiepen in zijn Joods-Perzische familiegeschiedenis. Zo bezoekt hij in zijn documentaire een Crypto Druze (een religieuze minderheid in het Midden-Oosten die hun geloof geheimhoudt) die handelt in cryptovaluta. Ebrahimoff doet dit omdat de sociaalmaatschappelijke positie van de cryptohandelaar parallellen vertoont met die van zijn overgrootvader Haji.

Naast het werk van Ebrahimoff is nog een poëtische documentaire te zien waarin een kunstenaar kijkt naar haar eigen achtergrond. In Tvoj Boris (Your Boris) reconstrueert Vehovar het leven van de Sloveense beeldhouwer Boris Kalin. Kalin is de overgrootvader van de kunstenaar. In de film onderzoekt zij hoe ze zich tot zijn artistieke erfenis verhoudt. Een mooie scène vind ik die waarin Vehovar zelf plaats neemt voor een spiegel waarop ze een foto van haar overgrootmoeder (Zora Kalin) heeft bevestigd. Vanuit verschillende oogpunten probeert Vehovar haar kapsel en gezichtsuitdrukking op die van haar overgrootmoeder af te stemmen. Even later wordt een woonhuis gefilmd vol beelden van Kalin. Te horen is de stem van Vehovar die zegt: ‘Who am I? Who are these muted ghosts from my past? They seem like active members of my family. In the material of the marble, can I read who they are? Can I read who I am?’

Zowel het werk van Ebrahimoff als dat van Vehovar vertelt in meer of mindere mate een persoonlijk verhaal. Als ik de films van een afstandje tegelijkertijd bekijk valt me op dat er op beide schermen precies op hetzelfde moment door fotoalbums gebladerd wordt. Nóg interessanter wordt dit samenspel in de parallelle scènes die op het bladeren volgen. Bij Ebrahimoff wordt er plaats gemaakt voor beelden van de cryptobelegger in het hedendaagse Israël, onder begeleiding van dreunende elektronische muziek. Bij Vohovar klinkt in de achtergrond een orgelconcert van Bach en blijven we in het verleden, bij de sculpturen en brieven van haar overgrootvader.

Helaas is de tentoonstelling bij UBIK minder sterk dan die bij V2_. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het theater van zichzelf wat groezeliger is. De werken die hier bijeen zijn gebracht lijken daarnaast ook meer op eilandjes. Ergens in de ruimte staat een halve cirkel campingstoeltjes. Ergens anders een halve cirkel gemaakt van lappen stof.

Pelle Nijburg

In dit afgebakende landschap valt één werk het meeste op: Carnation van Pelle Nijburg. De korte documentaire is een liefdevol portret van twee mannen in een vervallen huis. Een van de twee probeert voor de ander te zorgen. Een tedere scène is die waarin de zorgzame man de schoenen van de andere man aantrekt. Carnation is een echte slice-of-life-film, zij het dat de levens waaruit geserveerd wordt ietwat excentrieker zijn dan het gemiddelde. Het is een doorvoelde documentaire die ook nog eens cinematografisch gezien hoge ogen gooit. In de aftiteling van haar film bedankt Pelle Nijburg Henk van der Ploeg en Rinke Nijburg. Zo lijkt ook dit werk weer een persoonlijke invalshoek te hebben. Het vertrekken vanuit de eigen omgeving en achtergrond is de Lens-Based Media-studenten dit jaar duidelijk goed afgegaan.

Interior Architecture: Research + Design

Ruim een week na mijn bezoek aan V2_ en UBIK sta ik op de derde verdieping van het Nieuwe Instituut waar de tentoonstelling Anything that is alive cannot be in the gallery space van Interior Architecture is te zien. Voor wie er nog nooit is geweest: de derde verdieping van het Nieuwe Instituut heeft een bijzondere indeling. Het bestaat uit vijf naast elkaar gelegen gangen. Aan weerzijde van iedere gang bevinden zich betonnen muren en de vloer is een metalen raster waardoorheen je de onderliggende tentoonstellingsruimte kunt zien. De kunstenaars die hun werk op deze uitdagende plek tentoonstellen hebben de ruimte ten volste benut. In iedere gang zijn werken van twee kunstenaars te zien en over de combinaties is ook hier weer goed nagedacht.

Mijn favoriete gang is de tweede. Hierin zijn de textielinstallatie Woven Treshold van Julia Woch en de video’s en fysieke restanten van de performance My Hair is an Alive Archive van Ruth Gonzalez te zien. De werken reflecteren op textieltechnieken (Woch) en haarknippen (Gonzalez), bezigheden die van oudsher in verband gebracht worden met vrouwelijkheid. De kunstenaars bevragen deze connotaties door aspecten van de door hun gekozen arbeid uit te vergoten of door de nijverheden nét iets anders te beoefenen dan oorspronkelijk bedoeld.

Julia Woch

Ruth Gonzales

Ruth Gonzales

Een gang verder zijn Laboratory: The Production of Space by the Material Itself van Pascale Ritter en How to set up a market stall van Paulina Sycha tentoongesteld. In deze werken staan materiaal en handeling centraal. Ritter kijkt met haar werk, dat bestaat uit een verzameling poreuze pilaren, naar hoe de identiteit van een materiaal een ruimte vorm kan geven. En Syncha bekijkt op haar beurt hoe een object – in dit geval een boodschappentas – zou kunnen helpen bij het creëren van gemeenschapszin, in plaats van zich te richten op de individualiteit van de drager. Dit doet ze door boodschappentassen te ontwerpen waar meerdere dragers en goede onderlinge afstemming voor nodig zijn.

In de een-na-laatste gang staan twee werken die hun oorsprong vinden in landschappen. De landschappen waar zij op reflecteren zijn echter elkaars tegenovergestelde. In The Desert land, een video en onderzoeksarchief, kijkt Maya Kumari Suthar naar de koloniale exploitatie van de Tharwoestijn. Even verderop is An Uncanny Valley: Nature Modelled After Images van Andreas Höfert te zien, waarin er juist een fictief technologisch landschap wordt gecreëerd dat doet denken aan de Alpen. Beide werken hebben iets sereens. Het enige jammere is dat een installatie geïnspireerd op het luchtalarm in de gang ernaast deze rust om de zoveel tijd verstoort.

Maya Kumari Suthar

Andreas Höfert

Net als bij Lens-Based Media, is er bij de Graduation show van Interior Architecture weer sprake van een sterk gecureerde tentoonstelling. De bijbehorende tentoonstellingsflyer is daarbij, op wat wollig taalgebruik hier en daar na, uiterst professioneel in opzet en in vormgeving.

Fine Art

Op dezelfde dag dat ik het Nieuwe Instituut bezoek, bezoek ik ook de ateliers van de masterstudenten Fine Art aan het Karel Doormanhof. In tegenstelling tot de afstudeertentoonstellingen van de andere studierichtingen is deze Graduation Show, met als titel ‘Four Meter High Ceilings’, wat bescheidener in opzet. Met het Piet Zwart zelf als locatie krijgt de tentoonstelling al snel iets schools. Daar weet ze onvoldoende aan te ontsnappen; de curatie is hapsnap, de flyer broddelwerk. Desalniettemin zijn er ook hier weer kunstenaars die weten te verassen. Een van hen is Gweni Llwyd.

Gweni Llwyd

In haar overweldigende installatie Membrane creëert Llwyd een ervaring die het best kan worden omschreven als het kijken naar een tekenfilmversie van een film van David Cronenberg, en dat tijdens een XTC-trip. Hoewel de animatie, getoond in de door haar ingerichte broeikastent, slechts enkele minuten in beslag neemt, staat de belevenis ervan gelijk aan het kijken naar een horrorfilm van minstens anderhalf uur.

Twee andere werken die ik graag wil uitlichten zijn de geometrische schilderijen van Marlee McMahon en de houtskooltekeningen van Nadine Ghandour. De schilderijen van McMahon doen denken aan het werk van Turner Prize-winnaar Tomma Abts, maar dan uitgevoerd met een wat ingetogener kleurenpalet. En de tekeningen van Ghandour vormen, net als de installatie van Llwyd, een wereld op zich. De kunstenaar noemt ze ‘schetsen van komisch verdrietige wezens die wonen in een fast-foward-stad’. Ghandour horen vertellen over haar werk is een deel van de ervaring. Haar verhalen zijn vermakelijk, zo leuk zelfs dat ik hoop er in de toekomst meer van te horen.  

Marlee McMahon

Nadine Ghandour

De afstudeertentoonstelling van de Fine Art is dan misschien niet zo gelikt als die van de andere opleidingen van het Piet Zwart Instituut, het is wel de enige die me aan het gruwelen én aan het lachen heeft gemaakt. Op het eerste gezicht lijkt de groep beeldend kunstenaars, in vergelijking met hun film- en interieurarchitectuurcollega’s, de afstudeertentoonstelling wat minder serieus te nemen. Niks is echter minder waar. Deze kunstenaars houden zich niet zo bezig met de uiterlijke opsmuk van hun tentoonstelling. Hoewel iets meer opsmuk welkom was geweest, is het werk erg goed in haar bescheidenheid.

Alle foto’s zijn gemaakt door de auteur

Klik hier voor meer informatie over de afstudeerpresentaties van het Piet Zwart Instituut

Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen