metropolis m

Ana Bravo Pérez, ‘If we remain silent’, 2023, filmstill

Met haar even subtiele als confronterende tentoonstelling If we remain silent doet Ana Bravo Pérez een voorstel voor een anti-monument ter nagedachtenis aan vermoorde vrouwelijke landverdedigers en klimaatactivisten in Abya Yala. Ze noemt zestien van deze vrouwen bij naam en citeert één van hen: ‘Als we zwijgen, zullen ze ons vermoorden. En als we spreken, hetzelfde. Vandaar dat wij spreken.’

Boven het vredige spinnen van filmprojectoren klinken namen door de verduisterde zalen van Casco Art Insitute: Working for the Commons in Utrecht. Ik ben langsgekomen om de tentoonstelling If we remain silent van Ana Bravo Pérez te bekijken en ontmoet de kunstenaar op de begane grond, in het kantoor annex open archief. Bravo Pérez vertelt dat ze uit Pasto komt, een stad die binnen de grenzen van Colombia ligt – en die van Abya Yala, een Kuna term die sinds de precolumbiaanse tijd door inheemse volken wordt gebruikt om te refereren aan het gehele Amerikaanse continent.

Bravo Pérez neemt in haar praktijk vaak haar eigen ervaringen van migratie en leven in de diaspora als startpunt voor uitgebreid artistiek onderzoek. Geweld is een terugkerend thema in haar werk, maar in plaats van dit te reproduceren ligt de uitdaging er voor haar in om het op subtiele manieren opnieuw vorm te geven, zodat haar werk kan bijdragen aan het helen van de wonden van het kolonialisme.

‘Ana Lucía Bisbicús, Adelinda Gomez Gaviria, Yolanda Maturana Bonilla, Virginia Silva’

In If we remain silent doet Bravo Pérez een voorstel voor een feministisch en dekoloniaal anti-monument. Wanneer ik haar vraag wat zij precies verstaat onder een ‘anti-monument’ refereert ze aan het gebruik van de term in Europa met betrekking tot de Holocaust. De term werd in de jaren negentig bedacht door James E. Young die opmerkte dat veel Duitse kunstenaars een diep wantrouwen koesterden tegenover vrijwel alle vormen van monumentaliteit omdat dergelijke beeldtaal systematisch en grootschalig was ingezet door de nazi’s. Volgens Young koesterden veel kunstenaars uit zijn eigen generatie een diep verlangen om zich te onderscheiden van hun voorgaande generatie door nieuwe vormen van herinnerings- en gedenktekens te ontwikkelen.

Bravo Pérez vat samen dat anti-monumenten de kracht van het traditionele monument – om volledigheid of een gevoel van afronding van de geschiedenis te suggereren, of om zogenaamd idealen als schoonheid en rechtvaardigheid te belichamen – uitdagen. ‘Een anti-monument belichaamt eigenlijk alles wat een monument niet is. Veel Westerse monumenten zoals we die kennen zijn uitgesproken mannelijk, dragen een geschiedenis van onderdrukking of kolonialisme in zich, en zijn gemaakt van harde, koude en gesloten materialen zoals steen, marmer of metaal. Een anti-monument is een generatief, vergankelijk en tactiel gedenkteken ontstaan uit co-creatie als symbolisch verzet tegen de vergetelheid en als medium om te reflecteren op sociaal onrecht in het verleden en het heden, om de herinnering aan bepaalde gebeurtenissen of slachtoffers levend te houden, en om vorm te geven aan verandering.’

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, foto Francisco Baquerizo Racines

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, filmstill

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, filmstill

In Latijns-Amerika kent het anti-monument een rijke traditie.[1] Een bekend voorbeeld is het werk Fragmentos (2018) dat Doris Salcedo maakte in samenwerking met architect Carlos Granada in Bogotá. Het werk neemt de vorm aan van een donkergekleurde galerievloer bestaande uit grote, koude tegels. Salcedo smolt er 37 ton aan pistolen, geweren en raketwerpers voor om, die kort daarvoor door de guerrillabeweging Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC) waren ingeleverd bij de Verenigde Naties – zoals afgesproken in het vredesakkoord dat ze in 2016 sloten met de Colombiaanse overheid. De oorlog had 52 jaar geduurd, aan 260.000 mensen het leven gekost en had zeven miljoen mensen van hun territoria verdreven. Toen Salcedo de opdracht kreeg een monument te maken, reageerde ze sceptisch. ‘Een monument is een instrument om dingen te vergeten, om ze onzichtbaar te maken. Bovendien zijn wapens en oorlog geen dingen die gevierd moeten worden.’ Zelf noemde ze Fragmentos dan ook een anti-monument.[2]

‘Cristina Bautista Taquinás, María Ofelia García, Magdalena Cocubana, Luz Aida Conchave Lan’

De onzekerheid en het gevaar, vertelt Bravo Pérez, zijn met het tekenen van het vredesakkoord echter niet verdwenen. In de tentoonstellingstekst lees ik dat Colombia al tien jaar het dodelijkste land ter wereld is voor landverdedigers. Maar, vult Bravo Pérez aan, ook femicide is nog altijd een groeiend probleem, met name onder de inheemse bewoners van het Amazonegebied en de klimaatactivisten die het willen beschermen. De titel van de tentoonstelling, If we remain silent, leende Bravo Pérez van Cristina Bautista Taquinás, de in 2019 vermoorde sociale leider van de Nasa uit Cauca, aan de westkust van Colombia. Een aantal dagen voordat ze om het leven werd gebracht, sprak ze op een demonstratie de woorden: ‘Si nos quedamos callados nos matan. Y si hablamos también. Entonces, hablamos’ – ‘Als we zwijgen, zullen ze ons vermoorden. En als we spreken, hetzelfde. Vandaar dat wij spreken.’ Het anti-monument dat Bravo Pérez voorstelt in de tentoonstelling is een gedenkteken voor Bautista Taquinás en voor vijftien andere inheemse, Afro-Colombiaanse en andere vrouwelijke sociale leiders en landverdedigers die vermoord werden omdat ze hun leefgebied wilde beschermen.

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, foto Francisco Baquerizo Racines

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, foto Francisco Baquerizo Racines

Ana Bravo Pérez, 'If we remain silent', 2023, foto Francisco Baquerizo Racines

We lopen de trap op naar de bovenverdieping van Casco Art Institute, waar de tentoonstelling te zien is. De vier zalen zijn verduisterd, in drie ervan spinnen ouderwetse filmprojectoren meters celluloïde filmstroken door de zaal. De stroken vormen op de muur in elke ruimte een andere grafiek, die nauwkeurig de statistieken laten zien die door de titel erboven wordt samengevat: Loss of land defenders (de grafiek buigt omhoog om de moordcijfers weer te geven), Loss of biodiversity (omlaag, om de afname te spiegelen) en Loss of rainforest (nog steiler omlaag). De films, die geprojecteerd worden op handgevlochten bomen van goudgeel Toquilla-riet, tonen in alle drie de zalen documentatiemateriaal van een performance die Bravo Pérez ontwikkelde in samenwerking met performance kunstenaar Flavia Pinheiro. In de korte, experimenteel gemonteerde films zijn groepen vrouwen en queer mensen uit de diaspora van Abya Yala te zien, die met stroken textiel in hun armen wiegende bewegingen maken, op de grond gaan liggen en weer opstaan, of de textielstroken omhoog houden naar de camera.

In een vierde ruimte staan schotten gebouwd van rotan, waartussen diezelfde stroken textiel gespannen zijn. ‘Alle materialen zijn afkomstig uit Abya Yala en bewerkt volgens voorouderlijke technieken’, vertelt Bravo Pérez. ‘Er zijn veel coöperatieven van vrouwen die hun man, vader of vriend verloren hebben. Ze werken volgens authentiek traditionele methodes en met natuurlijke materialen. Hun werk is daarmee een voortzetting en belichaming van voorouderlijke tradities, maar het is ook een manier om inkomen te genereren.’ Ik loop door de schotten die op zo’n manier geplaatst zijn dat er een labyrintische vorm ontstaat. Ik lees de namen die in de stroken textiel zijn geborduurd.

‘María Nelly Cuetia Dagua, Ilia Pilcué Yule, Sandra Liliana Peña Chocué, Carmen Ofelia Cumbalaza’

Bravo Pérez vertelt dat de tentoonstelling het resultaat is van een meerjarig onderzoek dat ze samen met curator Joram Kraaijeveld opzette en uitvoerde. Een belangrijk onderdeel hiervan waren mingas: een Kichwa concept voor een bijeenkomst van vrienden, kennissen en buren, waarin samengewerkt wordt richting een gezamenlijk doel. De mingas die Bravo Pérez initieerde waren toegankelijk voor kunstenaars, vrienden, buren en supporters, met name uit de Colombiaanse diaspora, en kunnen grofweg in drie fases worden onderverdeeld.

In de eerste minga werd textiel – volgens voorouderlijke tradities gemaakt door weefcoöperatie Lienzo de la Tierra in Charalá – gekleurd met natuurlijke pigmenten van inheemse Colombiaanse planten. In de tweede en derde minga borduurden de deelnemers de namen van zestien vermoorde sociale leiders in het textiel. In de overige mingas werden deelnemers uitgenodigd om elementen uit belichaamde voorouderlijke herinneringen van Abya Yala te onderzoeken en op basis daarvan collectieve performatieve bewegingen te ontwikkelen. De performance die daaruit voortkwam, voerden ze uit op het plein voor het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.

Ana Bravo Pérez, minga: Healing Colors, 2023

Ana Bravo Pérez, minga: Embroidering for our Sisters, 2023

Ana Bravo Pérez, minga: Bodily Remembering, 2023

Hetzelfde plein was de afgelopen jaren al meermaals het decor voor demonstraties georganiseerd door de Colombiaanse diaspora om de aandacht te vestigen op de toenemende verdwijningen en moorden op inheemse bewoners en landverdedigers. Bravo Pérez: ‘Enkele van de deelnemers aan de performance hebben Colombia daadwerkelijk moeten ontvluchten omdat ze hun leven daar niet zeker waren. Het was daarom belangrijk om de performance bij het ICC te doen, omdat het een van de instituten is die hebben bijgedragen aan het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de FARC. Er zijn bijvoorbeeld ook regelmatig demonstraties bij het hoofdkantoor van de EU in Brussel en bij de Verenigde Naties in Geneve. Deze instituten moeten verantwoordelijk gehouden worden voor de investeringen die door Europese bedrijven gedaan worden in mijnbouw, monocultuur en andere vormen van extractie die gemeenschappen en ecologische gebieden verwoesten. Na het vredesakkoord heeft de FARC hun territoria verlaten, waarna in deze gebieden allerlei projecten van internationale bedrijven zijn opgezet, met alle gevolgen van dien. Het is nog altijd niet veilig in Colombia.’

‘Leidy Viviana Trompeta, Oneida Argenis Yatacué, Beatriz Helena Cano Uribe, Carlota Isabel Salinas Pérez’

Sinds een jaar is er in Colombia voor het eerst in de geschiedenis een linkse regering aan de macht, geleid door Gustavo Petro. Deze regering toont zich eindelijk betrokken met het lot van de activisten. Hopelijk leidt het tot verandering: in 2022 alleen al werden 186 landverdedigers en milieuactivisten vermoord, volgens de tentoonstellingstekst is dat bijna de helft – 46% – van het wereldwijde aantal.[3] De moordenaars worden door de Colombiaanse regering niet alleen niet vervolgd, er wordt ook weinig gedaan ter voorkoming van toekomstige moorden en verdwijningen. If we remain silent zendt een subtiel maar krachtig signaal aan de internationale gemeenschap om zich uit te spreken tegen daders en grote internationale mijnbouwbedrijven die de inheemse bewoners uit hun leefgebied verdrijven.

Doris Salcedo noemde haar kunstwerk Fragmentos – fragmenten – omdat de vrede in Colombia nog verre van compleet is. In een interview over het werk, zegt ze: ‘Ik vind het belangrijk om de realiteit onder ogen te zien, en de realiteit hier is pijnlijk en moeilijk. In Colombia leren we niet te vertrouwen, niet teveel te hopen. En toch getuigt elk afzonderlijk gemaakte kunstwerk weer dat er hoop is.’[4]

If we remain silent is t/m 22 oktober 2023 te zien bij Casco Art Institute: Working for the Commons in Utrecht.

Wie meer te weten wil komen over de activisten en landverdedigers in Colombia/Abya Yala kan terecht bij het publieke programma dat Casco Art Institute rondom de tentoonstelling organiseert. Op 11 oktober is er een filmprogramma en op 14 oktober een symposium. Meer informatie op de website.

Curator Joram Kraaijeveld tipt daarnaast de TED-talk van Nemonte Nenquimo, een vrouwelijke sociale leider en inheemse activist van de Waorani Nation uit het Amazonegebied van Ecuador. De strijd voor klimaatrechtvaardigheid en het verzet tegen ontbossing, mijnbouw en extractie is al vijfhonderd jaar gaande. In haar TED-talk gaat Nenquimo verder in op de rol van sociale leiders in de mondiale klimaatcrisis.

Naast de onderzoekers, makers en kunstenaars die in de tekst genoemd worden, zijn nog vele anderen betrokken bij (het onderzoek achter) If we remain silent, waaronder Erwin ’t Hart en Hans Jansen (16mm film installatiespecialisten), Here We Draw The Line, Marisol Henao en La Pava Fundación (onderzoek), Lucila Kenny (natuurlijk kleurspecialist), Monica Mays (sculpturale installatie), Johana Molina (modeontwerper), Juan Orozco (geluidsmontage en -ontwerp), toquilla-stroweverij Taller San Jose (Sandona), textielweverij Lienzo de la Tierra (Charalá), Hugo Herrera Tobón (grafisch ontwerp tentoonstelling), Lichun Tseng (cinematograaf), Esther Urlus (16mm film adviseur), Andres Garcia Vidal (geluidsopname) en Bernardo Zanotta (montage).

[1] Erin L. McCutcheon, ‘Monumental Interventions: Feminism, Art and Public Resistance in Mexico’, 23.12.2022, AWARE Research online & Márcio Seligmann-Silva, ‘Counter-monuments: Resistance and recollection work’, 2016, Psicologia USP, 27:1

[2] Joe Parkin Daniels, ‘Colombian artist melts guns into tiles to make “anti-monument” to conflict’, 10.12.2018, The Guardian

[3] De tentoonstellingstekst baseert zich op onderzoek van Britse belangenorganisatie Global Witness: Oliver Griffin, ‘Colombia was deadliest country for environmentalists in 2022, advocacy group says’, 13.9.2023, Reuters online

[4] John Otis, ‘In Colombia, Artist Renders Tons Of Rebel Guns Into Floor Tiles’, 6.11.2018, NPR Online

Laura van den Bergh

is eindredacteur van Metropolis M

Recente artikelen